ECLI:NL:HR:2014:2906

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 oktober 2014
Publicatiedatum
3 oktober 2014
Zaaknummer
14/02877
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen beschikking inzake machtiging tot voortgezet verblijf in psychiatrische zorg

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 oktober 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft een verzoek om een machtiging tot voortgezet verblijf op basis van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.A.E.G.J. Libosan, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank, die op 17 april 2014 werd gegeven. De officier van justitie in het arrondissement Gelderland was verweerder in cassatie, maar heeft geen verweerschrift ingediend. De Stichting Pro Persona Geestelijke Gezondheidszorg, als belanghebbende, heeft verzocht het beroep te verwerpen, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.H.M. van Swaaij.

De Hoge Raad verwijst in zijn beoordeling naar de beschikking van de rechtbank en de ingediende cassatiedocumenten. De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer was om het beroep te verwerpen. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in de middelen zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel behoeft, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep, waarmee de beschikking van de rechtbank Gelderland in stand blijft. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot, die de beschikking heeft voorgelezen.

Uitspraak

3 oktober 2014
Eerste Kamer
14/02877
LZ/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. E.A.E.G.J. Libosan,
t e g e n
de OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT GELDERLAND,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen,
e n
de STICHTING PRO PERSONA GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG,
gevestigd te Renkum,
BELANGHEBBENDE in cassatie,
advocaat: mr. J.H.M. van Swaaij.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als betrokkene, de officier van justitie en Pro Persona.

1.Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak C/05/260886/FA RK 14/904 van de rechtbank Gelderland van 17 april 2014.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van de rechtbank heeft betrokkene beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.
Pro Persona heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.

3.Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gewezen door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
3 oktober 2014.