ECLI:NL:HR:2014:1578

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 juli 2014
Publicatiedatum
1 juli 2014
Zaaknummer
13/00753
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verjaring en niet-ontvankelijkheid in vervolging wegens overtreding van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 juli 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam. De verdachte was eerder vrijgesproken van een primair tenlastegelegde misdrijf, maar was wel veroordeeld voor een overtreding van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen. De zaak betrof een incident dat plaatsvond op of omstreeks 21 december 2003, waarbij de verdachte een grote hoeveelheid schadelijke stoffen, in de vorm van pesticide, in de Nederlandse territoriale zee had geloosd. De Hoge Raad oordeelde dat de verjaringstermijn voor de strafvordering in dit geval tien jaar bedroeg, en dat het recht tot strafvordering wegens verjaring was vervallen. Hierdoor verklaarde de Hoge Raad de Officier van Justitie niet-ontvankelijk in de vervolging voor de onder 2 primair tenlastegelegde overtreding. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling van de overige tenlasteleggingen. De uitspraak benadrukt de belangrijke rol van verjaring in het strafrecht en de gevolgen daarvan voor de vervolging van overtredingen.

Uitspraak

1 juli 2014
Strafkamer
nr. 13/00753 E
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, Economische Kamer, van 25 januari 2013, nummer 23/000653-08, in de strafzaak tegen:
[verdachte], gevestigd te [vestigingsplaats].

1.Geding in cassatie

Het beroep - dat blijkens de daarvan opgemaakte akte niet is gericht tegen de vrijspraak van het onder 1 en onder 3 tenlastegelegde - is ingesteld door de verdachte. Blijkens voormelde akte is het beroep in cassatie evenmin gericht tegen de vrijspraak van het onder 2 primair tenlastegelegde misdrijf.
Namens de verdachte heeft mr. Th.J. Kelder, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak ten aanzien van de beslissingen met betrekking tot de onder 2 primair tenlastegelegde overtreding en in zoverre tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing(en) met betrekking tot verwijzing, terugwijzing of zelf afdoen als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.

2.Beoordeling van het eerste middel

2.1.
Het middel betoogt dat de onder 2 primair tenlastegelegde overtreding is verjaard.
2.2.1.
Bij inleidende dagvaarding is aan de verdachte onder 2 tenlastegelegd dat:
"hij op of omstreeks 21 december 2003, in elk geval in 2003, in de Nederlandse territoriale zee (op of nabij de positie(s) 53.12.6 NB 004.34 OL en/of 53.23.5 NB 004.45.6 OL), in elk geval in Nederland, al dan niet opzettelijk, vanaf een schip, genaamd [A], een (grote) hoeveelheid schadelijke stof, te weten (een of meer container(s) en/of vat(en), inhoudende ongeveer 63000 kilogram) pesticide (aangeduid als UN 2902 Pesticide Liquid Toxic N.O.S., handelsnaam Celcure CCA Type C-72%, bestaande uit onder andere koper oxide en/of chroom trioxide en/of arseen pentoxide), in elk geval een schadelijke stof, in zee heeft geloosd in geen geval en/of op andere wijze dan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur was vastgesteld;
2 subsidiair:
hij op of omstreeks 21 december 2003, in elk geval in 2003, in de Nederlandse territoriale zee (op of nabij de positie(s) 53.12.6 NB 004.34 OL en/of 53.23.5 NB 004.45.6 OL), in elk geval in Nederland, al dan niet opzettelijk, vanaf een schip, genaamd [A], zonder ontheffing, een (grote) hoeveelheid schadelijke stof, te weten (een of meer container(s) en/of vat(en), inhoudende ongeveer 63000 kilogram) pesticide (aangeduid als UN 2902 Pesticide Liquid Toxic N.O.S., handelsnaam Celcure CCA Type C-72%, bestaande uit onder andere koper oxide en/of chroom trioxide en/of arseen pentoxide), in elk geval een afvalstof en/of verontreinigende en/of schadelijke stof heeft geloosd;
2 meer subsidiair:
hij op of omstreeks 21 december 2003, in elk geval in 2003, in de Nederlandse territoriale zee (op of nabij de positie(s) 53.12.6 NB 004.34 OL en/of 53.23.5 NB 004.45.6 OL), in elk geval in Nederland, al dan niet opzettelijk, zonder vergunning, vanaf een schip, genaamd [A], een (grote) hoeveelheid schadelijke stof, te weten (een of meer container(s) en/of vat(en), inhoudende ongeveer 63000 kilogram) pesticide (aangeduid als UN 2902 Pesticide Liquid Toxic N.O.S., handelsnaam Celcure CCA Type C- 72%, bestaande uit onder andere koper oxide en/of chroom trioxide en/of arseen pentoxide), in elk geval een afvalstof en/of verontreinigende en/of schadelijke stof in het water van de Noordzee, in elk geval in enig oppervlaktewater heeft geloosd, in elk geval heeft gebracht, op andere wijze dan met behulp van een werk."
2.2.2.
Zoals hiervoor onder 1 is vastgesteld, heeft het Hof de verdachte vrijgesproken van het onder 2 primair tenlastegelegde misdrijf en is het beroep in cassatie niet gericht tegen deze vrijspraak.
2.2.3.
Het Hof heeft hetgeen overigens onder 2 primair is tenlastegelegd en in art. 2, tweede lid, (oud) in verbinding met art. 1a, aanhef en onder 1˚, (oud) WED en art. 5, eerste lid, (oud) Wet voorkoming verontreiniging door schepen, als overtreding is strafbaar gesteld, bewezenverklaard en de verdachte ter zake daarvan veroordeeld tot een geldboete van € 45.000,-.
2.3.
Dit feit is volgens de tenlastelegging begaan "in of omstreeks 21 december 2003, in elk geval in 2003". Op grond van art. 70, eerste lid aanhef en onder 1˚, in verbinding met art. 72, tweede lid, Sr beloopt de verjaringstermijn in het onderhavige geval tien jaren. Wat betreft dit feit is derhalve het recht tot strafvordering wegens verjaring vervallen.
2.4.
Het middel is terecht voorgesteld.
2.5.
De Hoge Raad zal, met vernietiging van de bestreden uitspraak, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, de Officier van Justitie in zoverre alsnog niet-ontvankelijk verklaren in de vervolging.

3.Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak – voor zover aan zijn oordeel onderworpen – ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat de overige middelen geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, doch uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van de onder 2 primair tenlastegelegde overtreding van art. 5 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen;
verklaart de Officier van Justitie alsnog niet-ontvankelijk in de vervolging ter zake van deze overtreding;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, Economische Kamer, opdat de zaak met inachtneming van dit arrest op het bestaande hoger beroep ter zake van het onder 2 subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde verder wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
1 juli 2014.