In deze zaak heeft [X] B.V. beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 30 mei 2013, nr. 12/00099. Dit hoger beroep volgde op een eerdere uitspraak van de Rechtbank te Breda (nr. AWB 10/4687) die betrekking had op de leges die aan [X] B.V. waren geheven. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, maar deze konden niet leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert had een verweerschrift ingediend, maar dit had geen invloed op de uitkomst van de zaak. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 14 februari 2014 door de vice-president M.W.C. Feteris, samen met de raadsheren P.M.F. van Loon en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.