Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (als bijlage op pagina 40-41 van het proces-verbaal genummerd 2012232897) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisanten:
Op 18 oktober 2012 omstreeks 17.02 uur kregen wij verbalisanten de melding te gaan naar de Zonnestudio op de [a-straat] te Nieuwegein. Er zou daar een vrouw zijn geslagen door een ex vriend. Omstreeks 17.05 waren wij ter plaatse. Wij zagen dat de genoemde vrouw een hoofdwond had net boven haar rechteroog. Wij zagen dat deze wond aan het bloeden was. De vrouw gaf op te zijn [slachtoffer].
Wij hoorden haar in het kort verklaren:
- dat ze met een vriendin naar de zonnestudio was gegaan
- dat ze bij het aankleden iemand op de deur hoorde kloppen
- dat ze de deur opendeed en dat haar ex naar binnen liep
- dat ze zag dat hij boos was en steeds bozer werd
- dat ze op een gegeven moment een harde klap kreeg, met vermoedelijk zijn vuist en dat ze hierdoor op de grond viel
- dat ze gelijk voelde dat ze begon te bloeden
- dat ze bij het opstaan zag dat haar ex inmiddels was verdwenen
- dat ze hier absoluut geen aangifte wilde doen omdat ze bang was voor de gevolgen van een aangifte
- dat haar ex [verdachte] zou heten.
2. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (als bijlage op pagina 45 van het proces-verbaal genummerd 2012232897) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisant:
Op 19 oktober 2012 heb ik gebeld met [slachtoffer]. [slachtoffer] vertelde het volgende:
- dat zij met een vriendin in een zonnestudio in Nieuwegein was
- dat haar ex-vriend [verdachte] ineens binnen was gekomen en haar in haar gezicht had geslagen waardoor zij een snee boven haar oog had
- dat in het ziekenhuis was gebleken dat ze een gebroken oogkas had door de mishandeling
- dat zij bang was dat [verdachte] haar wat aan zou doen als ze aangifte tegen [verdachte] zou doen.
3. Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 van het Wetboek van Strafvordering, te weten een verslag CT van M.J.L. Descamps, radioloog (als bijlage op pagina 52 van het proces-verbaal genummerd 2012232897) voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Vraagstelling en/of klinische informatie: status na vuistslag op rechteroogkas waarna val op achterhoofd met bewustzijnsverlies. Conclusie: er is een fractuur van de rechter orbitabodem.
4. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (als bijlage op pagina 71-72 van het proces-verbaal genummerd 2012232897) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [getuige]:
Op 18 oktober 2012 zat ik op de bank in de zonnestudio op de [a-straat] in Nieuwegein. Ik hoorde een luid gegil komen uit hokje 2 of 3. Ik zag dat de deur open ging en dat er een hele brede man uit dit hokje kwam lopen. Achter deze man zag ik op de grond een vrouw liggen. Ik zag dat ze bloedde aan de rechterzijkant van haar gezicht. Ik zag op de grond naast haar hoofd bloed liggen. Ik zag dat ze een wond had boven haar rechteroog. Toen wij op de politie zaten te wachten vertelde de vrouw aan ons dat haar man boos was omdat ze iets heeft weg laten halen. Ze vertelde dat hij haar net had geslagen.
5. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van het hof d.d. 24 juni 2013, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
U vraagt mij waar wij op 18 oktober 2012 ruzie over hadden. [slachtoffer] en ik hadden sowieso al ruzie, zij belde mij om het goed te maken. Ik ben daarom naar de zonnestudio gegaan."