Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. De verklaring van de verdachte.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 11 juli 2013 verklaard - zakelijk weergegeven -:
Ik blijf bij mijn verklaring zoals ik die heb afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 22 augustus 2012. U houdt mij de verklaring van [betrokkene 1] voor. Het is juist dat ik in de middag van 10 februari 2012 al bij haar thuis ben geweest.
Het klopt dat ik op 10 februari 2012 samen met [betrokkene 1] naar Alphen aan den Rijn ben gereden.
Ik heb al heel lang een relatie met [betrokkene 2]. Het enige dat ik tegen [betrokkene 2] heb gezegd is dat [betrokkene 1] mij een paar keer heeft gevraagd om mee te helpen met het beroven van haar tante en dat ik hiervoor € 5.000,00 zou krijgen. [betrokkene 2] heeft mij hier een paar keer over horen praten met [betrokkene 1] en ik heb het haar verteld. Ik heb tegen [betrokkene 1] gezegd dat ik de gestolen spullen voor haar zou kunnen verkopen. [betrokkene 1] had het op 10 februari 2012 met [betrokkene 3] over GHB en als ik mee zou doen zou ik € 5.000,00 krijgen.
2. De verklaring van de verdachte.
De verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg van 22 augustus 2012 verklaard - zakelijk weergegeven -:
Ik ging op 10 februari 2012 naar medeverdachte [betrokkene 1]. Zij moest naar Alphen aan den Rijn om daar iets te doen. In Alphen aan den Rijn is [betrokkene 1] uit de auto gestapt en is zij anderhalf uur weggebleven. Toen [betrokkene 1] terug kwam had zij twee grote tassen bij zich die zij in de achterbak stopte. Wij zijn vervolgens met de auto naar Hazerswoude-Rijndijk gereden. Eerder die middag ben ik ook kort bij [betrokkene 1] geweest. [betrokkene 3] was toen ook bij [betrokkene 1].
3. Een proces-verbaal van aangifte d.d. 11 februari 2012 van de politie Hollands Midden met nr. PL1633 2012022064-1. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 33 - 42):
als de op 11 februari 2012 afgelegde verklaring van [slachtoffer]:
Ik doe aangifte van diefstal met geweld. Er is diefstal gepleegd van goederen die mij geheel in eigendom toebehoren. Op 10 februari 2012 kwam omstreeks 20.15 uur mijn nichtje langs bij mijn woning aan de [a-straat 1] te Alphen aan den Rijn. Mijn nichtje heet [betrokkene 1].
Ze was op 31 januari 2012 ook al bij mij geweest. [betrokkene 1] zei toen: 'dat is een mooie klok'. Ze bedoelde daarmee een Friese staartklok die aan de muur hing. De klok is antiek. Daarna wees ik [betrokkene 1] een andere klok aan, een Engels tafelklokje. [betrokkene 1] had interesse in de klokken. Ik vertelde haar toen dat ik sieraden verstopt had in huis om te voorkomen dat ze gestolen zouden worden. Ik vertelde [betrokkene 1] dat ik sieraden in schoenendozen had verstopt.
Gisteravond, op 10 februari 2012 om 20.15 uur, kwam [betrokkene 1] weer langs. Ik ben naar de keuken gelopen om water te koken. Ze kwam naar de keuken en ik maakte thee. Ze nam de glazen thee mee naar de woonkamer. Ik pakte ondertussen biscuit uit een trommel. [betrokkene 1] had de glazen voor ons op tafel gezet. Toen vroeg [betrokkene 1] om suiker. Dit ben ik gaan halen in de keuken. [betrokkene 1] bemoeide zich met mijn thee. Op een gegeven moment ben ik van mijn thee gaan drinken. Vanaf de eerste slok viel het mij op dat mijn thee erg zoet was. Ik heb meerdere malen tegen [betrokkene 1] gezegd dat ik vond dat mijn thee raar smaakte en zoet. Ik wees ook naar mijn laptop die op de eettafel stond. Toen ik mijn thee op had zei [betrokkene 1] dat ik er moe uit zag. Dit is het laatste dat ik mij kan herinneren. Ik heb geen afscheid van [betrokkene 1] genomen, ik heb haar niet de deur uitgelaten. Om 02.30 uur werd ik wakker terwijl ik op de bank lag. Ik voelde dat ik nat was op mijn hoofd, op mijn rug en mijn benen. Ik had kennelijk hevig getranspireerd. Terwijl ik op de bank zat bij te komen voelde ik dat ik over moest geven. Ik zag toen vrij snel dat de Friese staartklok weg was. Ik trilde en ik was ontzettend misselijk. Ik ben toen rond gaan kijken en zag dat mijn laptop was weggenomen en het Engelse klokje. Daarna ben ik naar mijn slaapkamer gegaan. Ik zag dat mijn sieradendoos op mijn bed lag en dat de gitketting die van mijn moeder is geweest weg was. Dit zijn kralen van granaat. Uit een ander sieradendoosje miste ik mijn vergulde slavenarmband. Ik ben toen gaan kijken in een schoenendoos waar ik een grote schakelarmband bewaarde. Ik keek in de doos en zag dat de armband weg was.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
4. Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 27 februari 2012 van de politie Hollands Midden, onderzoek 162Asbalk. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 178 - 188):
als de op 27 februari 2012 afgelegde verklaring van [betrokkene 1]:
Op 10 februari 2012 kwam [betrokkene 3] bij mij. Dat was omstreeks 12.00 uur. Toen kwam [verdachte] (het hof begrijpt: [verdachte]) ook binnen.
5. Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 28 februari 2012 van de politie Hollands Midden, onderzoek 162Asbalk. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 189 - 201):
als de op 28 februari 2012 afgelegde verklaring van [betrokkene 1]:
Ik ben tussen 20.00 en 20.30 uur met [verdachte] naar mijn tante in Alphen aan den Rijn gereden. Ik ben toen de woning van mijn tante binnengegaan en [verdachte] zat in de auto. Ik heb vervolgens een theelepel van het spul in haar thee gegooid. Mijn tante was een soort van slaperig.
6. Het proces-verbaal van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank 's-Gravenhage van 4 juli 2012. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als de op 4 juli 2012 tegenover deze rechter-commissaris afgelegde verklaring van [betrokkene 2]:
U houdt mij voor dat ik bij de politie heb verklaard dat [betrokkene 1] had gezegd dat als [verdachte] zou meehelpen, hij de helft van de buit zou krijgen. [verdachte] zei tegen mij dat [betrokkene 1] dat tegen hem had gezegd.
U vraagt mij of het waar is dat [verdachte] tegen mij heeft gezegd dat hij uiteindelijk heeft besloten om het wel te doen. Ja, dat heeft hij gezegd. Hij zei dat hij met haar mee naar Alphen zou gaan.
Ik wist dat er een plan was toen ik [verdachte] kwam ophalen. Ik kwam bij [betrokkene 1] naar binnen en ik riep dat hij mee naar huis moest gaan. [verdachte] ging mee naar huis en toen hoorde ik dat ze aan hem had gevraagd om mee te helpen om de spullen uit het huis te halen.
[verdachte] zei tegen mij dat er GHB in het drankje zou gedaan worden. Hij zei dat [betrokkene 1] aan hem had gevraagd hoe ze dat moest doen. [verdachte] zei dat [betrokkene 1] Luuk had gevraagd om die tante te gaan beroven en [verdachte] zei dat Luuk bang was en is weggegaan. [verdachte] heeft toen tegen mij gezegd dat [betrokkene 1] het ook aan hem had gevraagd. Hij vond het geen goed plan, maar hij is toch meegegaan naar Alphen.
[verdachte] had tegen mij gezegd dat ze over het plan gesproken hadden bij [betrokkene 1] thuis. Ze hebben met z'n drieën erover gepraat. Dat heb ik van [verdachte] gehoord. Ik weet niet of [betrokkene 3] ook mee zou doen.
[verdachte] heeft alleen gezegd dat hij het wel zou gaan doen. Het ging toen om die tante. Hij heeft ook gezegd dat hij in de auto heeft gewacht. Hij zei dat hij met [betrokkene 1] eventjes naar Alphen aan den Rijn was geweest. Hij zei dat hij in de auto was gebleven en dat hij [betrokkene 1] met zoveel spullen naar buiten zag komen. Hij zei ook dat het bij de tante van [betrokkene 1] was in Alphen aan den Rijn.
