ECLI:NL:HR:2014:67

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 januari 2014
Publicatiedatum
16 januari 2014
Zaaknummer
12/05838
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Leeuwarden inzake naheffingsaanslag omzetbelasting

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de omzetbelasting en een daarbij gegeven boetebeschikking. De naheffingsaanslag is opgelegd over de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2004. Na bezwaar tegen de naheffingsaanslag en de boete, heeft de Inspecteur deze handhaafd. De Rechtbank te Leeuwarden heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, maar alleen de boete vernietigd en verminderd. Hierop heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank en de uitspraken van de Inspecteur heeft vernietigd, de naheffingsaanslag verminderd en de boete verder verlaagd.

Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof, waarbij een middel is voorgesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft hierop een verweerschrift ingediend, en belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit is gebaseerd op artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarbij het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft ook de proceskosten in deze zaak beoordeeld en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard, en dit arrest is uitgesproken op 17 januari 2014 door de vice-president en de raadsheren in het openbaar.

Uitspraak

17 januari 2014
Nr. 12/05838
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X] h.o.d.n. [A]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof te Leeuwardenvan 8 november 2012, nr. 10/00318, betreffende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting en de daarbij gegeven boetebeschikking.

1.Het geding in feitelijke instanties

Aan belanghebbende is over de periode 1 januari 2004 tot en met 31 december 2004 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd, alsmede een boete. De naheffingsaanslag en de boetebeschikking zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij in één geschrift vervatte uitspraken van de Inspecteur gehandhaafd.
De Rechtbank te Leeuwarden (nr. AWB 08/2764) heeft het tegen die uitspraken ingestelde beroep gegrond verklaard, doch uitsluitend de uitspraak van de Inspecteur met betrekking tot de boete vernietigd, en de boete verminderd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank en de uitspraken van de Inspecteur vernietigd, de naheffingsaanslag verminderd, en de boete verder verminderd.

2.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

3.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

5.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren D.G. van Vliet en E.N. Punt, in tegenwoordigheid van de griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2014.