ECLI:NL:HR:2014:533

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 maart 2014
Publicatiedatum
11 maart 2014
Zaaknummer
12/01815
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer in het kader van belaging

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 maart 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1952, was in hoger beroep veroordeeld voor belaging van zijn ex-partner, [betrokkene 1]. De tenlastelegging betrof stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [betrokkene 1] in de periode van 20 juni 2009 tot en met 21 juni 2009. De verdachte had in deze periode meermalen de woning van [betrokkene 1] bezocht en haar telefonisch benaderd, ondanks dat zij had aangegeven geen contact meer te willen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende had gemotiveerd waarom de gedragingen van de verdachte als 'stelselmatig' konden worden gekwalificeerd, zoals vereist onder artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de beslissingen over de bewezenverklaring van het onder 5 tenlastegelegde en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling.

De Hoge Raad benadrukte dat bij de beoordeling van stelselmatigheid gekeken moet worden naar de aard, duur, frequentie en intensiteit van de gedragingen, evenals de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de impact op het leven van het slachtoffer. In dit geval was de bewezenverklaring van stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer niet voldoende onderbouwd, wat leidde tot de vernietiging van de uitspraak van het Hof.

Uitspraak

11 maart 2014
Strafkamer
nr. 12/01815
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 23 maart 2012, nummer 24/000539-10 en 24/002738-10, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1952.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. B.P. de Boer en mr D.N. de Jonge, advocaten te Haarlem, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het tweede middel

