ECLI:NL:HR:2014:3330

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 november 2014
Publicatiedatum
20 november 2014
Zaaknummer
14/04016
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens gebrek aan gronden

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 november 2014 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland. De Rechtbank had op 26 juni 2014 uitspraak gedaan in een verzet tegen een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting over de periode van 7 september 2011 tot en met 6 september 2012. Het beroep in cassatie werd ingediend, maar het beroepschrift bevatte niet de benodigde gronden van het beroep.

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende in de gelegenheid gesteld om het verzuim te herstellen door middel van aangetekende brieven op 25 augustus 2014 en 2 oktober 2014. Deze brieven zijn volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgehaald, maar belanghebbende heeft geen gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid om het verzuim te herstellen.

De Hoge Raad heeft vervolgens geoordeeld dat, nu herstel van het verzuim niet heeft plaatsgevonden, het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard moet worden op basis van artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.

De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken en is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig. Dit arrest benadrukt het belang van het indienen van een volledig beroepschrift in cassatie, inclusief de gronden van het beroep.

Uitspraak

21 november 2014
Nr. 14/04016
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Rechtbank Noord-Hollandvan 26 juni 2014, nr. HAA 13/4064, op het verzet van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting over de periode 7 september 2011 tot en met 6 september 2012.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Het beroepschrift in cassatie bevat niet de gronden van het beroep.
Bij aangetekende brieven van 25 augustus 2014 en 2 oktober 2014, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL zijn afgehaald op de afhaallocatie, heeft de griffier van de Hoge Raad belanghebbende in de gelegenheid gesteld dat verzuim te herstellen. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Nu herstel van het verzuim niet heeft plaatsgevonden, zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2014.