ECLI:NL:HR:2014:2693

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 september 2014
Publicatiedatum
18 september 2014
Zaaknummer
14/00315
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 september 2014 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie van [X] B.V. tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland. Het beroep in cassatie was ingesteld tegen de uitspraak van 18 maart 2014, waarin de Rechtbank de naheffingsaanslag in de omzetbelasting over de periode van 1 april 2009 tot en met 31 december 2009 en de daarbij gegeven boetebeschikking had behandeld. De Hoge Raad heeft in deze procedure de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld.

De griffier van de Hoge Raad had belanghebbende op 8 april 2014 gewezen op de verplichting tot betaling van griffierecht en een termijn van vier weken gesteld voor deze betaling. Echter, deze brief werd wegens onbestelbaarheid teruggezonden, waarna adresverificatie plaatsvond en de brief opnieuw werd verzonden. Ondanks deze inspanningen is het griffierecht niet voldaan. Op 9 mei 2014 heeft de griffier belanghebbende de gelegenheid gegeven om te verklaren waarom het griffierecht niet tijdig was betaald. Ook deze brief werd teruggezonden, maar na adresverificatie opnieuw verzonden. De argumenten die belanghebbende in haar brief van 26 mei 2014 aanvoerde, werden door de Hoge Raad niet als voldoende geacht om te concluderen dat belanghebbende niet in verzuim was.

Op basis van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft verder geen termen gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door vice-president J.A.C.A. Overgaauw, samen met de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, en is openbaar uitgesproken op 12 september 2014.

Uitspraak

12 september 2014
Nr. 14/00315
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X] B.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Rechtbank Noord-Hollandvan 18 maart 2014, nr. HAA 13/2057, op het verzet van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank betreffende de aan belanghebbende over de periode 1 april 2009 tot en met 31 december 2009 opgelegde naheffingsaanslag in de omzetbelasting, en de daarbij gegeven boetebeschikking.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 8 april 2014 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling een termijn van vier weken gesteld. Deze brief is wegens onbestelbaarheid teruggezonden aan de Hoge Raad, waarna adresverificatie heeft plaatsgevonden en het stuk bij gewone brief is verzonden naar het adres van belanghebbende. Het griffierecht is niet voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij brief van 9 mei 2014, in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. Deze brief is eveneens wegens onbestelbaarheid teruggezonden aan de Hoge Raad, waarna opnieuw adresverificatie heeft plaatsgevonden en het stuk bij gewone brief is verzonden naar het adres van belanghebbende. Hetgeen belanghebbende in haar brief van 26 mei 2014 aanvoert, vormt geen grond voor het oordeel dat belanghebbende niet in verzuim is geweest.
Het beroep in cassatie moet op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 12 september 2014.