ECLI:NL:HR:2014:1420

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 juni 2014
Publicatiedatum
13 juni 2014
Zaaknummer
13/02090
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake aanmaningskosten gemeente Bergen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juni 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het Gerechtshof te Amsterdam. De belanghebbende had beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof van 15 november 2012, waarin het hoger beroep van de belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank te Alkmaar werd behandeld. De Rechtbank had zich uitgesproken over de aanmaningskosten die door de gemeente Bergen aan de belanghebbende in rekening waren gebracht, alsook over de afwijzing van een verzoek om vergoeding van kosten in verband met de behandeling van het bezwaar.

De Hoge Raad heeft de klachten van de belanghebbende beoordeeld, maar deze konden niet leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de eerdere uitspraken van het Gerechtshof en de Rechtbank heeft bevestigd.

Daarnaast heeft de Hoge Raad in deze uitspraak geen termen gezien voor een veroordeling in de proceskosten, wat betekent dat de kosten van de procedure niet aan de belanghebbende worden opgelegd. De beslissing van de Hoge Raad om het beroep in cassatie ongegrond te verklaren, werd openbaar uitgesproken door de raadsheren C. Schaap, Th. Groeneveld en J. Wortel, met F. Treuren als waarnemend griffier.

Uitspraak

13 juni 2014
nr. 13/02090
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof te Amsterdamvan 15 november 2012, nr. 12/00013, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Alkmaar (nr. AWB 10/1053) betreffende de door de ambtenaar belast met de invordering van de gemeente Bergen aan belanghebbende in rekening gebrachte aanmaningskosten, alsmede de afwijzing van een verzoek om vergoeding van kosten in verband met de behandeling van het bezwaar.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

2.Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2014.