Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 30 maart 2012 houdt onder meer in:
"Aangezien de verdachte de Nederlandse taal niet beheerst, vindt het onderzoek plaats met bijstand van drs. C.E.M. van Lingen, zijnde een in het register als bedoeld in artikel 2 van de Wet beëdigde tolken en vertalers ingeschreven tolk in de Engelse taal. Hetgeen ter terechtzitting is gesproken of voorgelezen is door de tolk vertaald.
De voorzitter vermaant de verdachte oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen en deelt hem mede dat hij niet tot antwoorden verplicht is.
De advocaat-generaal draagt de zaak voor.
Op vragen van de voorzitter antwoordt de verdachte
- zakelijk weergegeven -:
Ik verzoek u mij te ontslaan van alle rechtsvervolging. Ik heb geprobeerd naar België en naar Canada te gaan. Ik wist dat ik ongewenst was.
(...)
Op verdere vragen van de voorzitter antwoordt de verdachte - zakelijk weergegeven -:
Ik ben vanuit Kenia naar Nederland gesmokkeld. Iemand heeft mij een paspoort gegeven, dat ik vervolgens heb afgegeven aan iemand in Nederland die daarom verzocht op het moment dat ik in Nederland aankwam.
Toen ik vertrok, heb ik dat paspoort aangeboden op de luchthaven en vervolgens heb ik het in Nederland laten zien aan de douane. Een begeleider heeft het paspoort daarna ingenomen. Ik ben toen naar de politie gegaan. Ik dacht dat ik in Engeland was, maar dat was niet zo. Ik heb gevraagd hoe ik in Engeland kon komen.
De raadsman voert aan - zakelijk weergegeven -:
U voelt aan welke kant het verweer opgaat. Er is sprake van overmacht bij mijn cliënt omdat hij heeft getracht naar Ethiopië te reizen. Nu de feitelijke gang van zaken van zo groot belang blijkt te zijn, ben ik van mening dat een tolk in de moedertaal van mijn cliënt opgeroepen dient te worden.
Mijn cliënt is als AMA in Nederland aangekomen. Een asielaanvraag is mislukt. Hij is zes keer in vreemdelingenbewaring gesteld. Cliënt is naar België gegaan, maar moest weer terug. Ook is hij met een vals paspoort naar Canada gereisd, maar ook dat is mislukt. Verder is mijn cliënt gepresenteerd aan de ambassades van Eritrea en Ethiopië.
Cliënt is geen native speaker in de Engelse taal en het feitelijke relaas is van belang voor de toetsing van de te voeren verweren. Aldus is het van groot belang dat hij zich in zijn eigen taal kan uitdrukken.
Uit een overzicht van de IND blijkt dat cliënt op 11 februari 2001 asiel heeft aangevraagd en dat deze aanvraag een jaar later is afgewezen.
Op vragen van de oudste raadsheer met betrekking tot de geboortedatum van de verdachte antwoordt de verdachte
- zakelijk weergegeven -:
Het klopt dat ik op 20 september 2009 in vreemdelingenbewaring ben gesteld. De geboortedatum die daarbij is opgeschreven, ziet op de Ethiopische kalender.
(...)
Op verdere vragen van de oudste raadsheer antwoordt de verdachte - zakelijk weergegeven -:
lk heb altijd al aangegeven dat ik in 1984 ben geboren. Ik ben in Eindhoven onderzocht en daar zeiden ze dat ik in 1981 ben geboren. Toen ik zei dat ik in 1984 ben geboren, begonnen ze te dreigen.
(...)
De raadsman brengt naar voren - zakelijk weergegeven -:
(...)
Met betrekking tot de tolk in de moedertaal van mijn cliënt, acht ik de oproeping daarvan noodzakelijk indien het hof de verklaringen van cliënt gaat toetsen op geloofwaardigheid. Hij kan zich in het Engels onvoldoende secuur uiten.
Op vragen van de oudste raadsheer antwoordt de verdachte - zakelijk weergegeven -:
Ik kan geen contact opnemen met mensen in Ethiopië omdat ik daar niemand heb. Ik weet niet waar mijn vader is. Hij is overigens niet mijn biologische vader. Ik heb ook twee moeders: de één is overleden en bij de andere ben ik opgegroeid. Ik weet niet waar zij is. Verder heb ik geen familie.
(...)
Op verdere vragen van de oudste raadsheer antwoordt de verdachte - zakelijk weergegeven -:
Mijn vader woont in Eritrea, maar ik weet niet waar. Via het Rode Kruis en de IOM heb ik geprobeerd daar achter te komen.
Ik wilde naar Engeland omdat ik daar iemand ken. De naam kan ik me niet meer herinneren.
Ik slaap nu overal en nergens. Soms slaap ik bij het Leger des Heils. Ik loop wat over straat en ik help wel eens iemand. [a-straat] is mijn postadres. Momenteel zit ik in vreemdelingenbewaring.
Ik heb in België geen andere naam opgegeven. Ook in Nederland heb ik dat niet gedaan.
(...)"