ECLI:NL:HR:2014:474

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 maart 2014
Publicatiedatum
4 maart 2014
Zaaknummer
12/01550
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof Arnhem in strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 12 maart 2012 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1973, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. S.T. van Berge Henegouwen. In de schriftelijke middelen van cassatie die zijn ingediend, zijn verschillende argumenten naar voren gebracht. De Advocaat-Generaal, F.W. Bleichrodt, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat betekent dat hij van mening is dat de eerdere uitspraak van het Gerechtshof in stand moet blijven.

De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Volgens artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) is er geen verdere motivering nodig, omdat de ingediende middelen niet leiden tot rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de ontwikkeling van het recht. Dit betekent dat de Hoge Raad de argumenten van de verdachte niet overtuigend genoeg vond om de eerdere uitspraak van het Gerechtshof te herzien.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 4 maart 2014 het beroep verworpen. Het arrest is gewezen door vice-president W.A.M. van Schendel, met medewerking van de raadsheren W.F. Groos en Y. Buruma. De uitspraak vond plaats in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart. Het is vermeldenswaard dat mr. Groos niet in staat was om het arrest te ondertekenen, wat een gebruikelijke procedure is in dergelijke gevallen.

Uitspraak

4 maart 2014
Strafkamer
nr. 12/01550
Hoge raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, zitting houdende te Leeuwarden, van 12 maart 2012, nummer 24/003224-09, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. S.T. van Berge Henegouwen, advocaat te Maastricht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren W.F. Groos en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
4 maart 2014.
Mr. Groos is buiten staat dit arrest te ondertekenen.