ECLI:NL:HR:2014:1493

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 juni 2014
Publicatiedatum
20 juni 2014
Zaaknummer
13/03014
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht en arbitragerecht: cassatie over renovatie na arbitrage

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 juni 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen de stichting WOONSTICHTING LIEVEN DE KEY. De zaak betreft een geschil over huurrecht en arbitragerecht, specifiek over de renovatie van een huurwoning na een arbitrageprocedure. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de kantonrechter te Amsterdam en een arrest van het gerechtshof Amsterdam, waaruit blijkt dat er een voorstel tot renovatie door de verhuurder was gedaan, dat door de huurder was betwist. De huurder vorderde herstel en schadevergoeding, waarbij de vraag aan de orde was in hoeverre de huurder gebonden was aan het arbitraal vonnis.

De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de huurder niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad stelde vast dat de aangevoerde klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de eerdere uitspraken van de lagere rechters heeft bekrachtigd. De Hoge Raad heeft de huurder bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 3.018,34, bestaande uit verschotten en salaris voor de advocaat van de wederpartij.

Deze uitspraak benadrukt de gebondenheid aan arbitraal vonnissen en de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van de rechtsontwikkeling binnen het huurrecht en arbitragerecht.

Uitspraak

20 juni 2014
Eerste Kamer
nr. 13/03014
TT/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. E.F.A. Linssen-van Rossum,
t e g e n
De stichting WOONSTICHTING LIEVEN DE KEY, als rechtsopvolger onder algemene titel van de stichting De Key,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J.A.M.A. Sluysmans.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en De Key.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 1087141/CV EXPL 09-33159 van de kantonrechter te Amsterdam van 24 november 2009, 30 maart 2010, 22 juni 2010, 29 maart 2011 en 8 november 2011;
b. het arrest in de zaak 200.102.131/01 van het gerechtshof Amsterdam van 12 maart 2013.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Key heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor De Key toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 8 mei 2014 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van De Key begroot op € 818,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en G. de Groot en in het openbaar uitgesproken door de vice-president W.A.M. van Schendel op
20 juni 2014.