Uitspraak
1.Geding in cassatie
2 Beoordeling van het eerste middel
3.Slotsom
4.Beslissing
18 november 2014.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van een verdachte tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gedateerd 20 september 2013. De verdachte, geboren in 1975, was niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. De advocaat van de verdachte, mr. J.M. Stad, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die zijn opgenomen in de aan het arrest gehechte schriftuur. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het middel, dat klaagt over de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep, terecht is voorgesteld. De gronden die in de conclusie van de Advocaat-Generaal zijn vermeld, zijn door de Hoge Raad overgenomen. Dit leidde tot de conclusie dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven. Het tweede middel behoeft geen bespreking, omdat de Hoge Raad heeft besloten de bestreden uitspraak te vernietigen.
De beslissing van de Hoge Raad is op 18 november 2014 uitgesproken. De zaak is terugverwezen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, waar de zaak opnieuw zal worden berecht en afgedaan. Dit arrest is gewezen door de raadsheer H.A.G. Splinter-van Kan als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in aanwezigheid van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg.