ECLI:NL:HR:2014:3140

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 november 2014
Publicatiedatum
11 november 2014
Zaaknummer
13/01999
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafrechtelijke beoordeling van grooming en de vereisten voor strafbaarheid

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 november 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte werd beschuldigd van grooming, zoals omschreven in artikel 248e van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad oordeelde dat voor de strafbaarheid van grooming niet alleen een voorstel voor een ontmoeting vereist is, maar ook dat de verdachte enige handeling onderneemt die gericht is op het verwezenlijken van die ontmoeting. Het Hof had vastgesteld dat de verdachte herhaaldelijk had aangedrongen op een ontmoeting met het slachtoffer, een minderjarig meisje, en daarbij concrete voorstellen had gedaan voor tijd en plaats. De verdachte had ook zijn telefoonnummer gegeven, wat als druk op het slachtoffer werd gezien om de ontmoeting te realiseren. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het Hof dat aan de vereisten voor strafbaarheid was voldaan, en dat de handelingen van de verdachte niet alleen een voorstel voor een ontmoeting inhielden, maar ook concrete stappen om deze te realiseren. De Hoge Raad vernietigde echter de opgelegde gevangenisstraf vanwege een overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase, en verminderde de straf tot veertien maanden en twee weken, waarvan zeven maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bescherming van minderjarigen tegen seksuele uitbuiting en de rol van de wetgeving in het bestrijden van grooming.

Uitspraak

11 november 2014
Strafkamer
nr. 13/01999
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 27 februari 2013, nummer 20/000086-12, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch om de zaak opnieuw te berechten.

2.Beoordeling van het eerste middel

2.1.
Het middel klaagt dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de verdachte enige handeling heeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van een ontmoeting als bedoeld in art. 248e Sr dan wel dat dit oordeel onbegrijpelijk is. Daartoe is betoogd dat het in art. 248e Sr voorkomende begrip handeling gericht op het verwezenlijken van een ontmoeting ziet op een uitvoeringshandeling, gericht op het realiseren van een voorgestelde ontmoeting.
2.2.1.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
"hij in de periode van 1 september 2010 tot en met
20 juni 2011 in Nederland, door middel van een geautomatisee d werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst met een persoon van wie hij, verdachte, weet dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, te weten [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 1999, ontmoetingen heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen (gemeenschap) met [slachtoffer] te plegen, terwijl hij, verdachte, daarbij enige handeling heeft ondernomen gelet op het verwezenlijken van die ontmoeting, immers heeft hij, verdachte, [slachtoffer] concrete voorstellen gedaan wat betreft tijd en/of plaats (het bos en winkelcentrum Woensel) van die ontmoeting."
2.2.2.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. de aangifte van [betrokkene 1], voor zover inhoudende als verklaring van deze [betrokkene 1]
d.d. 19 april 2011:
Ik ben de moeder van de 11-jarige [slachtoffer]. In september 2010 bemerkte ik dat mijn dochter [slachtoffer], via het internet, aan het chatten was met een jongen, die [verdachte] heette. In oktober 2010 heeft [slachtoffer] tegen mij verteld dat die jongen 20 jaar oud was. Ook hoorde ik dat die [verdachte] nu in Eindhoven woonde. Ik heb toen op het hyves-account van die [verdachte] gekeken en hier stond hij met een foto op.
Op 8 april 2011 zat [slachtoffer] achter de computer. Toen zij weg was heb ik haar g-mail nagekeken. Ik las toen de geschiedenis door van [slachtoffer], dat is [emailadres]@.live.nl.
Zij was toen bezig geweest met chatten met die [verdachte]. Ook las ik toen dat die [verdachte] persoonlijke afspraakje probeerde te maken met [slachtoffer]. Ook las ik dat die [verdachte] probeerde om seks te hebben met [slachtoffer].
De volgende dag, 9 april 2011, heb ik [slachtoffer] met mijn bevindingen geconfronteerd.
[slachtoffer] vertelde tegen mij dat zij op aandringen van die [verdachte] al haar msn-berichten moest wissen en ook bleek later dat hij hierom vroeg via een sms-berichtje op de zwarte GSM van [slachtoffer].
Ik heb de bewaarde smsjes en de bewaarde chatmails ook daadwerkelijk gezien op de computer thuis en op de oranje en zwarte GSM. Ik kon hieruit opmaken dat [verdachte] maar aan bleef dringen op een snelle ontmoeting en het hebben van seks.
Ik las de chatgesprekken tussen [slachtoffer] en [verdachte]. Ik heb gelezen dat die [verdachte] om naaktfoto's van [slachtoffer] vroeg.
[slachtoffer] is een normaal meisje dat nog op de basisschool zit, in groep 8. [slachtoffer] is licht autistisch (pddnos). Zij neemt wel bepaalde dingen van mij aan, maar zij begrijpt niet waarom zij dat aanneemt. Zij is heel erg naïef en kwetsbaar.
Ik weet dat [verdachte] nog steeds contact wil met [slachtoffer]. Eergisteren zei [slachtoffer] tegen mij dat zij op het chatprogramma E-buddy zat en dat [verdachte] toen weer aan haar vroeg om contact te maken.
2. een akte van geboorte, opgemaakt te Eindhoven op 15 juli 1999 door de ambtenaar van de burgerlijke stand, voor zover inhoudende:
kind:
geslachtsnaam: [achternaam slachtoffer]
voornamen: [voornamen slachtoffer]
dag van geboorte: [geboortedatum] 1999.
3. een studioverhoor, voor zover inhoudende als relaas van de verbalisanten:
Op 10 mei 2011 vond het studioverhoor van [slachtoffer], wonende te Eindhoven, plaats. Het onderstaande is een samenvatting van de verklaring die [slachtoffer] in de verhoorstudio aflegde.
Op de vraag aan [slachtoffer] wie [verdachte] is, verklaarde [slachtoffer] dat hij een man is en 20 jaar oud is. Zij heeft hem een keer aan de telefoon gesproken. [slachtoffer] verklaarde dat [verdachte] in Eindhoven woont.
[slachtoffer] verklaarde dat zij op Hyves met [verdachte] in contact is gekomen. Zij had hem toegevoegd aan Hyves. Zij verklaarde verder dat zij hem moest verwijderen. Dat dat van hem moest. Dat zij ook op een site genaamd E-buddy zat. Dat [verdachte] had gezegd dat ze op E-buddy verder zouden praten en dat de reden hiervan was dat anderen dan hun gesprekken niet konden zien. [slachtoffer] verklaarde verder dat zij ook via MSN en via de telefoon (ook sms) contact met [verdachte] had.
Aan [slachtoffer] werd gevraagd wat [verdachte] van haar weet. [slachtoffer] verklaarde dat ze tegen [verdachte] heeft verteld dat ze elf jaar oud is. Dat ze in Eindhoven in de wijk Woensel woont. [slachtoffer] verklaarde verder dat [verdachte] aan haar voorstelde om in het winkelcentrum Woensel met elkaar af te spreken. [slachtoffer] verklaarde dat [verdachte] elke keer als zij met elkaar contact hadden hij met haar wilde afspreken, dat hij dit elke keer aan haar vroeg. [slachtoffer] heeft een keer aan [verdachte] verteld dat ze was gaan wandelen in het bos. Nadat zij dit tegen hem had verteld vroeg [verdachte] telkens aan haar om in het bos af te spreken.
[slachtoffer] gaf meerdere keren aan dat ze al haar problemen tegen hem vertelde.
Desgevraagd verklaarde [slachtoffer] dat [verdachte] om foto's van haar heeft gevraagd. Dat hij ook om foto's van haar zonder of met minder kleren heeft gevraagd. Dat [verdachte] tegen haar zei dat ze mooi en lief was.
[verdachte] heeft tegen [slachtoffer] verteld dat hij met een meisje had genaamd [betrokkene 2] van 12 jaar oud en een ander meisje van 13 jaar oud seks heeft gehad en dat zij zich geen zorgen hoeft te maken.
[verdachte] heeft tegen [slachtoffer] gezegd dat hij haar eerste wil zijn en dat dit niet raar is.
Ze vond dat [verdachte] snel over seks begon te praten met haar.
Een paar dagen geleden heeft [verdachte] nog contact met haar gezocht.
4. het relaas van de verbalisant omtrent de aanhouding van de verdachte, voor zover inhoudende:
Op 21 juni 2011 hield ik te Eindhoven aan als verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984,
wonende te [woonplaats].
4. het relaas van bevindingen van de verbalisant [verbalisant 1]:
Vanaf 12 april 2011 tot en met 12 juni 2011 werden vanaf de e-mail adressen [emailadres] at gmail.com en [emailadres] at gmail.com diverse oudere berichten door gestuurd.
Ik bekeek de berichten en ik zag ondermeer dat deze e-mails onder meer als inhoud hadden:
-chatberichten tussen [slachtoffer] ([emailadres] at gmail.com) met [verdachte];
-door [slachtoffer] gestuurde berichten aan [verdachte]
-door [slachtoffer] ontvangen berichten van [verdachte]. (het hof begrijpt: het laatste smsbericht dat de verbalisant zag was;)
-een bericht van e-buddy d.d. 12 juni 2011 11:44 uur van [verdachte] ([emailadres] at hotmail.com) "Hee lief meisje.." waarop [slachtoffer] schrijft: "hee ik kan nie prate ff okee..? ander x.. xx".
5. een aantal zich in het dossier bevindende uitgewerkte chat-gesprekken tussen verdachte en [slachtoffer], voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Chatgesprek van 5 februari 2011
Verdachte: mag ik een foto van jou in je onderbroek? (blz. 61)
Verdachte: mag ik van jou spannende foto's maken?
(blz. 62)
Verdachte: echt niet schatje? Samen leuke foto's maken.. (blz. 63)
Verdachte: ik wil je zo graag op foto schatje..
(blz. 63)
[slachtoffer]: hihi waarom dan? (blz. 63)
Verdachte: het liefst naakt! (blz. 63)
Verdachte: ik vind jou zo leuk en sexy schatje.!
(blz. 63)
Verdachte: ik wil met je vrijen? Daarom wil ik een foto zodat ik weet hoe jij bent.. (blz. 64)
Verdachte: wil je er toch over nadenken om naakt foto te sturen? Want zo leer ik je weer beter kennen.. zodat als we sex gaan hebben ik veel van je weet.. (blz. 64)
Verdachte: haha.. met je vinger bij je poesje zitten.. (blz. 70)
[slachtoffer]: da klinkt gwn egt ranzig.. (blz. 70)
Verdachte: echt lekker hoor.. heb je dat al wel is je zus gevraagd? (blz. 70)
[slachtoffer]: neej.. die dat da nie hoor (blz. 70)
Verdachte: is echt niet ranzig want dat ga je straks echt doen. (blz. 70)
Verdachte: (..) ik denk dat jij eerder sex gaat hebben hoor.. denk op je 11de of 12de (blz. 71)
[slachtoffer]: egt?? (blz. 71)
Verdachte: ja ik denk het wel lieverd.. ik denk dat wij snel gaan uitproberen (blz. 71)
Chatgesprek van 10 maart 2011
Verdachte: hoe is je cito gegaan? (blz. 76)
[slachtoffer]: uh, gewoon, 540 (blz. 76)
Verdachte: ontmoet ik je van het weekend? (blz. 77)
[slachtoffer]: denk het niet. (blz. 77)
Verdachte: waarom niet? Nog steeds eng? (blz. 77)
[slachtoffer]: nee, kan niet en misschien een beetje eng. (blz. 77)
Verdachte: dan zien we nog wel even. (blz. 77)
Verdachte: kan toch gewoon ons geheim zijn.. (blz. 78)
Verdachte: zou je het al willen? (blz. 82)
[slachtoffer]: geen idee (blz. 82)
Verdachte: beetje voelen enzo, of alles? (blz. 82)
Verdachte: zullen we snel proberen? Binnenkort mooi weer, we bos in. (blz. 82)
Verdachte: goed plan? Ik wil je echt. (blz. 83)
Verdachte. wil met je vrijen, lief vind ik jou, super voorzichtig, (blz. 83)
Verdachte: ik blijf hopen ooit sex met je te hebben, (blz. 83)
Verdachte: Hoe denk jij erover? (blz. 84)
[slachtoffer]: ik weet t niet, ik vind niet egt bij mij passe ofzow, Ik ken jou via hyves, je bent een stuk ouder...snapje?? Miss beetje gek?? (blz. 84)
Verdachte: vind je echt..
Sex is erg leuk en lekker hoor..
Samen genieten. (blz. 84)
Verdachte: En ben een jongen die dat kan ik goed zonder pijn.. (blz. 84)
[slachtoffer]: miss is het raar datje ongeveer het dubbele van mijn leeftijd bent? (blz. 84)
Verdachte: nee joh.. (blz. 84)
Verdachte: het is maar een getal toch., en ben geen opa.. Valt nog best mee hoor.. (blz. 84)
Verdachte: Ik hoop echt datje me gaat vertrouwen.. als je ouder bent ga je het wel snappen..
