ECLI:NL:HR:2014:3051

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 oktober 2014
Publicatiedatum
28 oktober 2014
Zaaknummer
13/02918
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof Amsterdam met betrekking tot voorlopige hechtenis en overschrijding redelijke termijn

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 31 mei 2013. De verdachte, geboren in 1987, was in voorlopige hechtenis genomen en heeft beroep in cassatie ingesteld met nummer 13/02918. De advocaat van de verdachte, mr. M.P.M. Balemans, heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht. De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit behoeft geen nadere motivering, aangezien het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ambtshalve de bestreden uitspraak beoordeeld en vastgesteld dat de verdachte zich in voorlopige hechtenis bevindt. Aangezien er meer dan zestien maanden zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep, is de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM, overschreden.

Dit heeft geleid tot een vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van zes jaren. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en deze verminderd tot vijf jaren en elf maanden. Het beroep is voor het overige verworpen. De uitspraak is gedaan op 28 oktober 2014 door de Hoge Raad der Nederlanden, met de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.

Uitspraak

28 oktober 2014
Strafkamer
nr. 13/02918
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 31 mei 2013, nummer 23/005151-11, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M.P.M. Balemans, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak

De verdachte bevindt zich in voorlopige hechtenis. De Hoge Raad doet uitspraak nadat meer dan zestien maanden zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Dat brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM is overschreden. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van zes jaren.

4.Slotsom

Nu het middel niet tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad geen andere dan de hiervoor onder 3 genoemde grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.

5.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf;
vermindert deze in die zin dat deze vijf jaren en elf maanden beloopt;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
28 oktober 2014.