Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 3 december 2012 heeft de raadsman van de verdachte het woord gevoerd overeenkomstig de aan het proces-verbaal gehechte pleitnota. Deze pleitnota houdt omtrent het verzoek om [betrokkene 2] als getuige te horen - onder meer - het volgende in:
"Cliënt heeft zich in het verleden ingelaten met het rijden van een aanzienlijke hoeveelheid softdrugs tegen een (percentage)vergoeding. De door hem gereden handel is in beslaggenomen nadat het busje waarmee het door cliënt vervoerd werd was omgeslagen. Cliënt is vervolgens verantwoordelijk gehouden door A en B voor het verlies van die handel en diende tot schadeloosstelling over te gaan. De direct[e] omgeving van cliënt maakte zich met cliënt grote zorgen om zijn welzijn en vooral veiligheid indien er niet schadeloos gesteld zou worden. Daartoe is men - na eerst D en E te hebben ingeschakeld hetgeen uiteindelijk onvoldoende soelaas heeft geboden - uitgekomen bij de Marokkaanse zakenman [betrokkene 1] via de zakelijk aan [betrokkene 1] verbonden [betrokkene 2].
[betrokkene 2] is volledig en transparant op de hoogte gesteld van de ontstane problematiek en het feit dat er financiële middelen beschikbaar moesten komen. Hij is doordrongen geraakt van het feit dat de veiligheid van cliënt groot risico liep indien er geen groot geldbedrag beschikbaar zou komen. Hij heeft zich bereid getoond [betrokkene 1] zo ver te krijgen de nodige financiële middelen beschikbaar te laten komen. Echter niet door open en transparant met [betrokkene 1] de problemen te bespreken. Als vertrouwd zakenpartner heeft [betrokkene 2] [betrokkene 1] ervan overtuigd in zee te gaan met cliënt met als doel om gelden buiten Marokko in Europa te kunnen krijgen. Dit laatste wilde [betrokkene 1] immers. [betrokkene 2] had [betrokkene 1] overtuigd dat via cliënt de faciliteiten ontstonden om geld uit te voeren uit Marokko ten einde dat via Luxemburg in Europa terug en aldus weer beschikbaar te krijgen. Aldaar wenste [betrokkene 1] te investeren: hij had daar 4,5 tot 5 miljoen Euro nodig. [betrokkene 1] ging af op zijn zakenpartner [betrokkene 2] die hij totaal vertrouwde. [betrokkene 2] was bepaald niet transparant naar [betrokkene 1] als het ging om de daadwerkelijke reden om financieel in zee te gaan met cliënt. Ongetwijfeld zag [betrokkene 2] naast de probleemoplossing ook een mogelijkheid om daar zelf financieel voordeel bij te halen.
[betrokkene 1] is in zekere zin ook niet transparant gebleken. Wel degelijk transparant in zijn verklaring bij de RC, maar niet als het gaat om de geld(uit)leenovereenkomst die op 27 juli 2007 is aangegaan met cliënt. De oorzaak van de overeenkomst is immers niet transparant neergelegd in het contract. Het was niet de bedoeling dat cliënt zou beleggen, maar dat de gelden als gezegd naar Europa (Luxemburg) zouden komen en [betrokkene 1] aldaar het geld beschikbaar zou krijgen. Cliënt zou daartoe een vergoeding ontvangen. Voor als het op de een of andere manier spaak zou lopen werd het contract opgesteld. Uiteraard kon in het contract niet de werkelijke oorzaak (van uitvoeren van een groot geldbedrag) worden opgenomen. Dit is immers tegen de in Marokko geldende regels.
Het totale geldbedrag is in drie gedeelten in Dirham beschikbaar gekomen waarna de Dirhams in Marokko omgewisseld zijn naar Euro's. Uiteindelijk is het totaalbedrag in de zomer van 2009 in één keer naar Nederland gekomen waarna het in september van dat jaar in beslag is genomen.
De bedoeling van cliënt en zijn omgeving was de schuldeisers inzake het omgeslagen busje schadeloos te stellen. Het resterende bedrag moest aangewend worden om nieuw kapitaal te vergaren teneinde weer het volle bedrag te kunnen terugbetalen aan [betrokkene 1].