[slachtoffer]: jaa, ik snap het wel.. (blz. 84)
Verdachte: ik vind jongere miesje wel erg leuk., ik wil met jou ontdekken wat sex is.. (blz 84)
Verdachte: ik wil met je oefenen om het zo te zeggen.. (blz. 84)
[slachtoffer]: ahhah, maar ik snap niej helemaal dat jij dat wilt, jij kan toch genoeg meisjes krijgen?? (blz. 84)
Verdachte: Nee ik vind jou speciaal.. bij jou moet alles nog zo voorzichtig snapje (blz. 84)
Verdachte: je weet nog net veel en dat wil ik je leren.. (blz. 85)
[slachtoffer]: oow.. (blz. 85)
Verdachte: maak je x spannende foto...? (blz. 87)
Verdachte: dan zien we elkaar snel in bos oke (blz. 88)
[slachtoffer]: isgoed (blz. 88)
Verdachte: hoef niet gelijk sex hoor.. (blz. 88)
Eerst elkaar leren kennen (blz. 88)
[slachtoffer]: Uhm oke. (blz. 88)
Verdachte: maar dan wel durven oke.. (blz. 89)
Je hoeft echt niet bang te zijn..8 (blz. 89)
Chatgesprek van 13 maart 2011
Verdachte: zin om met mij naar buiten te gaan..?
Waar ben je zo dan..?(blz. 98)
[slachtoffer]: ik weet niet, gwn 8er in bos.. (blz. 98)
Verdachte: waar is dat..? kom ik ook.. (blz. 98)
[slachtoffer]: hahah, da durf ik niet egt. (blz. 98)
[verdachte]: moet toch een x gebeuren,, mooi moment ervoor toch.. (blz. 98)
[slachtoffer]: ik vind beetje engig. (blz. 98)
Verdachte: waar is dat lieverd.. (blz. 98)
als je niet meer wilt ga ik weer weg hoor.. (blz. 99) leg is uit waar dat bos is..? (blz. 99)
langs het spoor..? (blz. 99)
[slachtoffer]: uh neej.. maar uhm, ik vind eng sry/ (blz. 99)
Verdachte: plz kom op.. (blz. 99)
[slachtoffer]: wrm dan.? (blz. 99)
Verdachte: ik wil je ontmoeten.. (blz. 99)
Verdachte: over 4 maanden is het ook nog steeds eng (blz. 99)
Verdachte: mooi moment ervoor (blz. 99)
Verdachte: doen..? Hoelaat en waar..? (blz. 100)
[slachtoffer]: rob plz, ik durf egt niet. (blz. 100)
Verdachte: sms me vanavond maar oke (blz. 101)
[slachtoffer]: ik weet nummer niet. (blz. 101)
Verdachte: [telefoonnummer] (blz. 101)
Chatgesprek van 20 maart 2011
[slachtoffer]: hoe ist met [betrokkene 2]? (blz. 105)
Verdachte: goed hoor.. (blz. 105)
[slachtoffer]: maar ik snap niet helemaal.. hebbe jullie me elkaar (blz. 105)
Verdachte; nee hebben niks.. (blz. 105)
Verdachte: alleen beetje sexe (blz. 105)
[slachtoffer]: dus dat doe je maar gwn met iedereen.? Das toch raar.? (blz. 106)
Verdachte: nee niet met iedereen! Alleen speciale meisjes.. (blz. 106)
Verdachte: jij bent net zo speciaal als haar.. maar jij durft nog niet zo goed.. Ze is 12 (blz. 106)
[slachtoffer]: hoeveel mensen vind jij dan nie speciaal (blz. 106)
Verdachte: alleen jou en [betrokkene 2] (blz. 106)
Verdachte: eens moet je ergens beginnen toch.. (blz. 107)
Verdachte: zou je al willen? (blz. 107)
[slachtoffer]: miss wel,.. ik weet niet, alleen het is miss beetje raar.. (blz. 107)
Verdachte: miss wel beetje, mja wel super lekker.! (blz. 107)
[slachtoffer]: da weet ik niet hea (blz. 107)
Verdachte: weet ik wel, [betrokkene 2] vind ook super lekker.. ieder meisje hoor.. (blz. 107)
Verdachte: binnenkort alleen thuis.? (blz. 107)
[slachtoffer]: weet ik niet.. vast wel (blz. 107)
Verdachte: je moet het ervaren en niet luisteren naar anderen.. volg je gevoel.. ik vind wel dat er klaar voor bent.. (blz. 107)
[slachtoffer]: egt.? (blz. 107)
Verdachte: als je alleen bent sms je me dan? (blz. 107)
[slachtoffer]: jah is goed (blz. 107)
Verdachte: ik vind van wel., maar voel jij dat je er klaar voor bent...
Oké, gezellig durf je wel dan?
