Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 1], brigadier van politie Amsterdam-Amstelland, opgemaakt proces-verbaal van aangifte, genummerd PL132E 201027761-1, gesloten en getekend op 11 november 2010, dossierpagina 06-11, voor zover inhoudende als aangifte van [betrokkene 1], zakelijk weergegeven:
Op donderdag 04 november 2010 was ik op school geweest. Omstreeks 13.30 uur nam ik metrolijn 50 vanaf Isolatorweg richting Amsterdam Zuidoost. Ik stapte uit op station Duivendrecht. Ik denk dat het op dat moment tussen 14.00 en 14.15 uur was. Ik was in het gezelschap van een vriend van school, hij heet [betrokkene 2].
Op het moment dat wij in de hal bij de treinen stonden, zag ik een jongen die ik ken via de trap naar boven komen lopen. Deze jongen heet [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte). Ik zag [verdachte] wel naar mij kijken maar hij zei verder niets. Kort hierop kwam ook [betrokkene 3] (het hof begrijpt: [betrokkene 3]) via de trap naar boven lopen. Ik ken hem maar het is niet zo dat ik met hem praat of zo. Ik zag dat [betrokkene 3] naar mij en [betrokkene 2] toekwam en hoorde dat hij zei: 'Komen jullie twee mee naar beneden'. Op dat moment leek het mij het beste om maar gewoon mee te lopen. Wij zijn achter hem aangelopen richting de uitgang van het station, aan de zijde van de Venserpolder. Ik zag dat [betrokkene 3] richting een auto liep die daar geparkeerd stond. Deze stond op de bushalte waar ook snorders vaak staan. Ik zag dat [verdachte] ook bij deze auto stond en zag een derde jongen op de passagiersstoel zitten. Deze jongen heet [betrokkene 4], hem ken ik niet maar ik hoorde van [betrokkene 2] dat hij [betrokkene 4] heet. De auto was een zwarte Volkswagen. Ik hoorde dat [betrokkene 3] zei: "Stap in de auto". Op dat moment was ik best bang. Ik wilde eigenlijk niet instappen, maar dacht: als ik wegren krijgt hij mij toch wel te pakken. Daarom ben ik maar ingestapt, ook [betrokkene 2] stapte in de auto.
Ik zag dat [verdachte] achter het stuur ging zitten, naast [betrokkene 4]. Ikzelf zat links achterin, [betrokkene 2] zat in het midden en [betrokkene 3] rechts achterin. Vervolgens zijn we gaan rijden via de Dolingadreef, rechtsaf de Daalwijkdreef op. Vervolgens sloegen we rechtsaf naar Dennenrode. Ik zag dat [verdachte] direct de parkeergarage inreed. Ik zag dat [verdachte] achterin de garage stopte. Ik hoorde dat [betrokkene 3] tegen me zei dat ik uit moest stappen. Ik zag ook dat hij zich alleen op mij richtte en niet op [betrokkene 2]. Ik ben uitgestapt en [betrokkene 3] en [betrokkene 4] stapten ook uit. Ik hoorde dat [betrokkene 3] tegen [betrokkene 2] zei dat hij moest blijven zitten. Ik zag dat hij de deur dichtgooide zodat [betrokkene 2] niet kon uitstappen. Vervolgens reed [verdachte] de parkeergarage uit en waren we nog maar met zijn drieën.
2. Het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 2], brigadier van politie Amsterdam-Amstelland, opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige, genummerd PL132E 201027761-12, gesloten en getekend op 16 november 2010, dossierpagina 40-41, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 2], zakelijk weergegeven:
Ik zal u vertellen wat ik weet en gezien heb. Ik was met [betrokkene 1] op station Duivendrecht toen 2 jongens naar ons toe kwamen. Ik zag dat de ene persoon [betrokkene 3] (het hof begrijpt: [betrokkene 3]) was. Die andere ken ik niet. [betrokkene 3] ken ik van de kerk. Toen we naar beneden liepen, liepen we naar een auto. Boven zei [betrokkene 3] tegen ons: komen jullie mee. Dat was niet op een normale toon, ik zag dat hij boos was. De auto is een Volkswagen, zwart van kleur, type weet ik niet. We zijn met z'n allen ingestapt. En daarmee bedoel ik: [betrokkene 3], [verdachte] (zo heet die andere jongen die ook boven op het station was dat hoorde ik later van [betrokkene 1] in de auto), [betrokkene 1], ikzelf en ene [betrokkene 4].
