ECLI:NL:HR:2015:1248

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 mei 2015
Publicatiedatum
19 mei 2015
Zaaknummer
13/05833
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Profijtontneming en berekening wederrechtelijk verkregen voordeel bij hennepkwekerij

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit een hennepkwekerij. De Hoge Raad behandelt de klacht van de verdachte over de berekening van het aantal hennepplanten per vierkante meter en de daaruit voortvloeiende opbrengst. De verdachte stelt dat het Hof ten onrechte is uitgegaan van 20 hennepplanten per vierkante meter, terwijl dit in werkelijkheid 22,4 planten zou zijn. De Hoge Raad oordeelt echter dat deze onjuistheid niet tot cassatie leidt, omdat de uiteindelijke schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel, rekening houdend met de door het Hof vastgestelde kiloprijs en aftrekbare kosten, niet significant afwijkt van het door het Hof vastgestelde bedrag van € 10.000,-. De Hoge Raad concludeert dat de verdachte geen rechtens te respecteren belang heeft bij vernietiging van de uitspraak, aangezien de korting vanwege de overschrijding van de redelijke termijn al in het bedrag is verwerkt. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de uitspraak van het Hof.

Uitspraak

19 mei 2015
Strafkamer
nr. 13/05833
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 13 november 2013, nummer 22/005837-10, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft mr. A.R. Kellermann, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt over de motivering van de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
2.2.1.
In het (verkorte) arrest is overwogen, voor zover hier van belang:
"De vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel
(...)
Ten aanzien van de opbrengst per plant en de verkoopprijs van hennep worden de hierna genoemde bevindingen en conclusies van het rapport 'Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht' van april 2005 (hierna: het BOOM-rapport) door het hof overgenomen.
(...)
Anders dan de raadsman heeft betoogd wordt uitgegaan van één kweekruimte waarin 20 hennepplanten per m2 zijn geteeld. Volgens het BOOM-rapport levert dat 25,7 gram x 157 = 4.035 gram per oogst op, derhalve afgerond 4 kilogram.
De gemiddelde kiloprijs van hennep is blijkens het BOOM-rapport € 3.199,-.
De totale opbrengst komt derhalve neer op 4 kilogram x € 3.199,- = € 12.796,-.
De afschrijvingskosten bedragen € 150,- en de variabele bedragen € 789,71 per oogst.
De totale kosten bedragen hierdoor € 939,71.
Gelet op bovenstaande stelt het hof het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op (€ 12.796,- - € 939,71 =) € 11.856,29."
2.2.2.
De aanvulling, als bedoeld in art. 365a Sv, op het verkorte arrest houdt onder meer in:
"3. Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij d.d. 19 april 2010, van de Regiopolitie Haaglanden met nr. PL2010077061 en 1506-2009-11273. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -
als relaas van de betreffende verbalisant (bijlage blz. 15-21):
(...)
Ik zag dat de kweekruimte een afmeting had van ongeveer 2 bij 3,5 meter. In totaal stonden er 157 plantenbakken, met daarin in totaal 157 hennepplanten (20 potten per m2).
(...)
4. Het Rapport Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e 2e lid Sr d.d. 30 augustus 2010, opgesteld en ondertekend door [verbalisant], onder meer inhoudende - zakelijk weergegeven -
Als relaas van de betreffende verbalisant:
(...)
Uitgaande van 157 hennepplanten en een totale kweekoppervlakte van 7 vierkante meter en de gegevens vanuit het rapport BOOM komt het aantal planten dat per vierkante meter werd gekweekt uit op 20 hennepplanten. De opbrengst per plant is dan volgens het rapport van BOOM 25,7 gram.
5. Een geschrift, te weten een bijlage Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht, Standaardberekeningen en normen, van het Bureau Ontneming Openbaar Ministerie (2005) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -:
Een tabel waarin is opgenomen dat de opbrengst per hennepplant 25,7 gram bedraagt uitgaande van 20 hennepplanten per vierkante meter."
2.3.1.
Het Hof heeft bij de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel tot uitgangspunt genomen dat de veroordeelde een geslaagde oogst heeft gehad van 157 hennepplanten en dat deze hennepplanten een opbrengst van 25,7 gram hennep per plant hebben opgeleverd. Het uitgangspunt dat een hennepplant 25,7 gram hennep oplevert is - zoals volgt uit de door het Hof aan zijn oordeel ten grondslag gelegde rapportage van BOOM (bewijsmiddel 5) - toepasselijk indien uitgegaan wordt van een kwekerij waarin 20 hennepplanten per vierkante meter werden geteeld.
2.3.2.
Het middel klaagt terecht dat de berekening van het aantal hennepplanten per vierkante meter en de daaraan te relateren opbrengst in zoverre onjuist is dat niet van een opbrengst per vierkante meter van 20 hennepplanten moet worden uitgegaan maar van 22,4 planten (157:7= 22,4). Dat behoeft echter niet tot cassatie te leiden. Indien wordt uitgegaan van de in het middel gepresenteerde berekening en van de door het Hof vastgestelde kiloprijs en aftrekbare kosten, had een zodanige oogst geleid tot een opbrengst van 3,8 kg (in plaats van 4 kg) en tot een geschat wederrechtelijk verkregen voordeel van € 11.415,-. In aanmerking genomen dat het Hof het bedrag ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel - met inbegrip van een korting vanwege de overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM - heeft bepaald op € 10.000,-, heeft de verdachte geen rechtens te respecteren belang bij vernietiging, waarbij geldt dat in dit bedrag ook bij de aangepaste berekening een korting vanwege de termijnoverschrijding begrepen zit.
2.4.
Het middel is tevergeefs voorgesteld.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
19 mei 2015.