ECLI:NL:HR:2014:2685

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 september 2014
Publicatiedatum
17 september 2014
Zaaknummer
13/02305
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van een uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch met terugverwijzing in een strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 18 april 2013 is gewezen. De verdachte, geboren in 1979, was in cassatie gegaan tegen een uitspraak die hem betrof in een strafzaak met parketnummer 03-107506-10. De Hoge Raad heeft op 9 september 2014 uitspraak gedaan. De advocaat van de verdachte, mr. E. Maessen, heeft middelen van cassatie voorgesteld, waarop de Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen voor wat betreft het derde tenlastegelegde feit, de strafoplegging en de beslissing op de vordering van de benadeelde partij. De Hoge Raad oordeelde dat het eerste middel niet tot cassatie kon leiden, omdat het niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Het tweede middel klaagde over de motivering van de bewezenverklaring van het derde tenlastegelegde feit. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring niet voldeed aan de eisen van de wet, omdat deze uitsluitend was gebaseerd op de verklaring van één getuige, wat in strijd is met artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen voor de beslissingen ter zake van het derde tenlastegelegde feit en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor herbehandeling.

De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige, wat betekent dat de andere onderdelen van de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijven. Dit arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

9 september 2014
Strafkamer
nr. S 13/02305
NA/CeH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 18 april 2013, nummer 20/004440-10, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. E. Maessen, advocaat te Maastricht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, doch uitsluitend wat betreft het onder parketnummer 03-107506-10 onder 3 tenlastegelegde feit, de strafoplegging en de beslissing op de vordering van de benadeelde partij, tot zodanige opart. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen en tot verwerping van het beroep voor het overige.

2.Beoordeling van het eerste middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beoordeling van het tweede middel

3.1.
Het middel klaagt over de motivering van het in de zaak met parketnummer 03-107506-10 onder 3 bewezenverklaarde.
3.2.1.
Ten laste van de verdachte is in de zaak met parketnummer 03-107506-10 onder 3 bewezenverklaard dat:
"hij op 9 januari 2010 te Sittard, in de gemeente Sittard-Geleen opzettelijk en wederrechtelijk een muur van een gebouw, toebehorende aan Penitentiaire Inrichting "De Geerhorst", heeft beschadigd."
3.2.2.
Deze bewezenverklaring steunt op het volgende bewijsmiddel:
11. Een proces-verbaal van aangifte van politie regio Limburg Zuid, District Sittard, Basiseenheid Sittard-Born, Afdeling Basis Politiezorg, proces-verbaalnummer 2010005315-1, (p. 48 tot en met 51 van het dossier van voornoemde politieregio, met registratienummer PL2441 2010002353-1), d.d. 14 januari 2010, in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant], brigadier van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 1]:
Ik ben werkzaam als hoofd beveiliging in de Penitentiaire Inrichting (hierna P.I.) "De Geerhorst" gelegen aan Op De Geer 1 te Sittard. Ik ben gemachtigd om namens de P.I. aangifte te doen van vernieling.
Op (het hof begrijpt hierna telkens: ) 9 januari 2010 was gedetineerde [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1979, geplaatst in de isolatie-cel in de P.I. "De Geerhorst", dit in verband met bedreigingen en beledigingen welke hij geuit had tegen een Penitentiair Inrichtings Werker, genaamd Ponne. Op 9 januari 2010 omstreeks 06:00 uur is de nachtdienst een controle gaan uitvoeren op de iso-afdeling en hebben zij nog gekeken in de cel van gedetineerde [verdachte] en is er niets waargenomen. Dit betreft cel nummer 6 op de ISO-afdeling in de P.I. "De Geerhorst". Op 9 januari 2010 omstreeks 09:50 uur is ISO-bewaarder [betrokkene 2] gaan kijken in de cel van [verdachte] en ontdekte hij dat [verdachte] met een potlood de wanden van de cel had beklad met teksten en tekeningen. De teksten betroffen: "Omerta for life, fuck the yastis and the system fuck it. For live your only word. Fuck the geerhorst en [...] en nog veel meer van die kakkerlakken". Er waren tevens poppetjes getekend die aan een galgje hingen en 2 vuurwapens bij de poppetjes met een pijltje verwijzend naar de tekst en de personen op de muur. Het potlood is in de dagsituatie afgegeven aan gedetineerde [verdachte] met een stuk papier om een brief of aantekeningen te maken. De teksten en de tekeningen waren in de cel nog niet aanwezig voordat [verdachte] erin werd geplaatst. [verdachte] was alleen in de ISO-cel geplaatst. De teksten zijn hierna van de wanden verwijderd, zodat de ISO-cel weer gebruikt kon worden. Er is niemand het recht en de toestemming gegeven tot het wederrechterlijk vernielen van de cel."
3.3.
Volgens het tweede lid van art. 342 Sv kan het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Gelet hierop en in aanmerking genomen dat de bewezenverklaring onder 3 slechts kan volgen uit de verklaring van de aangever [betrokkene 1] (bewijsmiddel 11) is de bewezenverklaring niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
3.4.
Het middel is terecht voorgesteld.

4.Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.

5.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het in de zaak met parketnummer 03-107506-10 onder 3 tenlastegelegde en de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof s-Hertogenbosch, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
9 september 2014.