2.1.
Het middel klaagt dat het Hof ten onrechte, althans onvoldoende gemotiveerd heeft geoordeeld dat de verdachte 'stelselmatig' inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [betrokkene 1], zoals bewezen is verklaard.
2.2.1.
Overeenkomstig de tenlastelegging is ten laste van de verdachte bewezenverklaard dat:
"hij in de periode van 20 juni 2009 tot en met 21 juni 2009, te Formerum, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van een vrouw, genaamd [betrokkene 1], met het oogmerk [betrokkene 1] te dwingen iets te doen, immers heeft verdachte toen en daar
- meermalen de woning van [betrokkene 1] bezocht, en
- meermalen getracht [betrokkene 1] telefonisch te bereiken, en
- [betrokkene 1] telefonisch medegedeeld dat hij, verdachte, met haar, [betrokkene 1], wilde praten over hun dochter [betrokkene 2] en haar, [betrokkene 1], dringend verzocht om de aangifte die zij, [betrokkene 1], tegen hem, verdachte, had gedaan ter zake stalking in te trekken en
- een foto, waarop een manspersoon met een masker stond afgebeeld, en met op de achterzijde van die foto de tekst "We'd better talk! Mevrouw uw valse aangifte kan u duizenden euro's kosten. U R. warned", stond vermeld, in de brievenbus van de woning van [betrokkene 1] gedeponeerd."
2.2.2.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"2.0 De verklaring van verzoeker afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 9 maart 2012:
U houdt mij voor dat ik van [betrokkene 1] een sms heb gekregen waarin ze aangaf dat ze geen contact meer met mij wilde. Ik zeg u dat dat juist is. Ik heb inderdaad een sms van haar gekregen waarin ze aangaf geen contact meer met mij te willen. Ik heb ook op die sms gereageerd. Het klopt dat die reactie van mij niet mijn laatste sms is geweest die haar heb gestuurd.
U houdt mij voor dat ik toch wel moet hebben begrepen dat [betrokkene 1] geen contact met mij wenste. Ik zeg u dat dat klopt. Dat heeft ze mij wel vaker gezegd.
Ik wilde zelf naar Oerol. Ik ben daar alleen naar toe gegaan. Ik had een cadeautje meegenomen voor [betrokkene 2] en dat wilde ik haar graag geven. Ik wilde het gezellig hebben. U toont mij een kopie van de foto die ik bij [betrokkene 1] in de brievenbus heb gedaan. Deze foto die u mij toont komt inderdaad niet van het Oerolfestival. Ik heb altijd een setje foto's bij mij. Ik was al twee dagen op Terschelling en ik maakte mij ongerust over [betrokkene 1]. De bedoeling was wat te schrijven met vriendelijke groet: '[verdachte]' of 'Papa'. Ik kan mij achteraf wel voorstellen dat je die kaart als bedreigend kunt opvatten.
2.1
een proces-verbaal, nr. 2009066288-5, d.d. 1 juli 2009, op ambtsbelofte opgemaakt door [verbalisant], brigadier van politie, Team Wad en Land, bevattende diverse processen-verbaal, waaronder:
2.2.
een proces-verbaal, nr. 2009066288-2, d.d. 25 juni 2009, op ambtsbelofte opgemaakt door [verbalisant], voornoemd, inhoudende - zakelijk weergegeven -:
Als verklaring van [betrokkene 1]:
Ik wens klacht en aangifte te doen ter zake van belaging gepleegd ten opzichte van mij door mijn ex-partner [verdachte], gepleegd te Formerum, Terschelling. Zondag 21 juni 2009 kwam ik thuis van mijn werk. Ik zag dat er een bericht op de voicemail van mijn telefoon was ingesproken. Ik heb het bericht afgeluisterd en het bleek van [verdachte] te zijn. Ik herkende zijn stem. De inhoud van het bericht was als volgt: 'Ja, goeiemorgen, het is nu kwart over elfen ik ben nog 9 uur op Terschelling. Ik denk dat het verstandig is dat wij even met elkaar praten. Ik zit al een uur in de molen. Ik heb je al drie keer gebeld en ben de afgelopen 24 uur 3 keer bij je langs geweest. Je was steeds niet thuis. Ik stel voor dat we elkaar spreken op neutraal terrein, waar je maar wilt. Ik zit in de molen op dit moment. Bel maar even terug op 06-[001]'. Ik schrok erg van dit bericht en met name van het feit dat hij kennelijk zo dicht bij mij in de buurt was geweest en nog steeds was. Uit het bericht blijkt dat hij drie keer bij mij aan de deur is geweest. Ik voel mij niet meer veilig in mijn eigen woning en ben nu genoodzaakt om de deuren op slot te doen en, als ik naar buiten ga, om goed om mij heen te kijken of hij niet ergens verdekt staat opgesteld. Ook het bellen vind ik bedreigend. Later die middag vond ik in mijn brievenbus een foto. De foto betrof een man met een eng masker op die stiekem vanachter een kolom staat te gluren. Op de achterzijde staat de volgende tekst: '(...) We'd better talk! Mevrouw uw valse aangifte kan u duizenden euro's kosten. U R Warned'.
Het feit dat deze foto met tekst in de brievenbus bij mijn woning lag geeft duidelijk aan dat hij inderdaad bij mijn woning is geweest. Ook vind ik de tekst bedreigend. Hij dwingt mij min of meer contact met hem op te nemen. Op 21 juni 2009 werd ik thuis weer gebeld door [verdachte]. Hij wilde weer praten over [betrokkene 2]. Hij wilde een afspraak regelen. Ook vroeg hij weer om mijn aangifte tegen hem in te trekken. Ook nu waarschuwde hij mij weer voor de financiële gevolgen als ik dit niet zou doen.
2.3
een schriftelijk stuk, zijnde een kopie van een foto (bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen, nr. 2009064824-3). Op de foto staat een man afgebeeld die een masker draagt. Op de achterkant van deze foto staat onder meer te tekst: 'Mevrouw, gisteren en heden kwam ik langs uw deur, 3 keer. Ook telefoneerde ik, 3 keer, en sprak zo even uw voicemail in. Als u dit leest bel of sms me dan. We'd better talk! Mevrouw uw valse aangifte kan u duizenden euro's kosten.
U R Warned'."
2.2.3.
Het Hof heeft ten aanzien van het onder 5 bewezenverklaarde voorts nog het volgende overwogen:
"Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij zich in de periode van 20 juni 2009 tot en met 21 juni 2009 heeft schuldig gemaakt aan belaging van zijn ex-vrouw.
De raadsman van verdachte heeft met betrekking tot dit feit aangevoerd dat niet gesproken kan worden van stelselmatigheid, gelet op de beperkte duur ervan.
Bij de vraag of sprake is van stelselmatigheid dient volgens vaste jurisprudentie te worden gelet op de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen, op de omstandigheden waaronder zij hebben plaats gevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer.
In het onderhavige geval heeft verdachte in een tijdsbestek van één dag zijn ex-vrouw drie maal gebeld (waarbij verdachte eenmaal de voicemail heeft ingesproken), is hij drie keer bij de woning van zijn ex-vrouw langs gaan en heeft hij bij haar een foto in de brievenbus gedaan met daarop aangegeven dat hij driemaal aan de deur is geweest en driemaal heeft gebeld. Voorts onder meer de tekst: "Als u dit leest voor 13.13 uur bel of sms me dan. (...). Het is in [betrokkene 2]'s belang dat je contact met me opneemt. We'd better talk! Mevrouw uw valse aangifte kan u duizenden euro's kosten.
U R Warned." Uit de tekst blijkt dat verdachte wil dat zijn ex-vrouw contact met hem opneemt. Uit de aangifte van zijn ex-vrouw blijkt dat verdachte door zijn handelen een inbreuk heeft gemaakt op haar persoonlijke levenssfeer.
Het hof is van oordeel dat gezien de indringendheid van de teksten en de wijze waarop en de frequentie waarmee verdachte op die dag contact heeft gezocht met zijn ex-vrouw, gesproken kan worden van belaging. Verdachte was sinds 8 november 2008 op de hoogte van het feit dat zijn ex-vrouw geen contact met hem wenste. Desondanks heeft hij haar gedurende genoemde korte periode veelvuldig en op zeer indringende wijze lastig gevallen met de bedoeling om tegen haar uitdrukkelijke wens in contact te krijgen met zijn ex-vrouw."
2.3.
In aanmerking genomen hetgeen de bewijsvoering inhoudt omtrent de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van [betrokkene 1] is het oordeel van het Hof dat sprake is van 'stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer' als bedoeld in art. 285b Sr niet zonder meer begrijpelijk. De bewezenverklaring is in dat opzicht ontoereikend gemotiveerd. Het middel klaagt daarover terecht.

3.Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat de overige middelen geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 5 tenlastegelegde en de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, standplaats Leeuwarden;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
11 maart 2014.