3.1In cassatie kan worden uitgegaan van het volgende.
(i) Escura heeft bij brief van 6 november 2006 aan Catilia een overnamevoorstel gedaan met betrekking tot 90% van het aandelenkapitaal van Catilia Farma B.V., een dochtermaatschappij van Catilia. Het voorstel hield in dat voor goodwill een bedrag van € 2.725.000,-- wordt betaald, te verminderen met een belastinglatentie van 25%, en dat de materiële vaste activa worden overgenomen tegen de fiscale boekwaarde op de overdrachtsdatum.
(ii) Het percentage van 25 is nadien gewijzigd in 23%.
In een brief van 10 december 2006 heeft Catilia aan Escura geschreven dat Escura een goodwill zal betalen “van 2.725.000 euro verminderd met een belastinglatentie van 23%, dus Catilia BV zal 2.098.250 euro aan goodwill ontvangen”.
(iii) Ter uitvoering van de tussen Escura en Catilia bereikte overeenstemming heeft Catilia op 2 februari 2007 van Escura een nader uitgewerkt concept van de overeenkomst van de koop van de aandelen ontvangen met daarbij gevoegd een door Escura opgestelde voorschotafrekening. Daarin is op het overeengekomen bedrag terzake goodwill, na aftrek van de belastinglatentie, nog een bedrag in mindering gebracht in verband met “Goodwill in onderneming”. Dit is het bedrag waarvoor laatstgenoemde goodwill op de balans van Catilia Farma B.V. per 31 januari 2007 was opgenomen (€ 664.391,--). Het berekende voorschotbedrag beliep € 1.528.950,--.
(iv) Bij brief van 8 februari 2007 heeft Catilia aan de instrumenterend notaris bericht: “Na overleg met [Escura] gisteravond blijft het voorschotbedrag 1.528.950 euro voor de vlotte voortgang gehandhaafd, hoewel de voorschotafrekening (vrijdag 2 februari ontvangen) waarop dit bedrag gebaseerd is volstrekt niet klopt”.
(v) Op 15 februari 2007 hebben partijen de koopovereenkomst ondertekend in verband met de verkoop van de aandelen in Catilia Farma B.V. per 1 februari 2007 (hierna: de koopovereenkomst). Op 15 februari 2007 is ook de aandelenoverdracht gerealiseerd. Escura heeft op grond van de door haar opgestelde voorschotafrekening die dag € 1.528.950,-- aan Catilia betaald.
(vi) Art. 3 van de koopovereenkomst luidt:
“3. Koopprijs. Betaling koopprijs. Kosten
1. De koopprijs wordt vastgesteld op de intrinsieke waarde (met uitzondering van de post goodwill waarvan de hoogte op na te melden wijze wordt bepaald) per één februari tweeduizend en zeven, volgens de balans op te maken volgens een consistente gedragslijn door de huidige accountant van de vennootschap, zijnde Hoogeveen Luigjes te Leusden, welk bedrag wordt vermeerderd met een bedrag aan goodwill van per saldo twee miljoen achtennegentig duizend tweehonderd vijftig euro (€ 2.098.250,00) (dit bedrag is als volgt tot stand gekomen: goodwill twee miljoen zevenhonderd vijfentwintig duizend euro (€ 2.725.000,00) minus een aftrek voor belastinglatentie van drieëntwintig procent (23%) vennootschapsbelasting) en waarbij de navolgende posten als volgt worden gewaardeerd:
- een bedrag voor de (overige) materiële vaste activa, gelijk aan de fiscale boekwaarde op één februari tweeduizend en zeven;
- een bedrag voor de voorraad geneesmiddelen (…) gelijk aan de taxatiewaarde (…);
- een bedrag voor de vorderingen op debiteuren welk bedrag wordt vastgesteld op eenhonderd procent (100%) van de nominale waarde.(…).
