Uitspraak
[X] B.V. (voorheen [A] B.V.)te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof te Amsterdamvan 3 januari 2013, nrs. 11/00743 tot en met 11/00746, betreffende bindende tariefinlichtingen.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van [X] B.V. (voorheen [A] B.V.) tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft bindende tariefinlichtingen die door de Inspecteur zijn afgegeven op verzoek van belanghebbende. Na bezwaar tegen deze beschikkingen heeft de Inspecteur de besluiten gehandhaafd. De Rechtbank te Haarlem heeft het beroep tegen deze uitspraken ongegrond verklaard. Hierop heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank gedeeltelijk heeft vernietigd. Het Hof heeft de bindende tariefinlichtingen in twee gevallen vernietigd, maar de uitspraak van de Rechtbank voor het overige bevestigd.
Belanghebbende heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof, waarbij een middel is voorgesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, aangezien het middel geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft ook overwogen dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken op 8 augustus 2014 door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw, samen met de raadsheren D.G. van Vliet en E.N. Punt, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.