(...)
Maar cliënt heeft méér verklaard: hij heeft evenzeer gesproken over de tussenpersoon [betrokkene 2] via wie (de omgeving van) cliënt aan het geldbedrag van [betrokkene 1] is gekomen. De omgeving van cliënt kende [betrokkene 2] goed en laatstgenoemde is een goede vriend/zakenpartner van [betrokkene 1]. [betrokkene 2] is gevraagd om te helpen: het leven van cliënt stond immers op het spel. Vanwege veiligheidsredenen wilde cliënt niet aangeven wie uit zijn omgeving [betrokkene 2] heeft aangedragen en heeft overtuigd. Ook hier weer kan cliënt dan wel worden tegengeworpen dat hij de naam van betrokkene uit zijn omgeving niet wil zeggen, maar eerlijk gezegd treedt wel soms enige vermoeidheid in daar waar veiligheidsredenen altijd ten volle gerespecteerd worden als het OM dergelijke redenen in stelling brengt, terwijl groot wantrouwen zich aandient indien de verdachte of de verdediging dergelijke redenen aandraagt.
(...)
Ik zou eigenlijk wel eens willen dat het argument van veiligheid ook serieus wordt genomen als een verdachte dat aandraagt. Zeker in deze zaak, waarin cliënt met de nodige ervaringen de veiligheid van derden niet in gevaar wenst te brengen door namen te gaan noemen. Dit alles nog los van het feit dat betrokkenen grote terughoudendheid kennen nu justitie zowel in Nederland als in Marokko actief is geworden vanwege de verdenking dat criminaliteit in het spel is.
Boven dit alles: ook hier geldt dat cliënt de meest belangwekkende personen benoemd heeft. Niet alleen de bron van herkomst van het geld, maar ook de persoon die direct aan die bron gerelateerd is en partijen bij elkaar gebracht heeft. Wat wil het OM nog meer? Wat kan er in alle redelijkheid nog verder van cliënt verwacht worden zonder dat daadwerkelijk zijn veiligheid en mogelijk dat van anderen gevaar kan gaan lopen?
Cliënt heeft alle vragen over [betrokkene 2] beantwoord, waar er werd gesproken en o.m. waar [betrokkene 2] woont: in Casablanca. Daarover overigens aan het slot van dit betoog meer.
Cliënt verklaart hier ook open dat het de kennelijke bedoeling van zijn omgeving was om het meerdere van de benodigde € 3,7 miljoen te gaan investeren om "het geld terug te verdienen". Precies ook een goede reden voor zijn omgeving om zich niet perse als getuige te willen melden, teneinde al te lastige vragen te voorkomen.
Nadat cliënt de dood in de ogen had gezien is er door de omgeving van cliënt meer en meer aangedrongen bij [betrokkene 2]. Rond de zomer van 2007 kwamen er berichten dat via [betrokkene 1] inderdaad mogelijk financiële middelen zouden vrijkomen. Cliënt is voorgesteld aan [betrokkene 1] terwijl cliënt via zijn omgeving vernomen had dat [betrokkene 1] in Europa wilde investeren. Uiteraard wist [betrokkene 1] niet hoe cliënt met het geld om zou gaan - anders dan dat het uit Marokko richting Europa moest. [betrokkene 2] had [betrokkene 1] onwetend gehouden, aangezien [betrokkene 1] anders uiteraard nimmer los zou zijn gekomen met het geld. Wanneer cliënt [betrokkene 1] voor het eerst ontmoet heeft weet hij niet precies, maar het stond hem bij dat dit tezamen met [betrokkene 2] moet zijn geweest in een patisserie in Marakesh. Aldaar kreeg cliënt ook te horen dat [betrokkene 1] iemand nodig had om het geld naar Europa te brengen. 40 tot 50 miljoen Dirham zou beschikbaar komen. Als het geld omgewisseld zou zijn naar euro's zou cliënt zorg dragen voor vervoer naar Europa. Het geld kon niet in één keer door [betrokkene 1] beschikbaar worden gesteld. De afspraak was eigenlijk dat het naar Luxemburg moest. De vergoeding voor het transport zou 50.000 euro zijn en door wisselkoers zou er mogelijk nog extra geld te verdienen zijn. In Nederland zou het geld - uiteraard buiten wetenschap van [betrokkene 1] om - worden aangewend ter aflossing van de bestaande schulden. Cliënt verklaart verder dat hij inmiddels vernomen heeft dat [betrokkene 1] en Abdelila "geen vrienden meer" zijn. Bij de eerste ontmoeting tussen cliënt en [betrokkene 1] bleek [betrokkene 1] de vader van cliënt al te kennen. In juli 2007 is het eerste deel groot 30 miljoen Dirham overhandigd in Marakesh. Cliënt was toen met [betrokkene 2] naar het kantoor van [betrokkene 1] gegaan. Een kwitantie werd getekend. Verder was er een eerder getekend contract waarvan de inhoud overigens bij cliënt "het ene oor in en het andere uit" ging.
