ECLI:NL:HR:2014:1633

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 juli 2014
Publicatiedatum
9 juli 2014
Zaaknummer
13/04197
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending van geheimhoudingsbeding in contractenrecht met betrekking tot olieboringen

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil tussen verschillende rechtspersonen, waaronder DEEP WATER SLENDER WELLS LIMITED en SHELL INTERNATIONAL EXPLORATION AND PRODUCTION INC. De zaak betreft de schending van een geheimhoudingsbeding in het kader van contractenrecht, specifiek met betrekking tot knowhow over olieboringen. De eisers tot cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.P.J.L. Tjittes, hebben beroep in cassatie ingesteld tegen een eerder arrest van het gerechtshof Den Haag. Dit arrest volgde op een vonnis van de rechtbank ’s-Gravenhage en betreft de vraag of essentiële stellingen zijn gepasseerd en of er een bewijsaanbod is genegeerd.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat de klachten van de eisers niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in lijn met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van DWSW c.s. verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 3.018,34.

De uitspraak is gedaan op 11 juli 2014 door de vice-president E.J. Numann en de overige raadsheren, en is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot. Deze uitspraak heeft implicaties voor de interpretatie van geheimhoudingsbedingen in contracten en de verantwoordelijkheden van partijen in dergelijke overeenkomsten.

Uitspraak

11 juli 2014
Eerste Kamer
nr. 13/04197
EV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. De rechtspersoon naar vreemd recht DEEP WATER SLENDER WELLS LIMITED,
gevestigd te Douglas, Isle of Man, Verenigd Koninkrijk,
2. De rechtspersoon naar vreemd recht PREDA CONSULTANTS INC.,
gevestigd te Houston, Texas, Verenigde Staten van Amerika,
3. De rechtspersoon naar vreemd recht PREDA CONSULTANTS LIMITED,
gevestigd te Jersey, Verenigd Koninkrijk,
4. [eiser 4],
wonende te [woonplaats], Verenigd Koninkrijk,
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. R.P.J.L. Tjittes,
t e g e n
1. De rechtspersoon naar vreemd recht SHELL INTERNATIONAL EXPLORATION AND PRODUCTION INC,
gevestigd te Houston, Texas, Verenigde Staten van Amerika,
2. SHELL INTERNATIONAL EXPLORATION AND PRODUCTION B.V.,
gevestigd te Rijswijk,
3. De rechtspersoon naar vreemd recht ROYAL DUTCH SHELL P.L.C.,
gevestigd te ’s-Gravenhage,
4. [verweerder 4],
wonende te [woonplaats], Verenigd Koninkrijk,
5. [verweerder 5],
wonende te [woonplaats], Verenigde Staten van Amerika,
6. [verweerder 6],
wonende te [woonplaats], Verenigde Staten van Amerika,
7. [verweerder 7],
wonende te [woonplaats], Verenigd Koninkrijk,
VERWEERDERS in cassatie,
advocaten: mr. M.J. Schenck en mr. V. Rörsch.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als DWSW c.s. en Shell.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 313437/HA ZA 08-1982 van de rechtbank ’s-Gravenhage van 23 november 2011;
b. het arrest in de zaak 200.108.780/01 van het gerechtshof Den Haag van 14 mei 2013.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof hebben DWSW c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Shell heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor DWSW c.s. mede door mr. R. Hermans en mr. D. Verhulst, beiden advocaat te Amsterdam.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van DWSW c.s. heeft bij brief van 30 mei 2014 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt DWSW c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Shell begroot op € 818,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, G. de Groot en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
11 juli 2014.