ECLI:NL:HR:2015:1448

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 juni 2015
Publicatiedatum
2 juni 2015
Zaaknummer
13/04345
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van een uitspraak wegens ontbrekende pleitnota in hoger beroep

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 juni 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag. De verdachte had beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J. Kuijper. De kern van de zaak was de klacht dat de pleitnota, die door de raadsman tijdens de terechtzitting in hoger beroep was overgelegd, ontbrak in de stukken die aan de Hoge Raad waren toegezonden. Dit gebrek leidde tot de vraag of het onderzoek ter terechtzitting en de daaropvolgende uitspraak nietig waren.

De Hoge Raad oordeelde dat het ontbreken van de pleitnota zozeer in strijd was met een behoorlijke procesorde dat dit onherstelbaar was. Hierdoor kon niet worden vastgesteld of er meer verweren waren gevoerd of dat er andere standpunten waren ingebracht dan die in de bestreden uitspraak waren genoemd. De Hoge Raad concludeerde dat het verzuim van de ontbrekende pleitnota de nietigheid van het onderzoek en de uitspraak met zich meebracht.

De Advocaat-Generaal A.J. Machielse had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Den Haag. De Hoge Raad volgde deze conclusie en vernietigde de uitspraak van het Gerechtshof, waarbij de zaak werd terugverwezen voor hernieuwde behandeling op het bestaande hoger beroep. Dit arrest benadrukt het belang van een goede procesorde en de noodzaak dat alle relevante stukken beschikbaar zijn voor een eerlijke rechtsgang.

Uitspraak

2 juni 2015
Strafkamer
nr. 13/04345
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 14 juni 2013, nummer 22/001146-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Den Haag teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel behelst de klacht dat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak nietig zijn, aangezien de door de raadsman bij die gelegenheid aan het Hof overgelegde pleitnota zich niet bij de stukken van het geding bevindt.
2.2.
Blijkens het proces-verbaal van voormelde terechtzitting heeft de raadsman van de verdachte het woord tot verdediging gevoerd. Het proces-verbaal houdt - voor zover voor de beoordeling van het middel van belang - het volgende in:
"De raadsman voert het woord tot verdediging overeenkomstig zijn overgelegde en in het procesdossier gevoegde pleitnotities."
2.3.
De in genoemd proces-verbaal vermelde pleitnota ontbreekt bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken. Naar aanleiding van een door de raadsvrouwe op de voet van art. IV lid 3 van het Procesreglement Strafkamer Hoge Raad gedaan verzoek is bij het Hof nadere informatie ingewonnen. Op grond van die informatie moet worden aangenomen dat die pleitnota niet meer beschikbaar zal komen.
2.4.
Nu bedoelde pleitnota ontbreekt, valt niet na te gaan of ter terechtzitting meer verweren zijn gevoerd dan wel of aldaar uitdrukkelijk onderbouwde standpunten naar voren zijn gebracht dan de in de bestreden uitspraak genoemde. Dit verzuim strijdt zozeer met een behoorlijke procesorde dat het, nu het onherstelbaar is, nietigheid van het onderzoek en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak meebrengt.
2.5.
Het middel is gegrond.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug de zaak naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
2 juni 2015.