Ik hoef echt niet gelijk sex of piemel erin hoor... alleen beetje kriebelen.. (blz 107)
Chatgesprek van 29 maart 2011
Verdachte: ik vind dat 't afspreken wel snel mag gebeuren, (blz. 114)
[slachtoffer]: ik ook wel eigenlijk... maar ik ben bang... egt zo kut (blz. 114)
Verdachte: hoeft echt niet.. Wat denk je dat er kan gebeuren..? (blz. 114)
[slachtoffer]: geen idee eigenlijk.. ben gewoon bang (blz. 114)
Verdachte: mag ik wel wat proberen dan..? (blz. 114)
[slachtoffer]: wat bedoel je? (blz. 114)
Verdachte: bij jou.. (blz. 114)
[slachtoffer]: ...(blz. 114)
Verdachte: is dat een jah..? (blz. 115)
Verdachte: laten we morgen middag doen.. (blz. 115) in het bos afspreken.. (blz. 115)
[slachtoffer]: morgen ben ik smiddags bij Maarten.. (blz. 115)
Verdachte: oke en de avond dan? (blz. 115)
Verdachte: haha doen dan..? even 15 min (blz. 115)
Verdachte oke ik kan eigenlijk niet langer wachten., (blz. 116)
Verdachte: ik wel het weet over sex hebben.. maar dat moet ik niet doen (blz. 117)
[slachtoffer]: hoezo?? (blz. 117)
Verdachte: weet niet.. ik vind je aantrekkelijk.. wil sex met jou.. wil jou eerste zijn.. (blz. 117)
Verdachte: wil jou laten weten hoe lekker dat is (blz. 117)
Verdachte: ook al ben je nog jong. leer ik het je (blz. 117)
Verdachte: mja als ik sex met jou zou hebben stop ik met [betrokkene 2] hoor.. (blz. 120)
[slachtoffer]: egt? (blz. 120)
Verdachte: jah echt (blz. 120)
[slachtoffer]: is dat niet beetje gemeen..?? (blz. 120)
Verdachte: weet niet.. kan toch niet met twee meisjes sex hebben enzo.. (blz. 120)
Verdachte: wanneer denk je sex te willen..? (blz. 120)
[slachtoffer]: geen idee., nu vink da alleen maar eng eigenlijk. Maar ja komt wel denk ik
Verdachte: denk wel.. eerst maar afspreken deze week oke.. (blz. 121)
[slachtoffer]: uh, als ik durf oke (blz. 121)
Verdachte: gewoon doen.. (blz. 121)
6. het relaas van bevindingen van de verbalisant [verbalisant 2], voor zover inhoudende:
Op 12 en 19 april 2011 werd een GSM, merk Alcatel, kleur oranje met het 06 nummer [telefoonnummer] in beslag genomen. Deze GSM was van [slachtoffer].
Ik heb onderzoek verricht en uit het Device Rapport van deze GSM kwam de navolgende relevante informatie naar voren:
Onder het item gesprekken, inhoudende: gemaakte, ontvangen, gemiste gesprekken naar of vanaf het apparaat, kwam de informatie '[verdachte]' met nummer '+[telefoonnummer]' naar voren.
Onder het item SMS, inhoudende: SMS berichten van of naar het apparaat, kwam naar voren dat met het nummer +[telefoonnummer] diverse SMS berichten verzonden waren naar het 06 nummer [telefoonnummer]. Het betreft de volgende berichten:
Bericht dd. 6-12-2010 17:27:55: Heb je woensdag avond nog vrij gehouden voor ons? Knuffel xx (blz. 165)
Bericht dd. 6-12-2010 17:46:30: (..) en gaat woensdag avond lukken dan? Xx denk aan je!! (blz. 165)
Bericht dd. 6-12-2010 17:52:04: Hoop dat je durft, je hoeft echt niet bang te zijn.. Gewoon elkaar een x zien.. (blz. 165)
Bericht dd. 7-12-2010 14:46:16: (..) ben je toevallig zo in het bos of wordt dat morgen? (blz. 165)
Bericht dd. 7-12-2010 16:10:47: (..) Ik hoop dat je morgenavond naar het bos gaat, vroeg in de avond toch.? 1 uurtje is genoeg hoor., misje Xx (blz. 165)
Bericht dd. 8-12-2010 12:31:36: Hee lief meisje.! Ik wil echt niet zeuren, maar weetje al meer over straks.? Zullen we het gewoon doen, afspreken. 18 uur doen? Hoop datje durft. Xxxx (blz. 165)
Bericht dd. 19-12-2010 12:18:14: (...) Zou echt graag sex met je willen.. Xx (blz. 166)
7. het proces-verbaal van verhoor van verdachte, wonende te [woonplaats], voor zover inhoudende:
Volgens mij is het contact met [slachtoffer] via Hyves ontstaan. Volgens mij heb ik dat contact als eerste gelegd.
