Uitspraak
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting te Nieuwegein,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
8 mei 2015.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 mei 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende faillissementsrecht. De verzoeker, thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting te Nieuwegein, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft de toepassing van artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) en de verplichtingen van de verzoeker om inlichtingen te verschaffen aan de curator, zoals vastgelegd in artikel 105 van de Faillissementswet (FW). De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Midden-Nederland en het gerechtshof, die aan deze zaak ten grondslag liggen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal, L. Timmerman, strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaat van de verzoeker heeft hierop gereageerd, maar de Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op de overweging dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de verzoeker, waarmee de eerdere beslissingen van de lagere rechters in stand blijven. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot, waarbij de andere raadsheren C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion betrokken waren.