Daarna zijn we naar Dennenrode gereden. Daar aangekomen zijn we achter in de garage gegaan. Ik zag dat iedereen uitstapte behalve ik. Ik hoorde dat [betrokkene 3] tegen mij zei: "Dit heeft niets met jou te maken, blijf jij zitten", daarom bleef ik zitten. Ik zag dat [betrokkene 1] vast gehouden werd door iemand, alleen kon ik niet zien door wie. Daarna kwam [verdachte] terug in de auto en toen werd ik weg gebracht door hem naar buiten op de parkeerplaats en hij vertelde mij: "Het is beter als je nu naar huis gaat". Ik zag dat [verdachte] terug rende naar de parkeer garage.
3. Het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 2], brigadier van politie Amsterdam-Amstelland, opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte, genummerd 201027761-29, gesloten en getekend op 17 november 2010, dossierpagina 45-54, voor zover inhoudende als verklaring van medeverdachte [betrokkene 3], zakelijk weergegeven:
Die jongen die ik wilde spreken heet [betrokkene 1]. Zijn achternaam weet ik niet. Ik ben met twee neven naar Duivendrecht gegaan. U zegt mij dat [betrokkene 4] en [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte) erbij waren. Dat klopt, dat zijn de neven die ik bedoel.
Ik ben naar Duivendrecht gegaan omdat ik van een kennis, die ik niet wil noemen, hoorde dat [betrokkene 1] daar was. Ik had die kennis gebeld en gevraagd waar [betrokkene 1] was. Hij vertelde mij dat die op Duivendrecht was. Ik ben naar Duivendrecht gegaan met de auto. Dat is een huurauto, een Volkswagen Golf Plus, zwart. Toen ik bij het station was heb ik hem gevraagd om mee te lopen.
4. Het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 2], brigadier van politie Amsterdam-Amstelland, opgemaakt proces-verbaal van bevindingen, genummerd 2010277761-29, gesloten en getekend op 16 november 2010, dossierpagina 25, voor zover inhoudende als bevindingen van voornoemde verbalisant zakelijk weergegeven:
Naar aanleiding van een wederrechtelijke vrijheidsberoving, straatroof en bedreiging op maandag 4 november 2010 heb ik, verbalisant, camerabeelden uitgekeken van het metro/trein station Duivendrecht en wel van de ingang/uitgang aan de kant van de Venserpolder. Aan deze zijde van het station is een camera gericht op de controle poortjes alwaar ingecheckt en uitgecheckt wordt.
foto 1 - binnenkomst [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte)
foto 2 - aangever met muts bij uitchecken en getuige [betrokkene 2]
foto 3 - aangever voor het uitchecken
foto 4 - aangever loopt naar poortje
foto 5 en 6 - aangever checkt uit
foto 7 - aangever met muts met rode streep door poortje met op de achtergrond [verdachte]
foto 6 - aangever door poortje met op de achtergrond [verdachte]
foto 9 - [verdachte] richting uitgang
foto 10 - [verdachte] richting uitgang.
Opmerking hof: anders dan bij arrest is overwogen, is [betrokkene 3] op deze beelden niet zichtbaar.
5. Het proces-verbaal van de terechtzitting van de meervoudige strafkamer in de rechtbank te Amsterdam van 8 februari 2011, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
[betrokkene 3] en ik halen elkaar elke dag uit school. Wie het eerst vrij is, komt de ander halen. [betrokkene 3] kwam mij 4 november 2010 ophalen. [betrokkene 4] zat ook in de auto. Bij station Duivendrecht is [betrokkene 3] uit de auto gestapt. Ik ben in het station ook naar boven gelopen."