Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2011 van de politie Rotterdam-Rijnmond, district 4 Centrum met nr. PL17D0 2011048594-13 (pp.1-3).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaren:
Op 15 februari 2011 surveilleerden wij op de Nieuwe Binnenweg te Rotterdam. Wij zagen omstreeks 01.15 uur een voertuig op de Nieuwe Binnenweg richting het Eendrachtsplein rijden. Dit betrof een grijze Lexus, gekentekend [AA-00-BB]. Wij zagen dat bovengenoemd voertuig linksaf de Van Speykstraat richting de West-Kruiskade inreed. Wij zagen dat de bestuurder van dit voertuig bord C2 negeerde, handelen in strijd met een gesloten verklaring. Hierop zijn wij achter het voertuig aangereden.
Ik, verbalisant [verbalisant 1], heb via de districtportofoon doorgegeven dat wij het voertuig staande wilden gaan houden. Ik, verbalisant [verbalisant 2], heb via de portofoon van de meldkamer Politie Rotterdam-Rijnmond doorgegeven dat wij een voertuigcontrole gingen uitvoeren op de West-Kruiskade.
Wij zagen dat het voertuig op het Kruisplein te Rotterdam tot stil stand kwam. Ik, verbalisant [verbalisant 2], liep richting de bestuurder. Ik, verbalisant [verbalisant 1], liep naar de andere kant van het voertuig. Hierop keek ik het voertuig in. Ik zag dat op de bijrijdersstoel een man zat. Deze man droeg onder meer een blouse met het embleem van het beveiligingsbedrijf 'Trigion' erop. Ik zag dat achter de bijrijder een andere man zat.
Ik, verbalisant [verbalisant 2], heb vervolgens de bestuurder aangesproken en verteld waarom hij staande was gehouden. Op mijn vraag of hij zijn rijbewijs wilde overhandigen, verklaarde de bestuurder dat hij dit niet bij zich had. Ik, verbalisant [verbalisant 2], heb zijn persoonsgegevens genoteerd. Vervolgens heb ik telefonisch contact opgenomen met de wachtcommandant van district 4.
De wachtcommandant heeft gezien dat de bestuurder in het politiesysteem antecedenten had voor de Wet wapens en munitie.
Ik heb met toestemming de bestuurder gefouilleerd. Ik trof niets bij de bestuurder aan. Op mijn vraag of ik, verbalisant [verbalisant 2], het voertuig mocht doorzoeken, verklaarde de bestuurder dat dit mocht.
Ik, verbalisant [verbalisant 2], heb het voertuig doorzocht.
Wij, verbalisanten, hoorden de man met het Trigionuniform zeggen dat het zware veiligheidsvest dat op de achterbank lag van hem was.
Ik, verbalisant [verbalisant 2], zag in het voertuig onder de bijrijdersstoel een vuurwapen. Ik zei tegen de drie personen dat deze waren aangehouden ter zake het voorhanden hebben van een vuurwapen.
Op het hoofdbureau van politie bleek de bestuurder genaamd te zijn: [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats].
De bijrijder bleek genaamd te zijn: [betrokkene 1], geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats].
De man achter de bijrijder bleek genaamd te zijn: [betrokkene 2], geboren [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats].
2. De verklaring van de getuige [verbalisant 2].
Deze getuige heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 15 oktober 2012 verklaard - zakelijk weergegeven-:
De bestuurder is uitgestapt. De andere twee passagiers bevonden zich nog in het voertuig.
Ik vroeg of ik in de auto mocht kijken. De bestuurder zei tegen mij dat dat geen probleem was en gaf toestemming. In mijn beleving zei de bestuurder zoiets als 'kijk maar' of woorden van gelijke strekking. Hij heeft niet gezegd dat hij bezwaar maakte. Ik ben er 100% zeker van dat de bestuurder geen bezwaar heeft gemaakt, alleen de exacte bewoordingen van de bestuurder weet ik niet meer, maar ik weet zeker dat er gesproken is. Ik vroeg het aan hem en hij gaf mij antwoord. Als er geen toestemming zou zijn verleend, dan had ik niet in de auto kunnen kijken. Ik zou dan wel de officier van justitie hebben gebeld omdat ik een kogelvrij vest had gevonden.
3. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2011 van de politie Rotter-dam-Rijnmond, Exo Executieve Ondersteuning, met nr. PL17P0 2011048594-11 (pp 11-12).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Ik heb op 15 februari 2011, op verzoek van [verbalisant 2], brigadier van Politie Rotterdam Rijnmond, het vuurwapen veiliggesteld dat werd aangetroffen onder de passagiersstoel van een personenauto en in beslag werd genomen op de locatie Kruisplein te Rotterdam.
Het betrof een zwartkleurig vuurwapen voorzien van het opschrift [001], Brownings Patent.
Het vuurwapen had een ontspannen haan. Ik zag dat er een patroonhouder in het vuurwapen aanwezig was. Ik zag dat de patroonhouder gevuld was met patronen.
4. Een proces-verbaal d.d. 15 februari 2011 van de politie Rotterdam-Rijnmond, Regionale Recherche Dienst, Forensische Opsporing Wapens & Techniek, met nr. 2011048594 (pp 13-14).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Ik onderzocht op 15 februari 2011 een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, dat op 15 februari 2011 aangetroffen en in beslag is genomen op de locatie Kruisplein te Rotterdam.
Ik heb gezien dat het voorwerp een pistool is van het merk FN, model 1900, kaliber 7,65 mm en voorzien van het serienummer [001].
Dit pistool is bestemd en geschikt om projectielen door een loop af te schieten en de werking berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing.
Derhalve is dit pistool een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3° gelet op artikel 2, lid 1, categorie III, onder 1° van de Wet wapens en munitie.
De bij het vuurwapen in beslag genomen vier stuks kogelpatronen bevonden zich in het patroonmagazijn van het voornoemd pistool en zijn van het merk Hirtenberger, kaliber 7,65 mm, zijnde munitie in de zin van artikel 1, onder 4° gelet op artikel 2, lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie. Deze munitie is bestemd en geschikt om te worden afgeschoten met het op 15 februari 2011 inbeslaggenomen vuurwapen FN 1900.
5. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2011 van de politie Rotterdam-Rijnmond, District 9 Feyenoord-Ridderster, met nr. PL17I0 2011048594-24 (pp 21-22).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaren:
Op 16 (waarvoor het hof in verband met de overige bewijsmiddelen leest: 15) februari 2011 werd door mij, verbalisant [verbalisant 3], een personenauto in beslag genomen.
Deze personenauto, een grijze Lexus Is200, voorzien van het kenteken [AA-00-BB] stond geparkeerd op het Haagseveer te Rotterdam.
Kort na de inbeslagname werd de grijze Lexus door ons doorzocht. In de personenauto werd een Glock vuurwapen aangetroffen en inbeslaggenomen.
6. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2011 van de politie Rotterdam-Rijnmond, Exo Executieve Ondersteuning, met nr. PL17P0 2011048594-18 (pp 48-49).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Ik heb op 15 februari 2011 het vuurwapen veiliggesteld, dat werd aangetroffen onder de bijrijdersstoel van een Lexus, met kenteken [AA-00-BB] en in beslag werd genomen op de locatie Haagseveer te Rotterdam.
Het vuurwapen had een gespannen haan. Ik zag dat er een patroonhouder in het vuurwapen aanwezig was. Ik zag dat de patroonhouder gevuld was met diverse patronen.
7. Een proces-verbaal d.d. 16 februari 2011 van de politie Rotterdam-Rijnmond, Regionale Recherche Dienst, Forensische Opsporing Wapens & Techniek, met nr. 2011048594 (pp 50-51).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Ik onderzocht op 16 februari 2011 een op een vuurwapen gelijkend voorwerp dat op 15 februari 2011 aangetroffen en in beslag is genomen op de locatie Haagseveer te Rotterdam. Ik heb gezien dat het voorwerp een pistool is van het merk Glock, model 19, kaliber 9x19mm.
Dit pistool is bestemd en geschikt om projectielen door een loop af te schieten en de werking berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing.