Ik vroeg wat ze had gedaan. Ze vertelde wat ze bijvoorbeeld op school deed.
Ik kan me herinneren dat we het over de cito uitslag hebben gehad.
Ik ben wat ouder dan [slachtoffer]. Volgens mij heb ik verteld dat ik 20 was.
Als ik mijn echte leeftijd zou hebben gezegd dan wilde ze misschien geen contact met mij.
We hebben het wel eens over sex gehad.
U vraagt waarom ik het met zo een jong meisje heb over seks. Het is niet normaal. Het trekt me aan. Ik weet dat het niet kan.
Het hoort gewoon niet op die jonge leeftijd.
Ik weet dat ze vaak naar het bos ging om daar tot rust te komen. Het klopt dat [slachtoffer] een afspraakje heeft afgehouden, anders was het er wel van gekomen.
8. het proces-verbaal van verhoor van verdachte, voor zover inhoudende:
Ik zocht vooral 's avonds contact met [slachtoffer]. Volgens mij was [slachtoffer] rond 19.00 uur online en dan maakte ik contact. Dit was vooral doordeweeks.
Ik heb [slachtoffer] wel gevraagd om een foto in haar ondergoed en of ze er toch over wil nadenken om een naaktfoto te sturen.
We zaten op msn.
Verder verliep het contact via de telefoon.
[slachtoffer] zat vaak op E-Buddy. Ik heb gezegd dat we daar verder konden chatten.
Ik gebruik de volgende hotmailadressen:
[emailadres]@hotmail en [emailadres]@hotmail, welke laatste ik nog steeds gebruik.
Ik voelde me wel tot [slachtoffer] aangetrokken.
U vraagt mij wie [betrokkene 2] is. Dat is verzonnen.
9. het proces-verbaal van verhoor van verdachte, voor zover inhoudende:
U vraagt mij naar mijn reactie op hetgeen mij wordt verweten. Ja, ik heb bekend. Wat ik heb gedaan kan niet door de beugel.
10. De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 13 februari 2013, voor zover inhoudende:
Het is juist dat ik in de periode van 1 september 2010 tot en met 20 juni 2011 seksueel getinte gesprekken heb gehad met [slachtoffer], die toen 11 jaar oud was. Dat heeft ze me zelf verteld. We hadden contact via msn en sms. Als je naar de tekst van de berichten kijkt zie je dat er wordt gesproken over het maken van afspraken tussen haar en mij. Ik woonde destijds in Eindhoven op het terrein van de Grote Beek. Ik ben in die periode niet in het buitenland geweest."
2.2.3.
Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring voorts het volgende overwogen:
"a.
Van de zijde van de verdediging is -kort gezegd- aangevoerd dat, mede gelet op de wetsgeschiedenis van artikel 248e van het Wetboek van Strafrecht, voor strafbaarheid in het kader van "grooming" niet alleen sprake moet zijn van een voorstel voor een ontmoeting, maar ook van een uitvoeringshandeling gericht op het realiseren van de ontmoeting. Dat wijst dus al snel in de richting van een concrete datum, tijd en plaats. Daarvan is in deze zaak echter geen sprake. [slachtoffer] heeft niet verteld in welk bos zij ging wandelen. Ook is niet bekend waar in winkelcentrum Woensel zou worden afgesproken.
Gelet daarop kan het primair ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend worden bewezen verklaard en moet verdachte worden vrijgesproken.
Het hof overweegt als volgt.
b.
Blijkens de Memorie van Toelichting is voor strafbaarheid van 'grooming' ex artikel 248e van het Wetboek van Strafrecht vereist dat de communicatiefase, waarbij de dader in een langer lopend proces door veelvuldig chat- en e-mailcontact langzaam het vertrouwen wint van het kind, het kind verleidt tot het delen van intimiteiten en op die wijze het kind in de digitale wereld vatbaar maakt voor seksueel misbruik in de fysieke wereld, uitmondt in een voorstel voor een ontmoeting en het verrichten van een handeling gericht op het realiseren van die ontmoeting. Er dient aldus sprake te zijn van het treffen van concrete voorbereidingen gericht op het verwezenlijken van de ontmoeting.
c.