Ik was thuis en [verdachte] was thuis. [betrokkene 1] belde [verdachte] op en vroeg aan [verdachte] hoe dat spul heette. Ik was bij dat gesprek. [verdachte] heeft gezegd dat het GHB heette. Hij nam de telefoon op en zei: 'Hee [betrokkene 1]'. Daarom wist ik dat hij haar aan de telefoon had. Ik vroeg aan [verdachte] wat GHB was. Hij legde mij uit wat GHB voor drugs was.
7. Een proces-verbaal d.d. 1 maart 2012 van de politie Hollands Midden, proces-verbaalnummer 2012022064, onderzoek 162Asbalk. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 208 - 212):
als de op 1 maart 2012 afgelegde verklaring van [betrokkene 4]:
In de eerste week van januari 2012 heeft [betrokkene 1] aan mij gevraagd of ik haar wilde helpen met een idee wat ze had. Ze vertelde dat ze een tante in Alphen had die goud had en dat ze dat een keer wilde stelen. Ze vertelde mij dat ze haar tante wilde verdoven of laten slapen zodat ze ongemerkt dat goud kon meenemen. Als ik dan weer eens bij [betrokkene 1] was dan begon ze er over. Ze vroeg mij of ik slaappillen voor haar kon regelen. Ik was dat nooit van plan. Uiteindelijk heb ik tegen haar gezegd dat het mij niet lukte.
8. Het proces-verbaal van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank 's-Gravenhage van 13 augustus 2012. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als de op 13 augustus 2012 tegenover deze rechter-commissaris afgelegde verklaring van [betrokkene 3]:
U houdt mij voor dat [betrokkene 1] heeft verklaard dat ik op 10 februari 2012 bij haar was toen [verdachte] binnen kwam. Dan is dat die dag geweest. Hij kwam binnen en stelde zich voor. Zij zaten te discussiëren dat zij die avond 'dat ding' moesten doen. Ze deden zenuwachtig die dag. De manier waarop zij het zei gaf mij het gevoel dat het om iets crimineels ging.
9. Een geschrift, zijnde een Aanvraag ten behoeve van toxicologisch onderzoek van bloed, d.d. 11 februari 2012, opgemaakt en ondertekend door D.J.M.H. Bavelaar, arts. Het houdt onder meer in - zakelijk weergegeven- (dossierpagina 45 - 46):
Analyse TAAI5849NL
Naam: [slachtoffer]
Gegevens bloedgever
Naam bloedgever: [slachtoffer]
Adres bloedgever: [a-straat 1]
Postcode en woonplaats: [woonplaats]
Geboortedatum: [geboortedatum]-1938
Ondergetekende, arts, verklaart heden op de voorgeschreven wijze van nevenstaande persoon om 07.13 uur bloed te hebben afgenomen en verklaart voor het hierna volgende onderzoek te hebben verricht.
Naam: D.J.M.H. Bavelaar
Datum: 11-02-2012
Plaats: Alphen aan den Rijn
Er is ook urine afgenomen. Zegelnummer AACM1349NL.
10. Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag, zaaknummer 2012.02.16.277, d.d. 6 maart 2012, opgemaakt en ondertekend door de deskundige dr. K.J. Lusthof, toxicoloog ERT, NFI-deskundige forensische toxicologie. Dit rapport houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (dossierpagina 265 - 271):
als relaas van deze deskundige:
Toxicologisch onderzoek in lichaamsmateriaal van [slachtoffer]
5 Resultaten
De resultaten van het toxicologisch onderzoek in het bloed en de urine van [slachtoffer] staan in tabel 2.
Tabel 2 Resultaten onderzoek in het bloed en de urine van [slachtoffer]
Stof Stof(groep) Onderzocht materiaal Resultaat
GHB Overig Urine [AACM1349NL] Ongeveer 300 mg/l
Minder dan 5 mg/l
Bloed [TAAI5849NL]
6 Interpretatie van resultaten
GHB (gamma-hydroxyboterzuur) is een stof met vergelijkbare effecten als alcohol.
De eerste effecten GHB zijn meestal binnen 15 minuten na inname/toediening merkbaar. GHB wordt snel uit het lichaam verwijderd.
In de urine van [slachtoffer] is een GHB concentratie gemeten die past bij inname of toediening van GHB.
7 Conclusie
1 In het bloed en/of de urine van [slachtoffer] zijn aangetoond: GHB. De gemeten concentratie van GHB in de urine past bij inname of toediening van GHB. GHB kan leiden tot versuffing en slaap."