(ii) In de tussen hen overeengekomen huwelijkse voorwaarden (hierna ook: HV) is onder meer opgenomen:
"UITSLUITING GEMEENSCHAP VAN GOEDEREN
Artikel 1
De echtgenoten zullen buiten elke gemeenschap van goederen zijn gehuwd.
PRIVÉ-GOEDEREN EN AANSPRAKELIJKHEID VOOR SCHULDEN
Artikel 2
1. Ieder van de echtgenoten is en blijft eigenaar van alle goederen, welke door hem of haar ten huwelijk worden aangebracht en van alle goederen, welke door hem of haar gedurende het huwelijk, op welke wijze ook, worden verkregen.
(...)
VERGOEDINGEN
Artikel 5
Een echtgenoot is verplicht aan de andere echtgenoot te vergoeden hetgeen aan het vermogen van laatstbedoelde is onttrokken ten behoeve van het vermogen van eerstbedoelde, voorzover daarvan in deze akte niet is afgeweken.
Deze vergoeding is terstond opeisbaar en is gelijk aan het bedrag van de onttrekking aan de waarde ten tijde van de onttrekking.
(…)
AFREKENING BIJ HET EINDE VAN HET HUWELIJK
Artikel 9
1. (...)
2. Bij het einde van het huwelijk door echtscheiding en bij scheiding van tafel en bed wordt afgerekend, alsof tussen de echtgenoten algehele gemeenschap van goederen heeft bestaan, met inachtneming van hetgeen hierna is bepaald betreffende pensioenverevening.
Tot deze afrekening behoort ook het door een of beide echtgenoten ten huwelijk aangebrachte woonhuis.
Buiten de afrekening blijven echter:
a) alle overige bezittingen en schulden van de echtgenoten bij de aanvang van het huwelijk;
b) al wat krachtens erfrecht of door schenking is verkregen;
c) de opbrengsten van de sub a. en b. bedoelde goederen;
d) al hetgeen voor de sub a. en b. bedoelde goederen in de plaats is gekomen;
e) de bezittingen en schulden welke behoren tot het door een echtgenoot uitgeoefend bedrijf of vrij beroep, zulks conform artikel 1:126 van het Burgerlijk Wetboek, welk artikel op de onderhavige bepaling van toepassing zal zijn.
3. (...)
De in lid 2 bedoelde afrekening geschiedt naar de toestand en de waarde per de datum, waarop de procedure tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed aanhangig werd gemaakt.
In beide gevallen echter blijft afrekening achterwege, indien het vermogen van één van de echtgenoten of van beide echtgenoten per saldo negatief is.
4. Ingeval gewichtige redenen zich verzetten tegen directe uitkering in geld van hetgeen op grond van de afrekening verschuldigd is, is de gerechtigde echtgenoot verplicht mee te werken aan het treffen van een redelijke en billijke betalingsregeling, waarbij de belangen van beide echtgenoten in acht worden genomen.
(iii) De man en de vrouw hebben in 2002 een woonhuis met omliggende grond in [woonplaats], Frankrijk (hierna: het woonhuis) gekocht en in gemeenschappelijke eigendom verkregen. Het woonhuis was op dat moment onbewoonbaar en partijen waren voornemens het te verbouwen, waarna zij met hun gezin erin konden gaan wonen. Partijen hebben de koopprijs voor het woonhuis van (afgerond) € 165.000,-- uit eigen middelen voldaan. Nadien (in de periode 2003 tot en met 2007) zijn nog omvangrijke investeringen in het woonhuis gedaan, eveneens uit privé-vermogen.
(iv) Het huwelijk is op 19 april 2010 ontbonden door inschrijving in de registers van de burgerlijke stand van de echtscheidingsbeschikking van de rechtbank Utrecht van 13 januari 2010.