Uit de gebezigde bewijsmiddelen blijkt van de navolgende feiten en/of omstandigheden:
- de gesprekken die verdachte met [slachtoffer] voerde, gingen veelal over seksuele onderwerpen, in het bijzonder dat hij hoopte met haar te vrijen en seks met haar te hebben. Hij heeft haar ook gevraagd om aan hem een naaktfoto te sturen, zodat hij, als ze seks zouden hebben, veel van haar wist. Hij spiegelde het slachtoffer daarbij voor dat het normaal zou zijn om seks te hebben op haar leeftijd. Hij noemde als voorbeeld het feit dat hij ook seks had met een meisje van 12 jaar, [betrokkene 2] genaamd;
- verdachte heeft bij herhaling bij [slachtoffer] aangedrongen op een ontmoeting. Hij heeft daartoe voorgesteld om elkaar te ontmoeten, in het bos, in het winkelcentrum
Woensel en bij haar thuis. Hij heeft een concrete middag, avond dan wel tijdstip genoemd.
- verdachte heeft er bij [slachtoffer] op aangedrongen dat zij een plaats voor de ontmoeting zou noemen en heeft er herhaaldelijk op aangedrongen dat de ontmoetingen snel zouden plaatsvinden. Hij heeft haar kort samengevat onder druk gezet;
- verdachte en [slachtoffer] woonden allebei in Eindhoven; zij wisten dat ook van elkaar.
Daarbij wist verdachte dat zij in de wijk Woensel woonde. Ze hadden elkaars telefoonnummers. In het kader van het concretiseren van een afspraak geeft verdachte haar zijn telefoonnummer.
Gelet op voormelde feiten en/of omstandigheden is het hof van oordeel dat aan bovengenoemd vereiste van 'een voorstel voor een ontmoeting en het verrichten van een handeling gericht op het realiseren van die ontmoeting' is voldaan, nu verdachte voldoende concrete plaatsen en tijdstippen voor het hebben van ontmoetingen met [slachtoffer] heeft voorgesteld en voorts het verwezenlijken van deze afspraak heeft getracht af te dwingen door de nodige druk op [slachtoffer] uit te oefenen, haar daartoe zijn telefoonnummer te geven en haar voor te spiegelen dat seks op haar leeftijd normaal was. Verdachte heeft alles in het werk gesteld een ontmoeting te realiseren. Het doel van verdachte daarbij was het plegen van ontuchtige handelen (gemeenschap) met [slachtoffer]. Het is enkel aan [slachtoffer] te danken dat er geen feitelijke ontmoeting heeft plaatsgevonden.
Het enkele feit dat de plaats van de ontmoeting nog globaal was doet aan vorenstaande niet af. Daarbij acht het hof nog van belang dat verdachte en [slachtoffer] elkaars telefoonnummer hadden, zodat op elk gewenst moment deze ontmoetingsplaats bekend kon worden.
Het hof heeft bij vorenstaand oordeel gelet op het doel en strekking van artikel 248e van het Wetboek van Strafrecht, te weten het op adequate wijze bescherming bieden aan minderjarigen tegen bedoelingen van pedoseksuelen om daadwerkelijk een situatie te creëren waarin zij seksueel contact met die minderjarigen kunnen hebben.
Het verweer wordt derhalve verworpen."
2.3.
De tenlastelegging en bewezenverklaring zijn toegesneden op art. 248e Sr, welk artikel op 1 januari 2010 in het Wetboek van Strafrecht is opgenomen ter uitvoering van art. 23 van het Verdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik (Trb. 2008, 58; Verdrag van Lanzarote).
2.4.1.
Art. 248e Sr luidt:
"Hij die door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst een persoon van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, een ontmoeting voorstelt met het oogmerk ontuchtige handelingen met die persoon te plegen of een afbeelding van een seksuele gedraging waarbij die persoon is betrokken, te vervaardigen wordt, indien hij enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie."
2.4.2.
De geschiedenis van de totstandkoming van art. 248e Sr houdt onder meer het volgende in:
"Artikel 23 van het Verdrag verplicht tot strafbaarstelling van 'grooming'. (...) Het gaat om het op internetsites (in het bijzonder sociale netwerk- en profielsites), of in chatrooms, nieuwgroepen of MSN-groepen benaderen en verleiden van een kind met als uiteindelijk doel het plegen van seksueel misbruik met dat kind. 'Grooming' is veelal een langerlopend proces waarbij de dader door veelvuldig chat- en e-mailcontact langzaam het vertrouwen wint van het kind, het kind verleidt tot het delen van intimiteiten en op die wijze het kind in de digitale wereld vatbaar maakt voor seksueel misbruik in de fysieke wereld. (...)
