ECLI:NL:HR:2013:CA3312
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- B.C. de Savornin Lohman
- J. Wortel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over afwezigheid raadsman bij ontnemingszaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 juni 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 12/02254 P. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel tegen een betrokkene, geboren in 1970. Het Gerechtshof te Amsterdam had op 13 april 2010 een uitspraak gedaan in deze ontnemingszaak, waartegen de betrokkene in cassatie is gegaan. De advocaat van de betrokkene, mr. M.G. Vos, heeft middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het Gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het Hof kennelijk heeft geoordeeld dat de mededeling van de zittingsdatum aan de raadsman enkel betrekking had op de ontnemingszaak. De raadsman, mr. P.H.L.M. Souren, heeft in een faxbericht aangegeven niet ter zitting te verschijnen omdat hij niet door de betrokkene was gevolmachtigd om de verdediging te voeren. Het Hof heeft op basis van dit faxbericht aangenomen dat de raadsman ervan heeft afgezien om te verschijnen, en was niet verplicht om verder onderzoek te doen naar de afwezigheid van de raadsman.
De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarbij het Hof niet onbegrijpelijk heeft geoordeeld. De beslissing van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid, maar het middel dat door de betrokkene is ingediend, leidde niet tot cassatie.