In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 januari 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek tot wijziging van partneralimentatie. De man, verzoeker tot cassatie, had beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarin de alimentatieverplichting was vastgesteld. De man stelde dat de beschikking van het hof niet aan de wettelijke maatstaven voldeed, omdat deze was gebaseerd op onjuiste of onvolledige gegevens. Hij voerde aan dat er sinds de beschikking van 21 april 2010 een wijziging van omstandigheden had plaatsgevonden, waardoor zijn financiële situatie was veranderd.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof de stukken die de man had ingediend, waaronder jaarrekeningen en belastingaanslagen, niet voldoende had meegewogen in zijn beoordeling. De man had onvoldoende inzicht gegeven in zijn inkomenspositie, wat leidde tot de conclusie dat hij in staat was de alimentatie te betalen. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het gerechtshof en verwees de zaak naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling.
De uitspraak benadrukt het belang van transparantie in financiële gegevens bij het vaststellen van alimentatieverplichtingen en de noodzaak voor rechters om alle relevante informatie in overweging te nemen bij hun beslissingen. De Hoge Raad bevestigde dat een wijziging van omstandigheden kan leiden tot herbeoordeling van alimentatie, mits deze wijziging relevant is en goed onderbouwd.