ECLI:NL:HR:2015:140

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 januari 2015
Publicatiedatum
28 januari 2015
Zaaknummer
14/03581
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • J.P. Balkema
  • J.W. Ilsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag tot herziening van een vonnis inzake overtreding Wegenverkeerswet

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 januari 2015 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een eerder vonnis van de Rechtbank 's-Gravenhage, sector kanton, van 24 augustus 2012. De aanvrager, geboren in 1990, was bij verstek veroordeeld tot een hechtenis van twee weken wegens overtreding van artikel 107 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994. De aanvraag tot herziening werd ingediend door mr. R. Müller, advocaat te Alphen aan den Rijn.

De Hoge Raad heeft de aanvraag beoordeeld aan de hand van de criteria die zijn vastgelegd in artikel 457 van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde gronden voor herziening niet voldeden aan de eisen die in de wet zijn gesteld. Er was geen sprake van nieuwe feiten of omstandigheden die niet bekend waren tijdens de eerdere rechtszitting, en die een ernstige twijfel zouden kunnen wekken over de uitkomst van de zaak.

De Hoge Raad concludeerde dat de aanvraag kennelijk ongegrond was en heeft deze afgewezen. De beslissing werd genomen door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting. Het arrest is niet ondertekend door de raadsheren Balkema en Ilsink, omdat zij buiten staat waren om dit te doen.

Uitspraak

27 januari 2015
Strafkamer
nr. 14/03581 H
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Rechtbank 's-Gravenhage, sector kanton, van 24 augustus 2012, nummer 96/105756-12, ingediend door mr. R. Müller, advocaat te Alphen aan den Rijn, namens:
[aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990.

1.De uitspraak waarvan herziening is gevraagd

De Kantonrechter heeft de aanvrager ter zake van "overtreding van het bepaalde in artikel 107 lid 1 Wegenverkeerswet 1994" bij verstek veroordeeld tot hechtenis van twee weken.

2.De aanvraag tot herziening

De aanvraag tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

3.Beoordeling van de aanvraag

3.1.
Als grondslag voor een herziening kan, voor zover hier van belang, krachtens het eerste lid aanhef en onder c van art. 457 Sv slechts dienen een door bescheiden gestaafd gegeven dat bij het onderzoek op de terechtzitting aan de rechter niet bekend was en dat het ernstige vermoeden wekt dat indien dit gegeven bekend zou zijn geweest, het onderzoek van de zaak zou hebben geleid hetzij tot een vrijspraak van de gewezen verdachte, hetzij tot een ontslag van alle rechtsvervolging, hetzij tot de niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie, hetzij tot de toepassing van een minder zware strafbepaling.
3.2.
Het aangevoerde behelst niets wat kan worden aangemerkt als een beroep op een gegeven als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder c, Sv. Daarbij verdient opmerking dat onder "een minder zware strafbepaling" in de zin van art. 457, eerste lid aanhef en onder c, Sv moet worden verstaan een strafbepaling die een minder zware straf bedreigt. Daaronder valt niet de oplegging door de rechter van een andere (minder zware) sanctie.
3.3.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen vloeit voort dat de aanvraag kennelijk ongegrond is, zodat als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad wijst de aanvraag tot herziening af.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
27 januari 2015.
Mr. Balkema en mr. Ilsink zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.