In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 mei 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende beroepsaansprakelijkheid van accountants. De eisers, waaronder WAHRING CONSULT B.V. en EXERT MANAGEMENT CONSULTANCY B.V., hebben beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. Dit arrest was eerder gewezen op 29 april 2014 en betrof een geschil dat voortvloeide uit een eerdere procedure bij de rechtbank Dordrecht. De Hoge Raad verwijst naar de vonnissen van de rechtbank van 12 oktober 2011 en 20 juni 2012, die relevant zijn voor het verloop van het geding.
De Hoge Raad heeft de klachten van de eisers in hun cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De klachten waren niet van dien aard dat zij nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, zoals vereist onder artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep van de eisers dan ook verworpen.
Daarnaast heeft de Hoge Raad de eisers veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerders zijn begroot op een totaal van € 4.829,34, bestaande uit verschotten en salaris voor de advocaat. Deze uitspraak bevestigt de eerdere beslissingen van de lagere rechters en onderstreept de strikte eisen die aan cassatieberoepen worden gesteld.