ECLI:NL:HR:2014:947

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 april 2014
Publicatiedatum
18 april 2014
Zaaknummer
13/06333
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassingsbereik van artikel 69 Faillissementswet en verzoek tot afwijkende beëindiging van faillissement

In deze zaak, die op 18 april 2014 door de Hoge Raad is behandeld, gaat het om een verzoek tot cassatie van de Stichting Garantie- en Waarborgfonds Nederland. De Stichting heeft beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Gelderland van 12 december 2013, waarin de rechter-commissaris een beslissing heeft genomen in het faillissement van de Stichting. De zaak betreft de toepassing van artikel 69 van de Faillissementswet en de mogelijkheid voor de gefailleerde om een verzoek in te dienen voor een afwijkende wijze van beëindiging van het faillissement, evenals de vaststelling van het salaris van de curator. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen in de zaak, waaronder die van de rechter-commissaris van 29 oktober 2013 en de beschikking van de rechtbank van 12 december 2013. De Advocaat-Generaal L. Timmerman heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarbij hij artikel 81 lid 1 van het Reglement op de Rechtsvordering (RO) heeft ingeroepen. De advocaat van de Stichting heeft gereageerd op deze conclusie, maar de Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de klachten niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de Stichting.

Uitspraak

18 april 2014
Eerste Kamer
nr. 13/06333
Hoge Raad der Nederlanden
NBeschikking
in de zaak van:
STICHTING GARANTIE- EN WAARBORGFONDS NEDERLAND,
gevestigd te Barchem, gemeente Lochem,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. R.W. Keus,
t e g e n
mr. Rense Frank FEENSTRA,
in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de Stichting Garantie- en Waarborgfonds Nederland,
kantoorhoudende te Ede,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de Stichting en de curator.

1.Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak met faillissementsnummer 07/115 van 29 oktober 2013 van de rechter-commissaris in de rechtbank Gelderland;
b. de beschikking in de zaak C/05/253771/HA RK 13/187 met insolventienummer F13/165 van de rechtbank Gelderland van 12 december 2013.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van de rechtbank van 12 december 2013 heeft de Stichting beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep met toepassing van art. 81 lid 1 RO.
De advocaat van de Stichting heeft bij brief van 21 maart 2014 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens als voorzitter, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
18 april 2014.