Uitspraak
gevestigd te Kootwijkerbroek, gemeente Barneveld,
zetelende te Barneveld,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van de middelen
4.Beslissing
18 april 2014.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 april 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen BPN B.V., handelend onder de naam [A], en de Gemeente Barneveld. De zaak betreft de invordering van bestuursrechtelijke dwangsommen en de vraag of er sprake is van misbruik van bevoegdheid of strijd met het recht. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Arnhem en een arrest van het gerechtshof Arnhem, waaruit blijkt dat BBI beroep in cassatie heeft ingesteld tegen het arrest van het hof. De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van de cassatiemiddelen, waarbij de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus ook tot verwerping heeft geconcludeerd. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in de cassatiemiddelen niet tot cassatie kunnen leiden, en dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt BBI in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 818,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.