ECLI:NL:HR:2014:2676

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 september 2014
Publicatiedatum
17 september 2014
Zaaknummer
13/01718
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betekening van de appeldagvaarding en rechtsgeldigheid in hoger beroep

In deze zaak gaat het om de rechtsgeldigheid van de betekening van de appeldagvaarding aan de verdachte, die niet in Nederland gedetineerd was en wiens feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland onbekend was. De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit een eerdere uitspraak (ECLI:NL:HR:2002:AD5163) en stelt vast dat de dagvaarding niet naar het bekende adres van de verdachte in het buitenland is verzonden. De verdachte was ten tijde van de betekening niet gedetineerd en er was geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend. De Hoge Raad oordeelt dat de appeldagvaarding niet rechtsgeldig is betekend, omdat de vereiste toezending aan het buitenlandse adres niet heeft plaatsgevonden. Hierdoor is het oordeel van het Hof dat de appeldagvaarding rechtsgeldig is betekend, niet toereikend gemotiveerd. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.

Uitspraak

9 september 2014
Strafkamer
nr. S 13/01718
CB/ARA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 2 augustus 2012, nummer 23/001460-11, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. Th.J. Kelder, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.

2.Beoordeling van het eerste middel

2.1.
Het middel klaagt over het oordeel van het Hof dat de appeldagvaarding geldig is betekend. Het betoogt daartoe dat niet blijkt dat die dagvaarding naar het van de verdachte bekende adres in het buitenland is verzonden.
2.2.1.
De bestreden uitspraak is bij verstek gewezen. Het Hof heeft de verdachte met toepassing van art. 416, tweede lid, Sv niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.
2.2.2.
Bij de op de voet van art. 434, eerste lid, Sv aan de Hoge Raad toegezonden stukken bevinden zich:
(i) een proces-verbaal van verhoor van 15 oktober 2010, opgemaakt door een wachtmeester van de Koninklijke marechaussee, inhoudende als relaas van een verbalisant:
"Op vrijdag 15 oktober 2010, omstreeks 19:00 uur,
hoorde ik (...)
als verdachte (...) een man die opgaf te zijn:
[verdachte] (ZICH NOEMENDE), [verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats]
adres [a straat]
te [geboorteplaats]."
(ii) een akte rechtsmiddel hoger beroep van 4 april 2011, inhoudende als gegevens betreffende de verdachte:
"naam [verdachte]
voornamen [verdachte]
geboren [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats]
wonende te
adres Z.V.W.O.V.H.T.L.
thans verblijvende: Detentiecentrum Rotterdam te Rotterdam PREV."
(iii) een akte uitreiking, gehecht aan het dubbel van de dagvaarding van de verdachte om te verschijnen ter terechtzitting in hoger beroep van 2 augustus 2012, inhoudende dat de dagvaarding op 21 mei 2012 is uitgereikt ter griffie van de Rechtbank Amsterdam, omdat "van de geadresseerde geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend is".
(iv) een aan het dubbel van die dagvaarding gehechte ID-staat SKDB van 27 juli 2012, inhoudende dat de verdachte niet is gedetineerd en dat van hem noch een GBA-adres noch een laatst opgegeven woon- of verblijfplaats in Nederland, noch een BVV-adres (de Hoge Raad begrijpt: Basis Voorziening Vreemdelingen) bekend is.
2.3.
Indien op grond van het daartoe ingestelde onderzoek als vaststaand kan worden aangenomen dat de verdachte niet is ingeschreven in een GBA en niet in Nederland is gedetineerd, en van hem ook niet een feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland maar wel een adres in het buitenland bekend is, geschiedt de betekening van de dagvaarding door toezending van de dagvaarding door het openbaar ministerie hetzij rechtstreeks aan het laatstbekende adres van de verdachte in het buitenland, hetzij door tussenkomst van de bevoegde buitenlandse autoriteit of instantie (art. 588, tweede lid, Sv). Door die toezending is de dagvaarding rechtsgeldig betekend (vgl. HR 12 maart 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5163, NJ 2002/317).
2.4.
Uit de onder 2.2.2 weergegeven stukken moet worden afgeleid dat de verdachte ten tijde van het betekenen van de dagvaarding in hoger beroep niet was gedetineerd noch dat van hem een feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland maar wel een adres in het buitenland bekend was. Noch de hierboven genoemde akte van uitreiking, noch enig ander gedingstuk houdt evenwel in dat de dagvaarding in hoger beroep naar voornoemd adres van de verdachte in het buitenland is verzonden. Gelet hierop is het oordeel van het Hof dat de appeldagvaarding rechtsgeldig is betekend niet toereikend gemotiveerd. De Hoge Raad zal deze dagvaarding om doelmatigheidsredenen nietig verklaren.
2.5.
Het middel is dus in zoverre terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, de middelen voor het overige geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
9 september 2014.