Uitspraak
14 maart 2014
Eerste Kamer
13/01456
LZ/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
GDF SUEZ ENERGIE NEDERLAND N.V., (voorheen Electrabel Nederland N.V., en Electrabel Sales B.V).
gevestigd te Zwolle,
gevestigd te Zwolle,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. M.E. Bruning,
t e g e n
NUON SALES NEDERLAND N.V. (voorheen N.V. Nuon Business),
gevestigd te Amsterdam,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. R.P.J.L. Tjittes.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Electrabel en Nuon.
1.Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 144661/HA ZA 08-516 van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 24 juni 2009 en 17 november 2010;
b. het arrest in de zaak 200.084.816/01 van het gerechtshof te Arnhem van 11 december 2012.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2.Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Electrabel beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Nuon heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor Nuon mede door mr. M.P.A.J. Dings, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping.
De advocaat van Electrabel heeft bij brief van24 januari 2014 op die conclusie gereageerd.
3.Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4.Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Electrabel in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Nuon begroot op € 6.275,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president F.B. Bakels op
14 maart 2014.
14 maart 2014.