Uitspraak
1.Geding in cassatie
28 januari 2003 LJNAE9671). Het hof heeft vastgesteld dat op het moment van het afleggen van de valse verklaring door de verdachte het opsporing[s]onderzoek tegen de medeverdachte nog gaande was. Die valse verklaring had er toe kunnen leiden dat bedoeld onderzoek belemmerd zou worden. Gelet daarop acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte heeft getracht [betrokkene] behulpzaam te zijn in het ontkomen aan de nasporing van ambtenaren van de justitie of politie, door [betrokkene] te voorzien van een vals alibi Daaraan doet met af dat deze [betrokkene] op het moment dat de verdachte hem een vals alibi verschafte, reeds was aangehouden. Nu opsporingsambtenaren hebben achterhaald dat het door de verdachte aan [betrokkene] verschafte alibi vals was, is het misdrijf niet voltooid."
3.Slotsom
4.Beslissing
10 juni 2014.