4.1. Het middel klaagt over de beslissing op een ter terechtzitting in hoger beroep gevoerd verweer dat in de bestreden uitspraak als volgt is samengevat en verworpen:
"De verdediging heeft ten aanzien van feit 1 onder meer aangevoerd dat de vordering niet krachtens wettelijk voorschrift is gegeven omdat zij niet op artikel 429sexies Sr kon worden gebaseerd.
Het hof stelt voorop dat in beginsel pas sprake is van een bevel of vordering als bedoeld in artikel 184 Sr indien voor het doen van die vordering een uitdrukkelijke wettelijke grondslag te vinden is. Die grondslag wordt hier gezocht in artikel 429sexies Sr.
De verdediging heeft echter betwist dat artikel 429 sexies Sr in het gegeven geval van toepassing was. In verband daarmee is aangevoerd:
A. van "gebruik" als bedoeld in artikel 429 sexies Sr is geen sprake als het pand leegstaat in afwachting van sloop;
B. delen van het pand stonden langer dan twaalf maanden leeg;
(...)
Daaromtrent overweegt het hof het navolgende:
Ten aanzien van A: "gebruik" in de zin van artikel 429 sexies Sr
Het hof stelt voorop dat artikel 429 sexies Sr. een "verlengde gebruiksbescherming" biedt voor een woning of gebouw waarvan het rechtmatig gebruik binnen een jaar voorafgaande aan het kraken een einde heeft genomen. Anders dan de rechter in eerste aanleg vindt het hof in de geschiedenis noch in de ratio van art. 429sexies Sr een aanknopingspunt voor de opvatting, dat dit voorschrift niet van toepassing zou zijn op slooppanden.
De strafbaarstelling is gegeven in het belang van de gerechtigde van het gebouw, die gedurende dat eerste jaar van de leegstand een extra bescherming geniet tegen wederrechtelijke ingebruikname (kraken), alsmede in het belang van de openbare orde. Dit betekent dat die materiële wederrechtelijkheid pas dan zal kunnen ontbreken, indien de gerechtigde onherroepelijk afstand van zijn recht op het gebouw heeft gedaan. In elk ander geval heeft de gerechtigde belang bij het gedurende dat jaar vrijelijk kunnen bepalen wat hij met het gebouw zal doen. Daaronder valt tevens te begrijpen het belang om op dat punt van mening of voornemen te veranderen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is met betrekking tot het gekraakte pand gebleken dat dit zou worden gesloopt vanwege de onveilige staat, onder andere betonrot, en dat dit ook de reden was dat door de woningbouwvereniging geen antikraak was ingezet om kraken tegen te gaan. Alle toegangen tot de panden waren door middel van houten platen afgesloten en de woningbouwvereniging had maatregelen genomen met betrekking tot de nuts- en sanitaire voorzieningen. Deze waren uit het pand verwijderd.
Het hof is van oordeel dat de woningbouwvereniging Laurentius ook onder deze omstandigheden bescherming kon ontlenen aan artikel 429 sexies Sr; daarbij neemt het in aanmerking dat niet is gebleken dat de woningbouwvereniging onherroepelijk afstand had gedaan van haar recht op het gebouw. Het andersluidende verweer van de verdediging wordt verworpen.
Ten aanzien van B: periode van leegstand
De verdediging heeft ter onderbouwing van dit verweer ter terechtzitting een uittreksel GBA overgelegd met betrekking tot een aantal woningen in het gekraakte gebouw. Daaruit zou volgens de verdediging volgen dat de bewoners meer dan een jaar voor 9 januari 2009 uit de gekraakte woningen waren vertrokken.
Uit het overgelegde uittreksel GBA volgt dat de meerderheid van de bewoners minder dan een jaar voor 9 januari 2009 uit hun woning in het gekraakte gebouw is vertrokken. Een minderheid was reeds meer dan een jaar eerder vertrokken. Dit laatste staat echter, naar het oordeel van het hof, niet in de weg aan een bewezenverklaring van dit onderdeel van het ten laste gelegde, nu het een kraakactie betrof waarbij de krakers gezamenlijk alle woningen in het complex kraakten.
(...)
Gelet op het vorenstaande is het hof van oordeel dat zowel het onder 1 als onder 2 meest subsidiair ten laste gelegde kan worden bewezen nu verdachte vertoefde in een (door anderen) wederrechtelijk in gebruik genomen gebouw en zich op vordering vanwege de rechthebbende niet aanstonds heeft verwijderd. Het andersluidende verweer van de verdediging wordt verworpen."