ECLI:NL:HR:2014:2908

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 oktober 2014
Publicatiedatum
3 oktober 2014
Zaaknummer
14/03015
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van cassatieberoep zonder handtekening advocaat

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 oktober 2014 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een cassatieberoep. De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.F. van Kregten, had beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had eerder op 13 maart 2014 een beschikking gegeven in de zaak C/09/461242 FA RK 14-1554. De Hoge Raad verwijst naar deze beschikking voor het verloop van het geding in feitelijke instantie.

De Procureur-Generaal heeft in zijn standpunt aangegeven dat het cassatierekest niet ontvankelijk verklaard moet worden, omdat het verzoekschrift niet ondertekend was door een advocaat, zoals vereist volgens artikel 426a lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De Hoge Raad heeft deze argumentatie gevolgd en geconcludeerd dat de verzoeker niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn beroep.

De beslissing van de Hoge Raad is als volgt: de Hoge Raad verklaart de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn beroep. Deze uitspraak benadrukt het belang van de formele vereisten voor het indienen van een cassatieberoep, waarbij de ondertekening door een advocaat cruciaal is voor de ontvankelijkheid.

Uitspraak

3 oktober 2014
Eerste Kamer
14/03015
AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. H.F. van Kregten,
t e g e n
de OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT DEN HAAG,
zetelende te Den Haag.

1.Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak C/09/461242 FA RK 14-1554 van de rechtbank Den Haag van 13 maart 2014.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van de rechtbank heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
Het standpunt van de Procureur-Generaal strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van het verzoek.

3.Beoordeling van de ontvankelijkheid

Het beroep in cassatie is vervat in een verzoekschrift dat niet is ondertekend door een advocaat bij de Hoge Raad. Ingevolge art. 426a lid 1 Rv moet [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn beroep worden verklaard.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
3 oktober 2014.