Uitspraak
1.Geding in cassatie
3.Slotsom
4.Beslissing
25 maart 2014.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarbij de betrokkene, geboren in 1962, in hoger beroep was opgeroepen. De Hoge Raad behandelt de vraag of de oproeping rechtsgeldig is betekend. De betrokkene was ingeschreven op een adres in Delft, maar het Hof baseerde zijn oordeel op een ID-staat die niet correct bleek te zijn. De Hoge Raad concludeert dat er ernstige twijfels zijn over de juistheid van de vermelding van het adres in de ID-staat, wat leidt tot de conclusie dat de oproeping in hoger beroep niet rechtsgeldig is betekend. De Advocaat-Generaal had al geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en nietigverklaring van de oproeping. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verklaart de oproeping nietig, waardoor de eerdere beslissing niet in stand kan blijven. Dit arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 25 maart 2014.