2. (…)
3. Per één februari tweeduizend en zeven zal een overnamebalans worden opgemaakt, welke voldoet aan het hiervoor sub 1 bepaalde, aan de hand waarvan de uiteindelijke koopprijs zal worden bepaald. Deze overnamebalans zal uiterlijk één mei tweeduizend en zeven door Hoogeveen Luigjes te Leusden opgesteld dienen te zijn (…) Bij de bepaling van de intrinsieke waarde van de aandelen zal de balans stelselmatig en op consistente wijze opgemaakt worden. Bij de bepaling van de intrinsieke waarde en de koopprijs zullen de hiervoor genoemde waarderingen en uitgangspunten toegepast worden. Uiterlijk op vijftien mei tweeduizend en zeven zal tegen kwijting betaling van het verschil tussen de definitieve koopprijs en het betaalde voorschot tussen partijen plaatsvinden, alsmede de renteverrekening. Over het per saldo te verrekenen bedrag zal een rente dienen te worden vergoed van vier procent (...) op jaarbasis te verrekenen vanaf één februari tweeduizend en zeven. (…)”
(vii) Op 7 mei 2007 heeft Catilia aan Escura per e-mail de in art. 3 van de koopovereenkomst genoemde overnamebalans gestuurd en verzocht om uiterlijk 15 mei 2007 tot betaling over te gaan van het verschil tussen de definitieve koopprijs en het betaalde voorschot (€ 811.481,-- plus 4% rente vanaf 1 februari 2007).
(viii) Bij e-mail van 14 mei 2007 heeft Escura aan Catilia laten weten dat de cijfers in de overnamebalans worden beoordeeld, maar dat de controlewerkzaamheden meer tijd vergen dan in de koopovereenkomst is vastgelegd.
In de e-mail staat dat de overnamebalans uiterlijk 15 juni 2007 zal zijn gecontroleerd en, behoudens eventuele discussiepunten, op die datum kan worden vastgesteld, waarna tot betaling van het restantbedrag kan worden overgegaan.
(ix) Bij brief van 21 mei 2007 heeft Catilia Escura in gebreke gesteld met betrekking tot de restantbetaling en betaling verlangd op uiterlijk 29 mei 2007.
(x) Bij brief van 29 mei 2007 heeft Escura opnieuw aan Catilia laten weten dat de controlewerkzaamheden meer tijd vergen, en herhaald dat zij op 15 juni 2007 de overnamebalans zal vaststellen.
(xi) Bij brief van 31 mei 2007 heeft Catilia aan Escura medegedeeld dat zij in verzuim is en per omgaande betaling van de contractuele boete verlangd.
(xii) Bij e-mail van 15 juni 2007 heeft Escura aan Catilia bericht dat de overnamebalans nog niet gereed is, maar dat deze uiterlijk 31 juli 2007 zal worden opgeleverd. In de e-mail is verder de volgende passage opgenomen: “Overigens hebben wij inmiddels wel kunnen constateren dat in jouw berekening van het door ons nog te betalen bedrag geen rekening is gehouden met de aftrek van de post goodwill die op 31 januari 2007 nog op de balans staat. Het door ons te betalen bedrag zal daarmee significant lager zijn dan door jou is aangegeven”.
(xiii) Op 31 juli 2007 heeft Escura de definitieve eindafrekening naar Catilia gezonden. Het begeleidende e-mailbericht vermeldt onder meer: “Wij hebben de door Hoogeveen Luigjes opgestelde overnamebalans per 31 januari 2007 beoordeeld en vervolgens aan de hand van de financiële administratie van de afgelopen maanden, daar waar ons inziens nodig bleek te zijn, correcties hierop aangebracht. De aangebrachte correcties zijn volledig gespecificeerd en hebben wij op een separate bijlage bijgevoegd. Gezien de omvang van het aantal correcties is het wellicht wenselijk deze op een later moment met elkaar te bespreken.”
(xiv) Bij brief van 6 augustus 2007 heeft Catilia als volgt gereageerd op de door Escura op de overnamebalans aangebrachte correcties: “Sprakeloos was ik bij het zien van uw correcties na 3 maanden. Met klem betwist ik de door u gemaakte vordering. Hierna volgen de redenen per onderdeel.”
(xv) Bij brief van 13 augustus 2007 heeft Escura als volgt gereageerd op deze brief: “Op basis van het bovenstaande hebben wij de afrekening gecorrigeerd en als bijlage 9 bijgevoegd. Op basis hiervan zijn wij nog een bedrag van € 155.929 verschuldigd.”
(xvi) Na uitvoerige verdere correspondentie en na het uitbrengen van de inleidende dagvaarding in deze zaak heeft Escura op 31 mei 2008 het bedrag van € 155.929,-- aan Catilia betaald.