2.2.Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van verdachte (als bijlage op pagina 74 e.v. van het proces-verbaal) voor zover inhoudende
- zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2]:
Op maandag 11 februari 2008, verhoorden wij, beiden sociaal rechercheur, bij de directie Inwoners, afdeling Zorg en Inkomen, bureau Handhaving van de gemeente Nijmegen als verdachte een vrouw die ons, daarnaar gevraagd, volledig opgaf te zijn genaamd:
Naam : [verdachte]
Voornamen : [voornamen verdachte]
Geboren op : [geboortedatum] 1973
Geboren te : [geboorteplaats]
Ingeschreven te : Nijmegen, [a-straat] 14
2. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van verdachte (als bijlage op pagina 74 e.v. van het proces-verhaal) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van verdachte:
U heeft mij zojuist uitgelegd dat u beiden van de sociale recherche bent.
Ik heb van u begrepen dat u mij wenst te verhoren over mijn woonsituatie gedurende mijn uitkeringsperiode van 1 juni 1995 tot en met heden. Ik ontvang inderdaad een uitkering in de door u genoemde periode. Vanaf het moment dat ik de uitkering ontving van de sociale dienst wist ik mijn rechten en plichten omtrent de uitkering. Dit was mij duidelijk verteld bij het aanvragen van een uitkering. U confronteert mij nu met het feit dat ik gedurende mijn uitkeringsperiode mijn feitelijke woonsituatie niet heb doorgegeven aan de sociale dienst en concreet dat ik zou samenwonen met [betrokkene 1]. Hierover kan ik u het volgende verklaren. Voordat ik op de [a-straat] 14 te Nijmegen kwam te wonen heb ik op de [b-straat] 1139 te Nijmegen gewoond.
[betrokkene 1] woonde toen naast mij op nummer 1141. In het begin kwam [betrokkene 1] regelmatig wat lenen en wij kwamen op een gegeven moment steeds vaker bij elkaar. Op een gegeven moment sliepen wij ook met elkaar. Hieruit is onze oudste zoon geboren op 10 december 2003. Medio februari 2005 zijn we verhuisd naar de [a-straat] 14 te Nijmegen. Op 21 februari 2006 is ons tweede kindje geboren. U zegt mij dat de werkgever van [betrokkene 1] tegenover u heeft verklaard dat hij als adressen heeft opgegeven de [b-straat] 1139 en de [a-straat] 14 te Nijmegen. Dit zou wel kunnen kloppen en dat heeft [betrokkene 1] ook tegen mij gezegd. U zegt mij dat u mensen in mijn directe woonomgeving hebt gesproken en dat die mensen onafhankelijk van elkaar, tegenover u hebben verklaard dat op het adres [a-straat] 14 te Nijmegen een gezin, van Surinaamse afkomst, sinds enkele jaren woonachtig is, bestaande uit een man, vrouw en twee kinderen en dat de vrouw zwanger is van het derde kindje. Dit kan inderdaad wel kloppen. Verder zegt u mij dat u de mensen ook twee foto's heeft getoond van
[betrokkene 1] en mij en dat de mensen de personen op die foto's voor 100% herkennen als de bewoners van de [a-straat] 14 te Nijmegen. Ook dit kan inderdaad wel kloppen. [betrokkene 1] is bijna dagelijks, gemiddeld drie á vier dagen doordeweeks bij mij en slaapt dan bij mij. Verder is hij in de weekenden ook altijd bij mij.
[betrokkene 1] komt met regelmaat bij mij en onze kinderen. Ik kan ook wel begrijpen dat mensen in de [a-straat] verklaren dat wij samenwonen op huisnummer 14. Ik begrijp nu wel dat ik de schijn tegen heb omtrent het gegeven dat ik zou samenwonen met [betrokkene 1] en onze kinderen. lk kreeg gedurende mijn uitkeringsperiode zogenaamde inkomstenverklaringen toegestuurd met een aantal vragen die ik moest beantwoorden en onder andere betrekking hadden op de voorbeelden die ik hiervoor genoemd heb. Deze formulieren moest ik altijd volledig naar waarheid invullen en ondertekenen en als echt en onvervalst terugsturen naar de sociale dienst. Aan de hand van deze formulieren kon de sociale dienst dan bepalen of ik nog recht had op een uitkering alsmede de hoogte daarvan. Samengevat wist ik dus wel wat mijn rechten en ook plichten waren met betrekking tot de uitkering die ik van de sociale dienst van de gemeente Nijmegen ontving. U toont mij thans een hoeveelheid inkomstenverklaringen en statusformulieren over de periode van januari 2000 tot en met februari 2008. Ik herken deze formulieren aan de hand van de invulling en de ondertekening. Deze formulieren zijn allemaal door mij ingevuld en ondertekend teruggestuurd naar de sociale dienst.
3. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van getuige (als bijlage op pagina 59 van het proces-verhaal) voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven - als verklaring van [getuige 1]:
U vraagt mij naar een man genaamd [betrokkene 1] en u toont mij hierbij een foto van een man. Ik herken de man op de foto voor 100% als [betrokkene 1] die hier bij Fortapack in de ploegendienst werkzaam is. Ik ben zijn direct leidinggevende. Ik weet dat wanneer hij zich ziek meldt, hij diverse adressen hanteert. Van [betrokkene 2], personeelschef en hier ook aanwezig, hoor ik de adressen [b-straat] 1139 en [a-straat] 14.
4. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van medeverdachte (als bijlage op pagina 187 e.v. van het proces-verbaal) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [betrokkene 1]:
Begin 2005 kreeg [verdachte] een woning toegewezen aan de [a-straat] 14 te Nijmegen. Vanaf die tijd slaap ik ook regelmatig bij [verdachte]. Soms drie á vier keer per week, soms ook wat korter soms wat vaker. Ik ben inderdaad regelmatig bij [verdachte] en onze kinderen en ook blijf ik gemiddeld drie á vier keer in de week slapen. Ik ben inderdaad vaak in de weekenden bij haar en slaap er ook wel eens. U laat mij de verklaring lezen die is afgegeven bij Fortapack te Nijmegen door mijn leidinggevende. Wat hij heeft verklaard klopt allemaal.
5. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van getuige (als bijlage op pagina 66 van het proces-verbaal) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [getuige 2]:
U vraagt mij naar de woonsituatie op het adres [a-straat] 14 te Nijmegen. Mijn man en ik wonen hier al 39 jaar en zijn overdag en 's avonds regelmatig thuis. Zo weet ik dat op huisnummer 14 Surinaamse mensen wonen. Dit is een gezin bestaande uit een man, vrouw en twee kleine kinderen. De vrouw is zwanger van het derde kind. U toont mij een foto van een man en een vrouw. Dit zijn de mensen van huisnummer 14.
6. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van getuige (als bijlage op pagina 68 van het proces-verbaal) voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven - als verklaring van [getuige 3]:
U vraagt mij naar de woonsituatie op het adres [a-straat] 14 te Nijmegen. Ik woon hier vanaf 1964 en ik ben overdag en 's avonds vaak thuis. [a-straat] 14 is de woning direct naast die van mij. Daar woont sinds een paar jaar een gezin bestaande uit een man, vrouw en twee kleine kinderen. De vrouw verwacht volgende maand hun derde kind. Ze wonen als gezin hiernaast op huisnummer 14 tot op de dag van vandaag. U heeft mij twee foto's getoond van een man en een vrouw. lk herken beiden voor 100% als mijn buren van huisnummer 14.
7. Een schriftelijk bescheid als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder J van het Wetboek van Strafvordering, te weten een toekenningbeschikking van 13 juni 1995 van de unitleider wijkunit 4 [betrokkene 3] van de Gemeente Nijmegen onder andere inhoudende:
Hierbij deel ik u mede, dat u ingaande 01-06-1995 een uitkering ingevolge de Rijksgroepsregeling werkloze werknemers is toegekend.
Aan deze uitkering is met toepassing van artikel 30 lid 2 van de Algemene bijstandswet en artikel 9 van de Rijksgroepsregeling werkloze werknemers de verplichting verbonden dat u:
- van al datgene wat van belang is voor de verlening van bijstand of voortzetting van de verleende bijstand mededeling doet. Zo mogelijk onder overlegging van bewijsstukken;
- wijzigingen in uw financiële, woon - en gezinssituatie meteen doorgeeft.
De bijstand zal worden teruggevorderd indien deze door uw eigen toedoen ten onrechte of tot een te hoog bedrag is betaald danwel indien blijkt dat achteraf andere inkomsten en/of middelen voor hetzelfde doel door u zijn ontvangen.
Tevens is aan de uitkering de voorwaarde verbonden dat u zo spoedig mogelijk het huurcontract van de door u bewoonde woning op uw naam laat stellen en maatregelen treft voor scheiding en deling van de boedel waarin u deelgerechtigd bent.
8. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van aangifte (als bijlage op pagina 197 van het proces-verbaal) voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven - als verklaring [betrokkene 4], hoofd van Bureau Handhaving, afdeling Zorg en Inkomen van de directie Inwoners te Nijmegen:
Verdachte [verdachte] ontving, gedurende de periode 1 juni 1995 tot 1 februari 2008, een uitkering op basis van de Wet werk en bijstand. Na toekenning van de uitkering, mede op grond van de door [verdachte] verstrekte gegevens, onder meer op voornoemde formulieren, ontving verdachte [verdachte] statusformulieren en mutatieformulieren. Aan de hand van de door [verdachte] verrichte invullingen op de statusformulieren en mutatieformulieren, werd door de directie Inwoners van de gemeente Nijmegen bepaald of het recht op voortzetting van de uitkering bleef bestaan. Kennisnemende van de inhoud van het door u ingestelde onderzoek verklaar ik dat door verdachte [verdachte] niet de juiste inlichtingen zijn verstrekt.
[verdachte] verzweeg namelijk voor de gemeente Nijmegen, gedurende de uitkeringsperiode van 1 maart 2005 tot 1 feburari 2008, kennelijk opzettelijk dat zij feitelijk samenwoonde met [betrokkene 1] op het adres [a-straat] 14 te Nijmegen."