Het geld is gewisseld in de periode tussen 2007 en 2 oktober 2008 (verjaardag schoonzusje). Al het geld is in die periode gewisseld, ook het geld dat ze later kregen. Het tweede deel kwam in oktober 2007 nadat [betrokkene 2] had gezegd dat hij terug moest komen. Het was op dezelfde manier verlopen met [betrokkene 2]. Het geld is weer naar de vertrouwenspersoon in Casablanca gegaan waarbij cliënt zelf gezien heeft dat tussen de 700 en 900 duizend euro aan Dirhams naar euro's werd omgewisseld. In de zomer van 2008 heeft cliënt overigens zelf ook ongeveer 3 keer omgewisseld naar biljetten van 500 euro. De bedoeling was het gehele bedrag in euro's om te wisselen. In diezelfde zomer van 2008 is ook in Marakesh het derde deel van het geld (10 of 12 miljoen dirham: want cliënt kan op dat moment niet zeggen of hij die bedragen door elkaar haalt) op gelijke wijze beschikbaar gekomen. Ook toen is het geld weer naar Casablanca gegaan en later omgewisseld.
(...)
De rechtbank werpt cliënt tegen dat hij alléén [betrokkene 1] concreet genoemd heeft, terwijl hij van [betrokkene 2] niet het adres zou hebben aangeleverd. Ik wijs nog maar eens in de eerste plaats op het feit dat [betrokkene 1] de sleutel- of kernpersoon in dit verhaal betreft. [betrokkene 2] heeft laten weten zich alleen door een rechtelijk bevel te laten dwingen. Zoals ik het reeds in eerste aanleg benoemde: hij is niet zo'n "groot voorstander" van verschijning, hetgeen ook niet al te opmerkelijk is nu hij een rol heeft gespeeld waarmee hij bij [betrokkene 1] voorzichtig uitgedrukt niet de handen op elkaar heeft gekregen. Om nog maar te zwijgen van het feit dat justitie hem op de korrel kan nemen. Vergelijk alleen reeds het feit dat de AG hier oplichting door [betrokkene 2] niet uitsluit. Wat daar verder van zij: ik kom aan het slot van dit pleidooi nog terug op deze betrokkene. Voor hier volstaat nog eens te memoreren dat als het verhaal rondom [betrokkene 2] niet zou deugen, aldus niet alleen cliënt maar bovendien [betrokkene 1] gelogen zou hebben. Dat lijkt mij bepaald niet waarschijnlijk.
(...)
Meer subsidiair:
Is het noodzakelijk dat er nader onderzoek wordt gedaan.
Verzocht wordt derhalve om:
(...)
Het horen van [betrokkene 2] woonachtig:
[woonplaats].
Inmiddels heeft de verdediging aldus het adres van deze getuige weten te achterhalen. De noodzaak voor het horen van deze getuige is thans eens te meer gelegen in het belang van de verdediging om ondersteuning van de verklaringen van cliënt en [betrokkene 1] te verkrijgen."