ECLI:NL:HR:2014:655

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 maart 2014
Publicatiedatum
18 maart 2014
Zaaknummer
13/01290
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep wegens onjuiste betekening aan verdachte in het buitenland

In deze zaak gaat het om de nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep van een verdachte die op het moment van uitbrengen van de dagvaarding geen feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland had, maar wel een adres in het buitenland. De Hoge Raad oordeelt dat de dagvaarding niet overeenkomstig artikel 588, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) is betekend, omdat er geen bewijs is dat de dagvaarding naar het adres van de verdachte in het buitenland is verzonden. De verdachte, geboren in 1951, was op het moment van de betekening niet ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) en was ook niet gedetineerd. De Hoge Raad stelt vast dat de dagvaarding in hoger beroep niet rechtsgeldig is betekend, wat leidt tot de nietigheid van de dagvaarding. De uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 4 juni 2012, waartegen de verdachte cassatie heeft ingesteld, wordt vernietigd. De Advocaat-Generaal had eerder geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot nietigverklaring van de dagvaarding in hoger beroep. De Hoge Raad bevestigt deze conclusie en vernietigt de uitspraak van het Hof, waardoor de dagvaarding in hoger beroep nietig wordt verklaard.

Uitspraak

18 maart 2014
Strafkamer
nr. S 13/01290
DAZ/CB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 4 juni 2012, nummer 22/004395-11, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1951.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. S.V. Jansen, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot nietigverklaring van de dagvaarding in hoger beroep.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel bevat in de kern de klacht dat het Hof de dagvaarding in hoger beroep ten onrechte niet heeft nietig verklaard nu niet blijkt dat die dagvaarding overeenkomstig art. 588, tweede lid, Sv naar verdachtes adres in Zwitserland is verzonden.
2.2.
De bestreden uitspraak is bij verstek gewezen. Daarin heeft het Hof de verdachte met toepassing van art. 416, tweede lid, Sv niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.
2.3.
Bij de op de voet van art. 434, eerste lid, Sv aan de Hoge Raad gezonden stukken bevinden zich:
( i) een akte rechtsmiddel hoger beroep, inhoudende:
"Rechtbank Rotterdam
Akte rechtsmiddel
Parketnr 10/732744-10
Appelnr 11/1449
Op 15 september 2011 kwam ter griffie van deze rechtbank
[betrokkene]
domicilie kiezende te Rotterdam
die - daartoe gemachtigd blijkens de aan deze akte gehechte volmacht - verklaarde namens
naam [verdachte]
voornamen [...]
geboren [geboortedatum] 1951 te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats]
adres [a-straat 1]
Beroep in te stellen tegen
het eindvonnis d.d. 08 april 2011
in de zaak met bovenvermeld parketnummer gewezen door de Politierechter in deze rechtbank."
(ii) een faxbericht van de verdachte, inhoudende:
"Rechtbank Rotterdam
Sector strafrecht
Wilhelminaplein 100-125
3072 AK Rotterdam
Betreft: bezwaarschrift vonnis parket 03812/2011 - 10/73274410
Rotterdam, 15 september 2011 tijd 16:00 uur
Geachte mevrouw, heer,
Ik [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1951 te [geboorteplaats], wonende te [b-straat 1], [plaats], maak bezwaar tegen de uitspraak pakketnummer 03812/2011 - 10/732744-10
Hoogachtend
[handtekening]
[verdachte]
[b-straat 1]
[plaats]
Telf.nr. 0041-[0001]"
(iii) een akte uitreiking, gehecht aan het dubbel van de dagvaarding van de verdachte om te verschijnen ter terechtzitting in hoger beroep van 4 juni 2012, welke inhoudt dat de dagvaarding op 19 april 2012 ter griffie van de Rechtbank Den Haag is uitgereikt aan de (waarnemend) griffier, omdat "van de geadresseerde geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend is".
(iv) de aan het dubbel van die dagvaarding gehechte verwerkingsoverzichten GBA-gegevens van 18 en 19 april 2012, die inhouden dat de verdachte niet is gedetineerd en dat van de verdachte geen adres in Nederland bekend is.
( v) een akte uitreiking, gehecht aan het dubbel van de dagvaarding van de verdachte om te verschijnen ter terechtzitting in hoger beroep van 4 juni 2012, welke inhoudt dat de dagvaarding op 23 april 2012 niet is uitgereikt op het adres [a-straat 1], [...] te [woonplaats], omdat volgens de mededeling van degene die zich op voornoemde adres bevond, de geadresseerde daar niet woont noch verblijft. De dagvaarding is vervolgens op 25 april 2012 ter griffie van de Rechtbank Den Haag uitgereikt aan de (waarnemend) griffier, omdat "van de geadresseerde geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend is". Voorts is een afschrift van de dagvaarding op laatstgenoemde datum verzonden aan voornoemd adres te [woonplaats].
(vi) een aan het dubbel van die dagvaarding gehecht verwerkingsoverzicht GBA-gegevens van 25 april 2012, dat inhoudt dat de verdachte niet is gedetineerd en dat van de verdachte geen adres in Nederland bekend is.
2.4.
Indien op grond van het daartoe ingestelde onderzoek als vaststaand kan worden aangenomen dat de verdachte niet is ingeschreven in een GBA en niet in Nederland is gedetineerd, en van hem ook niet een feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland maar wel een adres in het buitenland bekend is, geschiedt de betekening van de dagvaarding door toezending van de dagvaarding door het openbaar ministerie hetzij rechtstreeks aan het laatstbekende adres van de verdachte in het buitenland, hetzij door tussenkomst van de bevoegde buitenlandse autoriteit of instantie (art. 588, tweede lid, Sv). Door die toezending is de dagvaarding rechtsgeldig betekend (vgl. HR 12 maart 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5163,
NJ 2002/317).
2.5.
Uit de onder 2.3 weergegeven stukken valt af te leiden dat van de verdachte ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding in hoger beroep niet een feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland maar wel een adres in het buitenland bekend was. Noch de hierboven genoemde akte uitreiking, noch enig ander gedingstuk houdt in dat de dagvaarding in hoger beroep naar voornoemd adres van de verdachte in het buitenland is verzonden. Daaruit volgt dat de dagvaarding in hoger beroep niet is betekend overeenkomstig art. 588, tweede lid, Sv. Het in de bestreden uitspraak besloten liggende oordeel dat de dagvaarding in hoger beroep geldig is betekend, is derhalve onjuist.
2.6.
Het middel is dus terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen, brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
18 maart 2014.