ECLI:NL:HR:2015:101

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 januari 2015
Publicatiedatum
22 januari 2015
Zaaknummer
14/01720
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake Wet waardering onroerende zaken

In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn (hierna: het College) beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 20 februari 2014, nr. 13/00247. Dit hoger beroep was ingesteld door belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. AWB 12/3254) betreffende de beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken voor het jaar 2011, met betrekking tot de onroerende zaak gelegen aan [a-straat 1] te [Z].

Het College heeft in cassatie een aantal klachten ingediend tegen de uitspraak van het Hof. Belanghebbende heeft hierop een verweerschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarbij de Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft ook de proceskosten beoordeeld en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en is openbaar uitgesproken op 23 januari 2015. Van het College wordt een griffierecht geheven van € 493.

Uitspraak

23 januari 2015
Nr. 14/01720
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn(hierna: het College) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Amsterdamvan 20 februari 2014, nr. 13/00247, op het hoger beroep van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. AWB 12/3254) betreffende de beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken voor het jaar 2011 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z].

1.Geding in cassatie

Het College heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

2.Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 23 januari 2015.
Van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn wordt een griffierecht geheven van € 493.