ECLI:NL:HR:2015:106

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 januari 2015
Publicatiedatum
22 januari 2015
Zaaknummer
14/02573
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak over afvalstoffenheffing, rioolheffing en watersysteemheffing

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 januari 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof Den Haag. De belanghebbende, die in beroep was gegaan tegen de uitspraak van het Gerechtshof van 9 april 2014, had bezwaar gemaakt tegen de aan hem opgelegde aanslagen in de afvalstoffenheffing en de rioolheffing van de gemeente Leiden, alsook tegen de aanslag in de watersysteemheffing van het Hoogheemraadschap van Rijnland voor het jaar 2013. De belanghebbende voerde verschillende klachten aan in zijn cassatieberoep, maar het dagelijks bestuur van het Openbaar Lichaam Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland diende een verweerschrift in. De belanghebbende reageerde hierop met een conclusie van repliek.

De Hoge Raad heeft de klachten van de belanghebbende beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig was, omdat de klachten niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Daarnaast heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof in stand bleef.

Uitspraak

23 januari 2015
Nr. 14/02573
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Den Haagvan 9 april 2014, nr. BK-13/01430, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. AWB 13/4250 GGH) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslagen in de afvalstoffenheffing en de rioolheffing van de gemeente Leiden en de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslag in de watersysteemheffing van het Hoogheemraadschap van Rijnland.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het dagelijks bestuur van het Openbaar Lichaam Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2.Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 23 januari 2015.