Uitspraak
wonende te [woonplaats],
gevestigd te Lelystad,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van de middelen
4.Beslissing
22 mei 2015.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 mei 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen Window Gard Safety & Sun B.V. Het geschil betreft een loonvordering en de vraag of er sprake is van een arbeidsovereenkomst of een schijnconstructie. De zaak is eerder behandeld in de feitelijke instanties, waarbij de kantonrechter te Lelystad vonnissen heeft gewezen op 27 april 2011, 11 april 2012 en 9 januari 2013. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 24 december 2013 een arrest gewezen, dat aan de Hoge Raad is gehecht.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat tegen het arrest van het hof door [eiser] beroep in cassatie is ingesteld. De advocaat-generaal G.R.B. van Peursem heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de aangevoerde klachten in de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 lid 1 RO, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Window Gard zijn begroot op nihil. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.