ECLI:NL:HR:2014:749

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 maart 2014
Publicatiedatum
27 maart 2014
Zaaknummer
13/03969
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 maart 2014 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie van belanghebbenden tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof Den Haag. De zaak betreft een geschil over een door belanghebbenden op aangifte voldaan bedrag aan overdrachtsbelasting. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld, waarbij werd vastgesteld dat de griffier van de Hoge Raad belanghebbenden op 3 december 2013 per aangetekende brief heeft gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht. Belanghebbenden kregen een termijn van vier weken om het griffierecht te betalen, maar hebben dit niet gedaan. Op 6 januari 2014 heeft de griffier hen opnieuw in de gelegenheid gesteld om te reageren op het niet tijdig betalen van het griffierecht, maar ook hierop hebben belanghebbenden niet gereageerd. Gezien deze omstandigheden heeft de Hoge Raad op grond van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de raadsheren.

Uitspraak

28 maart 2014
Nr. 13/03969
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X1]en
[X2]te
[Z](hierna: belanghebbenden) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Den Haagvan 2 juli 2013, nr. BK-12/00524, betreffende een door belanghebbenden op aangifte voldaan bedrag aan overdrachtsbelasting.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbenden bij aangetekende brief van 3 december 2013, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het adres van belanghebbenden, gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling een termijn van vier weken gesteld. Het griffierecht is niet voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbenden bij aangetekende brief van 6 januari 2014, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het adres van belanghebbenden, in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. Belanghebbenden hebben niet gereageerd.
Het beroep in cassatie moet op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 28 maart 2014.