ECLI:NL:HR:2014:3108

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 november 2014
Publicatiedatum
4 november 2014
Zaaknummer
13/06335
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van beschikking inzake verschoningsrecht en doorzoeking kantoor klaagster

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 november 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de Rechtbank Amsterdam van 29 november 2013. De zaak betreft een klaagschrift dat is ingediend door de klaagster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D.R. Doorenbos. De klaagster was betrokken bij een onderzoek waarbij een doorzoeking in haar kantoor heeft plaatsgevonden in verband met verdenkingen tegen haar cliënten. Tijdens de procedure werd door de klaagster en haar advocaten een beroep gedaan op het verschoningsrecht, dat hen zou beschermen tegen het verstrekken van informatie over hun cliënten.

De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal G. Knigge gevolgd, die had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking. De Hoge Raad oordeelde dat het middel, dat klaagde over de motivering van de ongegrondverklaring van het klaagschrift, terecht was voorgesteld. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de motivering van de rechtbank niet voldeed aan de eisen die aan een dergelijke beslissing gesteld mogen worden.

Als gevolg van deze overwegingen heeft de Hoge Raad de beschikking van de Rechtbank Amsterdam vernietigd en de zaak terugverwezen naar deze rechtbank. De rechtbank dient de zaak opnieuw te behandelen op basis van het bestaande klaagschrift. Deze uitspraak benadrukt het belang van het verschoningsrecht in het strafrecht en de noodzaak voor een zorgvuldige motivering door de rechter bij het afwijzen van dergelijke verzoeken.

Uitspraak

4 november 2014
Strafkamer
nr. 13/06335 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Amsterdam van 29 november 2013, nummer RK 13/5501, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klaagster],gevestigd te [vestigingsplaats].

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze heeft mr. D.R. Doorenbos, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot zodanige beslissing met betrekking tot terug- of verwijzen als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt over de motivering van de ongegrondverklaring van het klaagschrift.
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 4.2 en 4.5 is het middel terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden beschikking;
wijst de zaak terug naar de Rechtbank Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande klaagschrift opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
4 november 2014.