(ii) [eiseres] heeft ook voor Perfect Schilderwerken B.V. (hierna: Perfect) werkzaamheden in onderaanneming verricht. Op 5 december 1989 is Perfect failliet verklaard. Zij had toen een premieschuld aan de Bedrijfsvereniging van ƒ 823.090,65.
(iii) Zowel [eiseres] als K&R als Perfect heeft vóór 1 oktober 1991 met de Bedrijfsvereniging een g-rekeningovereenkomst gesloten als bedoeld in art. 16b lid 5 van de Coördinatiewet Sociale Verzekering (hierna ook: CSV) en art. 35 van de Invorderingswet 1990.
(iv) Deze overeenkomsten bevatten een considerans waarin staat dat de saldi op de desbetreffende g-rekeningen uitsluitend zijn bestemd tot betaling van sociale verzekeringspremies en loonbelasting. Ingevolge deze overeenkomsten zijn de saldi in pand gegeven aan de Bedrijfsvereniging als zekerheid voor een eventuele premieschuld. In de g-rekeningovereenkomsten is de g-rekeninghouder gemachtigd bedragen van zijn g-rekening over te maken naar andere g-rekeningen.
3.2.1Het UWV (rechtsopvolger van de Bedrijfsvereniging) heeft in dit geding na wijziging van eis gevorderd, kort gezegd, [eiseres] te veroordelen tot betaling aan haar van een bedrag van ƒ 377.252,63, met rente.
De rechtbank heeft de vordering afgewezen. Het hof heeft dit vonnis vernietigd en de vordering alsnog toegewezen tot een bedrag van in totaal € 85.236,69 (ƒ 187.836,94). In een aantal tussenarresten overwoog het hof daartoe, verkort weergegeven, als volgt.
(i) Het UWV heeft aan zijn vordering ten grondslag gelegd, samengevat, dat [eiseres] onrechtmatig heeft geprofiteerd van door K&R en Perfect jegens de Bedrijfsvereniging gepleegde wanprestatie. Deze wanprestatie bestond erin dat K&R en Perfect, bij de voldoening van een aantal facturen, van hun eigen g-rekening te hoge bedragen naar de g-rekening van [eiseres] hebben overgemaakt (rov. 1 van het tussenarrest van 15 januari 1997).
(ii) Noch uit de facturen van [eiseres], noch uit de tussen partijen gesloten overmakingsovereenkomsten, was voor K&R of Perfect kenbaar welk deel van de factuurbedragen, dan wel van de (onder-)aanneemsom, had te gelden als betaling van loon. Daarom moesten K&R of Perfect schattenderwijs bepalen voor welk gedeelte van de gefactureerde bedragen zij hoofdelijk aansprakelijk waren tegenover de Bedrijfsvereniging (rov. 3 van het tussenarrest van 15 januari 1997).
(iii) [eiseres] stelt dat de door K&R op haar g-rekening betaalde bedragen betrekking hebben op 61 facturen tot een totaalbedrag van ƒ 275.022,89, en dat de door Perfect op haar g-rekening betaalde bedragen betrekking hebben op bijna 650 facturen tot een totaalbedrag van ƒ 2.433.364,97. Volgens [eiseres] betrof het loonkostenbestanddeel van deze gefactureerde bedragen niet 20%, zoals de Bedrijfsvereniging stelt, maar 42% (rov. 4.1 en 5.1 van het tussenarrest van 15 januari 1997).
(iv) Het hof heeft behoefte aan deskundige voorlichting met betrekking tot, in de kern, de vragen aan de hand van welke criteria in de desbetreffende branche wat betreft de jaren 1986-1989 diende te worden bepaald welke bedragen bij de afrekening van aangenomen werk maximaal door aannemers op de g-rekening van hun onderaannemer mochten worden overgemaakt, en of deze criteria van toepassing waren op elke afzonderlijke (deel)factuur, of op elke aanneemsom in zijn geheel, of op het totaal van diverse aanneemsommen (rov. 3 van het tussenarrest van
15 april 1998).
