ECLI:NL:HR:2014:414

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 februari 2014
Publicatiedatum
21 februari 2014
Zaaknummer
12/05078
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van een overeenkomst wegens geestelijke stoornis en stelplicht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 februari 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. M.J. van Basten Batenburg, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Leeuwarden. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Assen en betrof de vraag of een overeenkomst vernietigd kon worden wegens een geestelijke stoornis van de eiseres. De verweerder, vertegenwoordigd door mr. A.H. Vermeulen en mr. A.H.H. Vermeulen, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten van de eiseres niet tot cassatie konden leiden. Dit was in overeenstemming met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat er geen nadere motivering nodig was omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de kosten van het geding in cassatie gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Deze uitspraak is van belang voor de rechtsontwikkeling met betrekking tot de stelplicht in zaken waarin geestelijke stoornissen een rol spelen.

Uitspraak

21 februari 2014
Eerste Kamer
nr. 12/05078
EV/LH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. M.J. van Basten Batenburg,
t e g e n
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaten: mr. A.H. Vermeulen en mr. A.H.H. Vermeulen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerder].

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 71646/HA ZA 09-126 van de rechtbank Assen van 6 mei 2009 en 27 januari 2010;
b. het arrest in de zaak 200.059.461/01 van het gerechtshof te Leeuwarden van 17 juli 2012.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor [verweerder] toegelicht door zijn advocaten.
De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het beroep.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
compenseert de kosten van het geding in cassatie aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
21 februari 2014.