ECLI:NL:HR:2014:2801

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 september 2014
Publicatiedatum
25 september 2014
Zaaknummer
14/00328
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen (hierna: het College) beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 3 december 2013. Deze uitspraak betrof het hoger beroep van belanghebbende tegen eerdere uitspraken van de Rechtbank Arnhem, die betrekking hadden op beschikkingen genomen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor de jaren 2009 en 2010. De onroerende zaak in kwestie is gelegen aan de Weg door [a-straat 1] te [Z].

Het College heeft in het principale beroep een conclusie van repliek ingediend en zijn zienswijze omtrent het incidentele beroep naar voren gebracht. Belanghebbende heeft eveneens een verweerschrift en een conclusie van repliek in het incidentele beroep ingediend. De Hoge Raad heeft de middelen in het principale beroep en het incidentele beroep beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit werd onderbouwd met verwijzing naar artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarbij werd gesteld dat de middelen geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling nopen tot beantwoording.

De Hoge Raad heeft vervolgens beslist dat beide beroepen in cassatie ongegrond zijn en heeft het College veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De kosten voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand zijn vastgesteld op € 974. Daarnaast is er een griffierecht van € 478 geheven van het College. Dit arrest is uitgesproken op 26 september 2014 door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, samen met de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in aanwezigheid van waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

26 september 2014
Nr. 14/00328
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van het
college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen(hierna: het College) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Arnhem-Leeuwardenvan 3 december 2013, nrs. 12/00244 en 12/00250, op het hoger beroep van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen een uitspraak van de Rechtbank Arnhem (nrs. AWB 11/598 en 11/600) betreffende ten aanzien van belanghebbende genomen beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Nijmegen voor de jaren 2009 en 2010 betreffende de onroerende zaak aan de Weg door [a-straat 1] te [Z].

1.Geding in cassatie

Het College heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. Zij heeft tevens incidenteel beroep in cassatie ingesteld.
Het College heeft in het principale beroep een conclusie van repliek ingediend. Het heeft tevens schriftelijk zijn zienswijze omtrent het incidentele beroep naar voren gebracht.
Belanghebbende heeft in het incidentele beroep in cassatie een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen in het principale beroep en in het incidentele beroep
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

Het College zal wat betreft het principale beroep in cassatie worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verklaart beide beroepen in cassatie ongegrond, en
veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 974 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 26 september 2014.
Van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen wordt een griffierecht geheven van € 478.