(v) De deskundigen hebben, kort samengevat en voor zover in cassatie terzake dienend, de vragen als volgt beantwoord (rov. 3 van het eindarrest van 20 maart 2012):
- In de jaren 1986-1989 bestonden binnen de verf- en glasbranche geen criteria aan de hand waarvan kon worden bepaald welke bedragen naar de g-rekening van een onderaannemer mochten worden overgemaakt. In de praktijk werd veelal de norm van 40% exclusief btw van het factuurbedrag gehanteerd. Dit percentage is afkomstig uit een bij de invoering van de Wet ketenaansprakelijkheid gegeven voorbeeld. Het is in de praktijk een eigen leven gaan leiden, hetgeen ertoe heeft geleid dat veel bedrijven in de jaren ’80 ervan uitgingen dat per factuur 40% naar de g-rekening moest worden overgemaakt.
- In geval van K&R dienen de door haar op de g-rekening van [eiseres] gestorte bedragen te worden bezien in de verhouding tot dertien facturen die tezamen een bedrag belopen van ƒ 172.005,26. Ten aanzien van Perfect dienen de gedane stortingen te worden bezien in de verhouding tot facturen die tezamen een bedrag belopen van ƒ 517.655,52.
- Een aanneemsom bestaat uit een aantal elementen, onder meer loonkosten, materialen, indirecte loonkosten en winstopslag. Voor de berekening van de verschuldigde loonbelasting en premies van het werk dient allereerst het loonkostenbestanddeel te worden vastgesteld. Dit kan worden benaderd aan de hand van de planning van het werk.
3.2.2In zijn eindarrest heeft het hof vooropgesteld dat door de handelingen van K&R en Perfect inbreuk is gemaakt op het pandrecht van - toentertijd - de Bedrijfsvereniging, waardoor een op de wet berustende regeling werd ondermijnd die mede ertoe strekte om het belang van ondernemers in de bouw te dienen. Het hof nam voorts de conclusies van de deskundigen over en maakte deze tot de zijne. De omstandigheden dat niet bindend was voorgeschreven op welke momenten op een g-rekening kon worden gestort en dat bindende criteria ter kwantificering van de op een g-rekening te storten bedragen ontbraken, deden niet af aan de wijze waarop in de praktijk met de stortingen van en op g-rekeningen werd omgegaan. Toen K&R en Perfect - beoordeeld naar de door de deskundigen genoemde en betaalde facturen - onevenredig veel betaalden van hun g-rekeningen, moest het [eiseres] voldoende duidelijk zijn geweest dat daarmee inbreuk werd gemaakt op het pandrecht van de Bedrijfsvereniging, die daardoor voorzienbaar premie misliep en dus schade leed (rov. 7).
[eiseres] is gehouden deze onrechtmatig veroorzaakte schade te vergoeden. [eiseres] is aansprakelijk tot het beloop van de betalingen van K&R en Perfect van hun g-rekeningen voor zover deze meer bedragen dan 40% van de betaalde facturen. Deze 40%-norm geldt ten opzichte van het totale factuurbedrag exclusief BTW (rov. 8).
[eiseres] heeft erkend in totaal ƒ 104.000,-- van de g-rekening van K&R op haar g-rekening te hebben ontvangen. Uit het deskundigenbericht moet worden afgeleid dat dit volledige bedrag dient te worden bezien in verhouding tot de dertien facturen die tezamen een bedrag belopen van ƒ 172.005,26. Gelet op de destijds bestaande praktijk mocht in redelijkheid 40% van dit aan K&R gefactureerde bedrag door laatstgenoemde van haar g-rekening worden overgemaakt op de g-rekening van [eiseres]. Het verschil tussen het ontvangen bedrag van ƒ 104.000,-- en het bedrag van ƒ 68.802,10,-- heeft [eiseres] teveel ontvangen op haar g-rekening (rov. 10).
[eiseres] heeft voorts van de g-rekening van Perfect een bedrag van ƒ 359.701,25 ontvangen. Uit het deskundigenbericht volgt dat dit bedrag moet worden bezien in verhouding tot facturen die tezamen een bedrag beliepen van ƒ 517.655,52. Van dit gefactureerde bedrag mocht Perfect in redelijkheid 40% van haar g-rekening overmaken op de g-rekening van [eiseres]. Laatstgenoemde heeft dus ƒ 152.639,04 teveel ontvangen op haar g-rekening (rov. 11).