Derhalve is dit pistool een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3° gelet op artikel 2, lid 1, categorie III, onder 1° van de Wet wapens en munitie.
De bij het vuurwapen in beslag genomen veertien stuks kogelpatronen bevonden zich in het patroonmagazijn van het voornoemd pistool en zijn van het merk GFL kaliber 9x19mm, zijnde munitie in de zin van artikel 1, onder 4° gelet op artikel 2, lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie. Deze munitie is bestemd en geschikt om te worden afgeschoten met het in beslag genomen pistool Glock 19.
8. Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 15 februari 2011 van de politie Rotterdam-Rijnmond, District 9 Feyenoord-Ridderster, met nr. PL17I0 2011048594-15 (blz. 60 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - :
als de op 15 februari 2011 afgelegde verklaring van [verdachte]:
Mijn auto is een Lexus IS200 met het kenteken [AA-00-BB]. Gisteren werd ik gebeld door een jongen die ik ken als Kleine. Kleine vroeg mij of ik hem kon rijden naar Rotterdam. Ik ging hem ophalen bij het AMC in Amsterdam. Toen ik bij het AMC kwam heb ik Kleine opgepikt. Kleine was met een andere jongen die ik ken als Red. Ik ben weleens aangehouden in eenzelfde zaak als waar Red in is aangehouden. Dit ging toen ook over een vuurwapen.
De agent die met mij in gesprek was toonde mij een kogelvrijvest die op de achterbank lag. Ik hoorde dat Kleine zei: 'Die is van mij'.
9. Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 16 februari 2011 van de politie Rotterdam-Rijnmond, RRD Regionale Recherchedienst, met nr. PL17I0 2011048594-23 (blz. 63 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als de op 16 februari 2011 afgelegde verklaring van [verdachte]:
Op 14 februari 2011 ben ik omstreeks 23.00 uur gebeld door [betrokkene 2]. Hij vroeg aan mij of ik aan het rijden was en of hij met iemand anders opgepikt kon worden bij het AMC te Amsterdam. Even later werd ik weer gebeld, ik zat toen al in de auto, dat was door een man die ik 'Kleine' noem. Hij vroeg mij hoe ver ik was. [betrokkene 2] ken ik al jaren van de straat. Hij heeft een tijdje vastgezeten. Toen ik bij het AMC aankwam zag ik Kleine en [betrokkene 2] staan. Ik zag dat Kleine een uniform droeg van een beveiligingsbedrijf. Ik zag dat Kleine een kogelvrijvest in zijn hand had toen hij in de auto stapte. Kleine vroeg aan mij of ik richting Rotterdam kon rijden. Ik zei tegen hem dat dit goed was. Vervolgens reed ik naar Rotterdam.
Kleine ken ik van heel lang geleden. Ik ken Kleine ook van de straat. Ik denk dat ik hem vanaf 2002 ken.
De zwart/witte doek is mijn zakdoek. De twee zwarte handschoenen van het merk Kalenji draag ik als ik ga joggen.
10. Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 24 februari 2011 van de politie Rotterdam-Rijnmond, District 10 Zuid, met nr. PL17J0 2011048594-37 (blz. 83 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als de op 24 februari 2011 afgelegde verklaring van [verdachte]:
Het enige wat ik weet is dat Inchomar zich de laatste tijd met inbraken bezig houdt.
11. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2011 van de politie Rotterdam-Rijnmond, District 4 Centrum, met nr. PL17D0 2011048594-6.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaren:
Bij [betrokkene 2] werd tijdens de insluitingsfouillering een paar zwartkleurige kevlar-handschoenen en een zwartkleurige bivakmuts aangetroffen. Deze goederen zijn door ons inbeslaggenomen.
12. De verklaring van de getuige [betrokkene 1].
Deze getuige heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 16 april 2012 verklaard - zakelijk weergegeven-:
Ik had het vest niet aan omdat ik in de auto zat.
Daarvoor had ik het wel aan. Ik heb het vest uitgetrokken voordat ik de auto instapte.
13. Een uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 26 september 2012, betreffende [betrokkene 2].
14. Een uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 24 januari 2012, betreffende [betrokkene 1].
15. Een uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 26 september 2012, betreffende [verdachte]."