Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
19 mei 2015.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gewezen op 5 februari 2014, met nummer 20/001077-12. De verdachte, geboren in 1988, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. L.E.G. van der Hut, die middelen van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft op 19 mei 2015 het beroep verworpen, en dit arrest is uitgesproken in een openbare terechtzitting.