ECLI:NL:HR:2015:1275

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 mei 2015
Publicatiedatum
21 mei 2015
Zaaknummer
14/01728
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over loonvordering en de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst of schijnconstructie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 mei 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen Window Gard Safety & Sun B.V. Het geschil betreft een loonvordering en de vraag of er sprake is van een arbeidsovereenkomst of een schijnconstructie. De zaak is eerder behandeld in de feitelijke instanties, waarbij de kantonrechter te Lelystad vonnissen heeft gewezen op 27 april 2011, 11 april 2012 en 9 januari 2013. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 24 december 2013 een arrest gewezen, dat aan de Hoge Raad is gehecht.

De Hoge Raad heeft vastgesteld dat tegen het arrest van het hof door [eiser] beroep in cassatie is ingesteld. De advocaat-generaal G.R.B. van Peursem heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de aangevoerde klachten in de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 lid 1 RO, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Window Gard zijn begroot op nihil. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

22 mei 2015
Eerste Kamer
14/01728
LZ/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. E. El-Sharkawi,
t e g e n
WINDOW GARD SAFETY & SUN B.V.,
gevestigd te Lelystad,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Window Gard.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 544482 CV 11-3879 van de kantonrechter te Lelystad van 27 april 2011, 11 april 2012 en 9 januari 2013;
b. het arrest in de zaak 200.125.387/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 december 2013.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding en het uitgebrachte herstelexploot zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Tegen Window Gard is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

3.Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Window Gard begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.E. Drion en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
22 mei 2015.