Thans kunnen bepaalde vormen van 'grooming' onder de delictsomschrijving van art. 248a Sr worden gebracht. (...) Gedragingen die niet resulteren in het plegen van een feitelijke seksuele handeling of een begin van uitvoering daartoe, vallen evenwel buiten de reikwijdte van artikel 248a Sr.
De in het Verdrag opgenomen strafbaarstelling richt zich nadrukkelijk op het grijze gebied waarin nog geen sprake is van het plegen van daadwerkelijk seksueel misbruik, maar waar wel misbruik wordt gemaakt van de open communicatiemogelijkheden op internet om kinderen te benaderen en tot misbruik te verleiden. Voor strafbaarheid is niet vereist dat het contact op internet daadwerkelijk leidt tot fysiek contact tussen kind en dader, of een feitelijk door het kind gepleegde seksuele handeling, bijvoorbeeld voor een webcam. De nadruk ligt meer op de communicatiefase; de fase waarin het kind op internet in chat- en emailverkeer door de dader wordt bewerkt en verleid. Uit de inhoud van de desbetreffende chat- en emailberichten zal veelal het oogmerk van de dader op het plegen van seksueel misbruik kunnen worden afgeleid.
De strafbaarstelling in het Verdrag vereist wel dat het gedrag van de dader zich concretiseert tot een voorstel voor een ontmoeting met het kind gevolgd door «material acts leading to a meeting». Er is voor strafbaarheid derhalve meer nodig dan het uitsluitend op internet communiceren met een kind en het daarbij maken van seksuele toespelingen. Een zodanige verschuiving van de strafbaarheid naar de voorfase zou te ver voeren en is bovendien niet goed handhaafbaar. Voor de strafwaardigheid is het wezenlijk dat de communicatiefase uitmondt in een voorstel voor een ontmoeting en het verrichten van een handeling gericht op het realiseren van die ontmoeting. Deze gedragingen onderstrepen de vastheid van het voornemen van de dader om zijn digitaal misbruik daadwerkelijk om te zetten in het plegen van fysiek misbruik. Vanuit het oogpunt van een effectieve bescherming van kinderen is het zaak dat tegen deze gedragingen strafrechtelijk kan worden opgetreden. Van strafbaarheid kan bijvoorbeeld sprake zijn wanneer de dader zich begeeft naar de voor de ontmoeting afgesproken plek, het slachtoffer van een routebeschrijving naar die plek voorziet of anderszins concrete voorbereidingen treft gericht op het verwezenlijken van de ontmoeting.
(...)
'Grooming' kan in feite als een voorbereidingshandeling worden aangemerkt. Gelet op het voorbereidend karakter acht ik de voorgestelde strafbedreiging van ten hoogste twee jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vierde categorie passend."
(Kamerstukken II 2008-2009, 31 810, nr. 3, p. 6-7, 9)
2.5.
Voor strafbaarheid van 'grooming' is naast de in art. 248e Sr genoemde overige vereisten onder meer vereist dat de verdachte "een ontmoeting voorstelt", alsmede dat hij "enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting". Alleen om deze vereisten gaat het in cassatie.
2.6.
Het Hof heeft zijn oordeel dat is voldaan aan deze vereisten gebaseerd op onder meer de volgende vaststellingen:
(i) de verdachte heeft bij herhaling bij het slachtoffer aangedrongen op een ontmoeting en daartoe voorgesteld elkaar te ontmoeten in het bos, in het winkelcentrum en bij haar thuis, waarbij hij een concrete middag, avond dan wel een tijdstip heeft genoemd;
(ii) de verdachte heeft er bij het slachtoffer herhaaldelijk op aangedrongen dat de ontmoetingen snel zouden plaatsvinden en hij heeft haar onder druk gezet; en
(iii) de verdachte heeft het slachtoffer in het kader van het concretiseren van een afspraak zijn telefoonnummer gegeven.
2.7.
Het Hof heeft geoordeeld dat de onder (ii) en (iii) bedoelde handelingen waren gericht op het verwezenlijken van de voorgestelde ontmoeting zoals bedoeld onder (i). Dit oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
2.8.
Het middel faalt.

3.Het tweede middel

3.1.
Het middel klaagt dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM in de cassatiefase is overschreden omdat de stukken te laat door het Hof zijn ingezonden.
3.2.
Het middel is gegrond. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van vijftien maanden, waarvan zeven maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.

4.Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.

5.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf;
vermindert deze in die zin dat deze veertien maanden en twee weken, waarvan zeven maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren beloopt;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma en V. van den Brink in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
11 november 2014.